Paragraaf 2. Weerstandsvermogen

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

In deze paragraaf gaan we nader in op het weerstandsvermogen: dat is de weerstandscapaciteit, afgezet tegen de risico’s die de gemeente loopt in zowel de exploitatie- als investeringssfeer. De gemeenteraad heeft op 18 juni 2015 het kader voor deze paragraaf vastgesteld en heeft instructies gegeven voor de manier waarop met risico’s en risicomanagement moet worden omgegaan. Op 6 april 2023 heeft de raad bovendien besloten om de Nota risicomanagement gemeente Waalwijk ongewijzigd te blijven toepassen.

Het weerstandsvermogen kan worden omschreven als de mate waarin een gemeente in staat is financiële tegenvallers (risico’s) op te vangen, teneinde haar taken te kunnen voortzetten. Het weerstandsvermogen geeft daarmee de mate van robuustheid van de financiële huishouding weer. Dit is van belang om financiële tegenvallers te kunnen opvangen, zonder meteen te moeten bezuinigen. 

Hierbij spelen twee begrippen een rol:
- De weerstandscapaciteit: dit zijn de middelen en mogelijkheden waarover de gemeente beschikt (of kan beschikken) om niet-begrote kosten te dekken;
- Het weerstandsvermogen: de verhouding tussen de weerstandscapaciteit en de (gekwantificeerde) risico’s. Dit wordt uitgedrukt in een ratio, een verhouding. 

Voor het beoordelen van de robuustheid van de begroting is dus inzicht nodig in omvang en achtergronden van de risico’s en van de aanwezige weerstandscapaciteit.

In lijn met de begroting 2024 zijn alle geactualiseerde risicokaarten in een afzonderlijke rapportage opgenomen. De toprisico's en de eventuele risicomutaties worden wel expliciet in de jaarrekening 2024 opgesomd.


Weerstandsvermogen

Kengetallen gemeente Waalwijk

Terug naar navigatie - Kengetallen gemeente Waalwijk

Op grond van onderstaande kengetallen en rekening houdende met het weerstandsvermogen (op grond van de risicomatrix), beschikt de gemeente Waalwijk over een gezonde financiële positie. Weliswaar heeft de gemeente een relatief hoge schuldpositie, maar deze is door het hoge investeringsniveau in de afgelopen jaren goed te verklaren. De risico’s in de grondexploitatie zijn door afboekingen in de afgelopen jaren beheersbaar. Zie hiervoor ook de paragraaf Grondbeleid en de Nota grondexploitatie.

Bedragen x € 1.000

Tabel 1 - Netto schuldquote

  Bij begroting ultimo jaar Begroting 2024 Rekening 2023 Rekening  2024

A

Vaste schulden (cf. art.46 BBV) 161.316 120.843 138.316

B

Netto vlottende schuld (cf.  art. 48 BBV) 21.849 9.590 18.214

C

Overlopende passiva (cf. art. 49 BBV) 17.000 30.033 26.687

D

Financiële activa (cf. art. 36 lid d, e en f) 0 0 0

E

Uitzetting < 1 jaar (cf. art. 39 BBV) 4.000 13.810 15.908

F

Liquide middelen (cf. art. 40 BBV) 500 1.609 2.074

G

Overlopende activa (cf. art. 40a BBV) 4.000 4.394 7.585

H

Totale baten (cf. art. 17 lid c BBV) (dus excl. mutaties reserves) 185.531 183.557 190.710
  Netto schuldquote ((A+B+C-D-E-F-G) / H ) x 100% 103 % 76,6 % 82,6 %

De werkelijke netto schuldquote bij jaarrekening wijkt af van de begroting. Deze afwijking zien we jaarlijks terugkomen. Bij de begroting worden alle geplande investeringen meegenomen in de berekening van de netto schuldquote. In de praktijk zien we dat veel van deze investeringen doorschuiven. Daardoor is het werkelijke percentage lager.

