Programma 11 | Financiën

Samenhang met andere programma's

Terug naar navigatie - Samenhang met andere programma's
Ook dit programma heeft raakvlakken met programma 1 de hoofdstukken kernwaarden, duurzaamheid, betrouwbaarheid en dienstbaarheid. Met de in programma 11 geraamde middelen wordt het in de andere programma’s vermelde beleid mede mogelijk gemaakt.
 
Programma 11 | Financiën Portefeuillehouder
Hoofdstuk 1 Begroting, rekening en financieel beleid Wethouder J. van den Hoven
Hoofdstuk 2  Wet Onroerende Zaakbelastingen Wethouder J. van den Hoven
Hoofdstuk 3 Belastingheffing diverse belastingen Wethouder J. van den Hoven

Begroting, rekening en financieel beleid

Wat willen we bereiken?

Terug naar navigatie - Wat willen we bereiken?

Uitgangspunt bij het algemeen financieel beleid is het handhaven van een met structurele middelen sluitende begroting en een daarbij behorend eveneens sluitend meerjarenperspectief. Op incidentele lasten mogen bijvoorbeeld incidentele baten in de vorm van beschikkingen over eigen vermogen worden ingezet. Dit alles voor zover de financiële positie van de gemeente dit verantwoord maakt. Bij nieuwe beleidsvoorstellen gedurende het begrotingsjaar is dit steeds het uitgangspunt.

Wij vinden het belangrijk dat de financiële verslaglegging voor een ieder inzichtelijk is. Niet alleen voor raad, college en ambtelijk apparaat, maar zeker ook voor alle anderen die interesse hebben in de gemeentepolitiek en die vanuit die betrokkenheid zich een beeld willen vormen van het huishoudboekje van de gemeente.  Dit is ook een van de belangrijkste doelstellingen van de herziening van het Besluit Begroten en Verantwoorden provincies en gemeenten (BBV) per 1 januari 2017. De grootste wijzigingen in de herziening van het BBV betreffen het anders en minder ingewikkeld omgaan met rente en overhead en het voor de vergelijkbaarheid van gemeenten invoeren van zogenaamde verplichte taakvelden. Vanaf de begroting 2017 zijn de wijzigingen verwerkt.

Het is verder belangrijk dat de financiële administratie up-to-date is.  Zowel inkomende als uitgaande facturen dienen binnen de daarvoor staande termijnen (30 dagen na ontvangst)  te worden afgehandeld. Vanaf 2016 wordt de vennootschapsbelasting voor gemeenten ingevoerd. De administratie is al  zodanig ingericht dat voldaan kan worden aan de wettelijke voorschriften. Vanwege nog veel onduidelijkheid van rijkswege kan de openingsbalans voor het belastingjaar pas begin 2018 definitief gemaakt worden, waarna definitieve aangifte over 2016 pas kan worden gedaan. Uitstel voor aangifte is van de Rijksbelastingdienst gekregen.

Wat hebben we gedaan in 2018?

Terug naar navigatie - Wat hebben we gedaan in 2018?
  • In 2018 heeft de raad het coalitieprogramma 2018-2022 Samen duurzaam vooruit vastgesteld.  De begroting 2019 is voor het eerst digitaal opgesteld en beschikbaar gesteld aan de inwoners, de raad, het college en de organisatie. 
  • Het treasurystatuut is geactualiseerd en eveneens vastgesteld door de raad. 
  • In 2018 is ruim 90% (2017: 88%) van de inkoopfacturen binnen de wettelijk voorgeschreven termijn betaald. Inmiddels wordt 77 % (2017: 71%) van alle facturen digitaal ontvangen.  De jaarrekening 2018 is opgesteld volgens de vanaf 2017 geldende sterk gewijzigde voorschriften in de BBV ( Besluit Begroting en Verantwoording).

Wat hebben we niet gedaan en waarom niet?

