De weerstandscapaciteit bestaat uit de middelen en mogelijkheden waarover de gemeente beschikt om niet-begrote kosten, die onverwacht en substantieel zijn, te kunnen dekken. Het gaat om de elementen waarmee tegenvallers eventueel bekostigd kunnen worden, zoals de Algemene Reserve, maar ook de onbenutte belastingcapaciteit.
Voor de grondexploitatie is een afzonderlijke risicoscan gemaakt (zie ook paragraaf 7: Grondbeleid). Hieruit blijkt dat de indirecte risico’s (uitgaande van afwijkingen van 1%) én directe risico’s, die niet afgedekt worden door positieve projectresultaten, worden opgevangen door de reserve Grondexploitatie. Deze reserve is daarom niet inzetbaar bij de berekening van de weerstandscapaciteit en -ratio.
Op grond van de nu bekende gegevens kan het volgende overzicht worden gegeven:
bedragen per 31 december 2024 (x € 1.000)
Weerstandscapaciteit |
Incidenteel |
Structureel |
Algemene reserve |
24.842 |
|
Totaal reserve capaciteit |
24.842 |
|
|
|
|
Onroerende zaakbelastingen (100% verhoging) |
|
15.555 |
Totaal onbenutte belastingcapaciteit |
|
15.555 |
Onvoorzien |
|
100 |
Totaal weerstandscapaciteit |
24.842 |
15.655 |
Ultimo 2024 bedraagt de totale weerstandscapaciteit van de gemeente Waalwijk € 40.497.000.
De norm voor de onbenutte belastingcapaciteit is gebaseerd op de norm die het Rijk stelt voor gemeenten die in aanmerking willen komen voor een bijdrage op grond van artikel 12 Financiële-verhoudingswet. De bepaling van de ratio is gebaseerd op een theoretisch model, waarbij er vanuit wordt gegaan dat alle risico’s gelijktijdig manifest worden. En dat komt nooit voor. De 100% OZB-verhoging past in ditzelfde theoretische kader.
De Algemene Reserve moet een geblokkeerd gedeelte bevatten, om het totaal van de risico’s die ‘waarschijnlijk eens in de vijf jaar’ optreden te kunnen opvangen. Op dit moment gaat het om € 6,6 miljoen. Als een risico optreedt en er moet worden afgerekend, moet de Algemene Reserve of de reserve Grondexploitatie onmiddellijk worden aangewend. Daarmee kan de ratio onder druk komen te staan. Een OZB-verhoging en daarbij behorende hogere opbrengst zal altijd enige tijd duren. Hierbij moet wel worden aangetekend dat het uitzonderlijk zou zijn, als alle risico's in categorie A op hetzelfde moment manifest worden.
Bovenstaande berekening van de weerstandscapaciteit is uiteraard een momentopname. De genoemde bedragen kunnen van jaar tot jaar fluctueren. Voor de afdekking van risico’s heeft de gemeenteraad normen vastgelegd voor de noodzakelijke omvang van de Algemene Reserve.
Ten opzichte van de voorgaande P&C-rapportages is de reserve Grondexploitatie niet meegenomen bij de bepaling van de weerstandscapaciteit en -ratio. De reserve Grondexploitatie is namelijk ter dekking van de indirecte en directe projectrisico's, zoals nader uitgewerkt in paragraaf 7: Grondbeleid. Ter verduidelijking zijn de indirecte en directe projectrisico's hieronder kort uitgewerkt:
- Indirecte risico’s: risico’s voortkomend uit macro-economische ontwikkelingen en veranderende wet- en regelgeving, zoals onroerend goedmarkt, loon- en prijsontwikkelingen en financieringslasten.
- Directe risico’s: projectspecifieke risico’s zoals wetgeving en procedures, nadeelcompensatie, uitgifte in erfpacht, archeologische monumenten, bodemverontreiniging en uitspraak stikstof.
De grondexploitatie gerelateerde risico's, die niet worden gedekt vanuit de reserve Grondexploitatie, zijn opgenomen in risicokaart 32: materiële vaste activa. Deze risico's (compensatiegronden, warme gronden en voorbereidingskredieten) zijn meegenomen in de risicomatrix.