Tabel 2 - Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen

  Bij begroting ultimo jaar Begroting 2024 Rekening 2023 Rekening 2024
A Vaste schulden (cf. art.46 BBV) 161.316 120.843 138.316
B Netto vlottende schuld (cf.  art. 48 BBV) 21.849 9.590 18.214
C Overlopende passiva (cf. art. 49 BBV) 17.000 30.003 26.687
D Financiële activa (cf. art. 36 lid b, c, d, e en f) 22.675 17.837 18.587
E Uitzetting < 1 jaar (cf. art. 39 BBV) 4.000 13.810 15.908
F Liquide middelen (cf. art. 40 BBV) 500 1.609 2.074
G Overlopende activa (cf. art. 40a BBV) 4.000 4.394 7.585
H Totale baten cf. art. 17 lid c BBV) (dus excl. mutaties reserves) 185.531 183.557 190.710
  Netto schuldquote ((A+B+C-D-E-F-G) / H ) x 100%  91 % 66,9 % 72,9 %

Tabel 3 - Solvabiliteitsratio

    Begroting 2024 Rekening 2023 Rekening 2024
A Eigen vermogen (cf. art. 42 BBV) 102.080 111.432 111.255
B Balanstotaal 313.818 284.0008 307.498
  Solvabiliteit (A/B) x 100% 33 % 39.2 % 36,2 %

Tabel 4 - Kengetal grondexploitatie

  Bij begroting ultimo jaar Begroting 2024 Rekening 2023 Rekening 2024
B Totaal van activa van de in exploitatie genomen bouwgronden 4.848 -591 -1.978
C Totale baten cf. art. 17 lid c BBV (dus excl. mutaties reserves) 185.531 183.557 190.710
  Grondexploitatie B / C x 100% 3 % -0.3 % -1,04 %

Tabel 5 - Structurele exploitatieruimte

  Bij begroting ultimo jaar Begroting 2024 Rekening 2023 Rekening 2024
A Totale structurele lasten 159.435 164.950 167.187
B Totale structurele baten 159.021 170.204 176.559
C Totale structurele toevoegingen aan de reserves 151 0 492
D Totale structurele onttrekkingen aan de reserves 1.884 837 1.531
E Totale baten cf. art. 17 lid c BBV (dus excl. mutaties reserves) 185.531 183.557 190.710
  Structurele exploitatieruimte (B-A) + (D-C) / (E) x 100% 0,7 % 3,3 % 5,5 %

Tabel 6 - Belastingcapaciteit: woonlasten meerpersoonshuishouden

  Bij begroting ultimo jaar  (bedragen in € 1 / afgerond) Begroting 2024 Rekening 2023 Rekening 2024
A OZB-lasten voor gezin bij gemiddelde WOZ-waarde* 383 364 378
B Rioolheffing voor gezin bij gemiddelde WOZ-waarde 190 174 189
C Afvalstoffenheffing voor een gezin 244 229 237
D Eventuele heffingskorting       
E Totale woonlasten voor gezin bij gemiddelde WOZ-waarde (A+B+C+D) 817 768 804
F Woonlasten landelijke gemiddelde voor gezin in t-1 (bron: COELO) 944 944 994
  Woonlasten t.o.v. landelijke gemiddelde jaar er voor (E/F) x 100%  87 % 81,4 % 80,9%

De belastingcapaciteit woonlasten meerpersoonshuishouden wordt eenmaal per jaar door het COELO verstrekt.

*Met ingang van 2022 worden de OZB-lasten door COELO berekend op basis van alleen koopwoningen. Voorheen was dit gebaseerd op  de gemiddelde WOZ-waarde van huur- en koopwoningen.

Weerstandscapaciteit

Terug naar navigatie - Weerstandscapaciteit

De weerstandscapaciteit bestaat uit de middelen en mogelijkheden waarover de gemeente beschikt om niet-begrote kosten, die onverwacht en substantieel zijn, te kunnen dekken. Het gaat om de elementen waarmee tegenvallers eventueel bekostigd kunnen worden, zoals de Algemene Reserve, maar ook de onbenutte belastingcapaciteit.