Terug naar navigatie - Wat hebben we niet gedaan en waarom niet?
  • Op de planning stond dat in 2018 in verband met de invoering van de vennootschapsbelastingplicht (VPB) een beginbalans per 1 januari 2016 zou worden opgesteld. Echter een aantal uitgangspunten voor de opstelling van een (gedegen) beginbalans was eind 2018 nog steeds niet bekend, zodat de beginbalans pas in de loop van 2019, maar uiterlijk voor de wettelijk indieningstermijn van 1 april 2019, wordt opgesteld. Daarna volgen snel de aangiften 2017 en 2018.
  • De invoering van e-facturering heeft langer geduurd dan voorzien. Dit is veroorzaakt door het feit dat gelijktijdig het scanproces van de inkomende facturen anders wordt ingericht. De invoering gebeurt wel voor het wettelijk verplichte tijdstip van 18 april 2019. 

Wet Onroerende Zaakbelastingen

Wat willen we bereiken?

Terug naar navigatie - Wat willen we bereiken?
In 2018 streven wij de volgende doelen na:
  1. Wij willen minimaal voldoen aan de tijdlijnen van de Waarderingskamer. Voor het nemen van de initiële beschikkingen leggen wij voor 2018 de lat hoger. Wij willen in januari 98% van het aantal objecten beschikken;
  2. Wij willen minimaal het kwaliteitsoordeel ‘goed’ van de Waarderingskamer behouden;
  3. Door middel van beoordelingsprotocollen en zelfevaluaties willen wij de kwaliteit van de processen meten en waar mogelijk verbeteren;
  4. Wij willen van 20% van het aantal woningen de objectkenmerken controleren;
  5. Wij willen nadrukkelijker invulling geven aan de interactie met burgers en bedrijven.

 

In het onderstaande overzicht zijn de bovenstaande doelstellingen gekwantificeerd.

 

Prestatie indicator Nulmeting jaar - waarde

Streefwaarden

2018

Werkelijk

2018

Tijdige beschikking van de objecten in percentage van het aantal te beschikken objecten (norm waarderingskamer is 95% voor 1 maart)

2016 - 99,8%

2017 - 99,9%

98% 99,4%
Het restant beschikken uiterlijk einde van de maand

2016- april

2017 december

augustus December
Het percentage bezwaarschriften in relatie tot het aantal beschikkingen

2016- 0,7%

2017 - 1,3%

2% 1,3%
Het percentage toegekende bezwaren t.o.v. het totaal aantal objecten

2016 - 0,9%

2017 - 0,7%

1% 0,5%
Het percentage beroepszaken in relatie tot het aantal bezwaren

2016 - 9,1%

2017 - 3,9%

4% 2,8%
Wanneer is 90% van de WOZ-bezwaren afgehandeld

2016 - augustus

2017 - december

oktober December
Wanneer is  het restant (10%) van de WOZ-bezwaren afgehandeld

2016 - januari 2017

2017 - januari 2018

december Januari 2019

WAT GAAN WE DAARVOOR DOEN IN 2018?

1. Tijdlijnen Waarderingskamer

Voor de uitvoering van de Wet WOZ schrijft de Waarderingskamer diverse tijdlijnen voor. Deze tijdlijnen zijn gebaseerd op de landelijke wet- en regelgeving (wet WOZ, Waarderingsinstructie, etc.). Zo stelt de Waarderingskamer dat:

  • minimaal 95% van het aantal objecten beschikt moet zijn voor 1 maart;
  • het restant van de objecten beschikt moet zijn voor 1 juni;
  • de bezwaren binnen het kalenderjaar afgerond moeten zijn.

Voor het initieel nemen van de WOZ-beschikkingen hebben wij een hoog ambitieniveau. Wij willen evenals de voorgaand jaren in januari beschikken. Hiermee behoren wij tot 15% van de gemeenten die in januari de WOZ-beschikkingen al neemt (gebaseerd op de gegevens van 2017). Daarnaast streven wij het hoger percentage na dan landelijk vereist wordt. Wij hebben als doel om 98% van het aantal objecten te beschikken.

Het restant van de objecten willen wij conform de landelijke eis voor 1 juni beschikken. Voor de realisatie van deze doelstelling zijn wij wel afhankelijk van het aantal beroepschriften en het moment van uitspraak op deze beroepen. Wij hanteren de regel dat objecten waartegen een beroepsprocedure loopt, pas worden beschikt na de uitspraak van de rechtbank.

Voor de afhandeling van de bezwaarschriften maken we onderscheid tussen bezwaarschriften die direct door de belanghebbenden zijn ingediend en bezwaarschriften die door ‘no cure no pay’ bedrijven zijn ingediend. Van de bezwaarschriften die direct door belanghebbenden zijn ingediend willen wij 90% in oktober afhandelen. Alle overige bezwaren willen wij voor het einde van het jaar afronden.

2. Kwaliteitsoordeel Waarderingskamer

Gemeente Waalwijk beschikt drie jaar over de beoordeling ‘Goed’ van de Waarderingskamer. In 2018 willen wij dit kwaliteitsniveau minimaal handhaven. Dit betekent dat de kwaliteit van de gegevens en processen minimaal op goed niveau moeten blijven en waar mogelijk verder wordt geoptimaliseerd. Wij willen dit bereiken door nog nadrukkelijker invulling te geven aan de Waarderingsinstructie.

3. Kwaliteit van de processen

De Waarderingsinstructie bevat de richtlijnen voor de uitvoering van de Wet WOZ. In de Waarderingsinstructie ligt het accent op wat gemeenten moeten doen om ervoor te zorgen dat de WOZ-uitvoering een zorgvuldig beheerst werkproces blijft. De Waarderingsinstructie gaat dan ook vooral in op de interne beheersing van de werkprocessen. De Waarderingsinstructie ondersteunt deze kwaliteitszorg met beoordelingsprotocollen en zelfevaluaties. Op basis van de uitkomsten van de beoordelingsprotocollen en zelfevaluaties kunnen wij conclusies trekken over de kwaliteit van de WOZ-waarden, de kwaliteit van de onderliggende gegevens, de gebruikte systemen, de contacten met belanghebbenden, gegevens in de Basisregistratie WOZ en de Landelijke voorziening WOZ. Deze conclusies kunnen leiden tot maatregelen om de kwaliteit van de processen en gegevens verder te verbeteren.

4. Inventarisatie objectkenmerken

Om tot een juiste waardebepaling te komen houden wij primaire en secundaire objectkenmerken bij. Met primaire kenmerken worden de feitelijke gegevens van een WOZ-object bedoeld, zoals de oppervlakte van het perceel, de netto gebruiksoppervlakte en de aanwezige bijgebouwen. Met secundaire objectkenmerken worden de meer “subjectieve” kenmerken bedoeld, zoals staat van onderhoud, voorzieningenniveau en uitstraling.

De Waarderingskamer schrijft voor dat de primaire en secundaire objectenkenmerken van ieder object eenmaal per vijf jaar beoordeeld moeten worden. Het doel in 2018 is om van 20% van de woningen de objectkenmerken te controleren. Wij willen dit percentage bereiken door de objectenkenmerken te controleren tijdens de bezwaarafhandeling, de marktanalyse, de herwaardering, veldcontroles en naar aanleiding van bouwvergunningen.

5. Interactie met belanghebbenden

Interactie met belanghebbenden wordt door de Waarderingskamer als belangrijk speerpunt benoemd. Ook wij vinden interactie met burgers en bedrijven van groot belang.

Ook in 2018 willen wij een belteam inrichten na het versturen van de initiële WOZ-beschikkingen. Burgers en bedrijven kunnen in deze periode bellen over de ontvangen WOZ-beschikking. Indien zij de waarde te hoog of te laag vinden, dan wordt beoordeeld of dit terecht is. Is de waarde te hoog of te laag vastgesteld, dan wordt de waarde ambtshalve aangepast. Dit levert een win-win situatie op. Burger en bedrijven hoeven geen bezwaar in te dienen en weten direct waar zij aan toe zijn. Wij besparen tijd door het voorkomen van een formeel bezwarenproces.

Voorafgaand aan de WOZ-beschikkingen willen wij voormeldingen sturen aan eigenaren van panden, waarvan de waarde meer dan gemiddeld stijgt of daalt. Met deze voormelding willen wij op informele wijze onze gegevens toetsen en de eigenaar de kans geven vragen te stellen en eventuele opmerkingen te plaatsen bij de gegevens. Deze werkwijze hanteren wij sinds 2016. Ook in 2018 willen wij deze werkwijze continueren. Wel hebben wij de doelstelling om dit proces in 2018 te digitaliseren.

Wat hebben we gedaan in 2018?

Terug naar navigatie - Wat hebben we gedaan in 2018?

Nadat we meerdere jaren de beoordeling "goed" hebben ontvangen van de Waarderingskamer heeft de gemeente in 2018 de gehoopte vijfde ster ontvangen. We hebben hier jaren hard voor moeten werken en hebben nu de hoogst mogelijke beoordeling van de Waarderingskamer "Goed (stabiel)".

In 2018 is 99,4% van het totaal aantal objecten beschikt met dagtekening 31 januari 2018. Vorig jaar lag het percentage iets hoger maar dit percentage is nog altijd aanzienlijk boven onze streefwaarde en de norm van de Waarderingskamer. Daarnaast zijn in 2018 de beschikkingen, net zoals in 2016 en 2017, al in januari genomen. Het aantal binnengekomen WOZ-bezwaren valt ruimschoots binnen de gestelde streefwaarde. Dit geldt ook voor het aantal gegrond verklaarde bezwaarschriften. Ook het aantal beroepen valt in 2018 binnen de gestelde streefwaarde.

In 2018 hebben de burgers die zich aangemeld hebben op MijnOverheid de gecombineerde aanslag voor het eerst alleen nog maar via MijnOverheid ontvangen.  Vanaf halverwege 2017 werden de aanslagen, voor burgers die zich aangemeld hebben, alleen nog maar via MijnOverheid verzonden. In 2018 dus ook voor het eerst de gecombineerde aanslag. De burgers die zich niet hebben aangemeld op MijnOverheid hebben de aanslag per post ontvangen

De WOZ-waarden zijn in 2018 voor het de tweede keer bepaald aan de hand van de gebruiksoppervlakte. Net zoals vorig jaar zijn er over deze aanpassing nagenoeg geen bezwaren binnen gekomen. Bij de marktanalyse en de herwaardering zijn de gebruiksoppervlaktes aanvullend gecontroleerd en waar nodig verfijnd.

Wat hebben we niet gedaan en waarom niet?

Terug naar navigatie - Wat hebben we niet gedaan en waarom niet?

In 2018 hebben we een aantal streefwaarden niet volledig gehaald:

  • Het restant beschikken uiterlijk einde van de maand: Augustus;

    Wanneer er een beroepschrift bij de rechtbank is ingediend, gericht tegen de waarde van een object voor een voorgaand jaar, wachten we met de nieuwe beschikking tot die procedure is afgerond.  

  • Wanneer is 90% van de WOZ-bezwaren afgehandeld: Oktober;

    Gelet op het aantal bezwaarschriften en de complexiteit daarvan was 90% van de bezwaarschriften afgehandeld in december.

  • Wanneer is het restant (10%) van de WOZ-bezwaren afgehandeld: December.

    Gelet op het aantal bezwaarschriften en de complexiteit daarvan was de resterende 10% van de bezwaarschriften afgehandeld in januari 2019. Bezwaarschriften die aan het eind van het jaar waren ingediend kunnen niet nog in december afgehandeld worden.

Belastingheffing diverse belastingen

Wat willen we bereiken?

Terug naar navigatie - Wat willen we bereiken?

 

Prestatie-indicator Nulmeting jaar - waarde Streefwaarden Werkelijk
2018 2018
Percentage automatische incasso's 2016 - 64% 66% 65%

Percentage digitale nota (crediteuren)

Percentage betaalde nota's binnen 30 dagen (crediteuren)

2016 - 65%

2016 - 85%

60%

85%

75%

91% 

 

Diverse kengetallen Nulmeting jaar - waarde Streefwaarden Werkelijk
2018 2018
Eerste herinneringen 2016 - 7.300 6.500 7.478
Aanmaningen 2016 - 2.800 3.400 2.602
Dwangbevelen 2014 - 2.000 2.300 1.615

 

Wat heeft programma 11 gekost?

Terug naar navigatie - Wat heeft programma 11 gekost?

Exploitatie Begroting 2018 primair Begroting 2018 incl wijziging Rekening 2018
Lasten 1.521.456 3.447.083 917.628
Baten -78.067.176 -78.897.775 -79.516.956
Saldo van lasten en baten -76.545.720 -75.450.692 -78.599.327
Onttrekkingen -1.064.663 -4.227.206 -4.355.207
Stortingen 0 3.127.543 3.159.735
Mutaties reserves -1.064.663 -1.099.663 -1.195.472
Saldo na mutaties reserves -77.610.383 -76.550.355 -79.794.800