Voor de grondexploitatie is een afzonderlijke risicoscan gemaakt (zie ook paragraaf 7: Grondbeleid). Hieruit blijkt dat de indirecte risico’s (uitgaande van afwijkingen van 1%)  én directe risico’s, die niet afgedekt worden door positieve projectresultaten, worden opgevangen door de reserve Grondexploitatie. Deze reserve is daarom niet inzetbaar bij de berekening van de weerstandscapaciteit en -ratio. 

Op grond van de nu bekende gegevens kan het volgende overzicht worden gegeven:

bedragen per 31 december 2024 (x € 1.000)

Weerstandscapaciteit Incidenteel Structureel
Algemene reserve 24.842  
Totaal reserve capaciteit 24.842  
     
Onroerende zaakbelastingen (100% verhoging)   15.555
Totaal onbenutte belastingcapaciteit   15.555
Onvoorzien   100
Totaal weerstandscapaciteit 24.842 15.655

Ultimo 2024 bedraagt de totale weerstandscapaciteit van de gemeente Waalwijk € 40.497.000.

De norm voor de onbenutte belastingcapaciteit is gebaseerd op de norm die het Rijk stelt voor gemeenten die in aanmerking willen komen voor een bijdrage op grond van artikel 12 Financiële-verhoudingswet. De bepaling van de ratio is gebaseerd op een theoretisch model, waarbij er vanuit wordt gegaan dat alle risico’s gelijktijdig manifest worden. En dat komt nooit voor. De 100% OZB-verhoging past in ditzelfde theoretische kader.

De Algemene Reserve moet een geblokkeerd gedeelte bevatten, om het totaal van de risico’s die ‘waarschijnlijk eens in de vijf jaar’ optreden te kunnen opvangen. Op dit moment gaat het om € 6,6 miljoen. Als een risico optreedt en er moet worden afgerekend, moet de Algemene Reserve of de reserve Grondexploitatie onmiddellijk worden aangewend. Daarmee kan de ratio onder druk komen te staan. Een OZB-verhoging en daarbij behorende hogere opbrengst zal altijd enige tijd duren. Hierbij moet wel worden aangetekend dat het uitzonderlijk zou zijn, als alle risico's in categorie A op hetzelfde moment manifest worden.

Bovenstaande berekening van de weerstandscapaciteit is uiteraard een momentopname. De genoemde bedragen kunnen van jaar tot jaar fluctueren. Voor de afdekking van risico’s heeft de gemeenteraad normen vastgelegd voor de noodzakelijke omvang van de Algemene Reserve.

Ten opzichte van de voorgaande P&C-rapportages is de reserve Grondexploitatie niet meegenomen bij de bepaling van de weerstandscapaciteit en -ratio. De reserve Grondexploitatie is namelijk ter dekking van de indirecte en directe projectrisico's, zoals nader uitgewerkt in paragraaf 7: Grondbeleid. Ter verduidelijking zijn de indirecte en directe projectrisico's hieronder kort uitgewerkt: 

  1. Indirecte risico’s: risico’s voortkomend uit macro-economische ontwikkelingen en veranderende wet- en regelgeving, zoals onroerend goedmarkt, loon- en prijsontwikkelingen en financieringslasten.
  2. Directe risico’s: projectspecifieke risico’s zoals wetgeving en procedures, nadeelcompensatie, uitgifte in erfpacht, archeologische monumenten, bodemverontreiniging en uitspraak stikstof.

De grondexploitatie gerelateerde risico's, die niet worden gedekt vanuit de reserve Grondexploitatie, zijn opgenomen in risicokaart 32: materiële vaste activa. Deze risico's (compensatiegronden, warme gronden en voorbereidingskredieten) zijn  meegenomen in de  risicomatrix.

Stille reserves

Terug naar navigatie - Stille reserves

In het Gemeenschappelijk Financieel Toezichtkader 2020 van de provincies is over stille reserves in relatie tot het weerstandsvermogen het volgende opgenomen:
1. Stille reserves nemen wij alleen mee als de actuele marktwaarde reëel is onderbouwd;
2. Daarnaast geldt als uitgangspunt dat de stille reserve geen gebruiksnut heeft voor de gemeenten en op korte termijn beschikbaar kan komen.

Gelet op het bovenstaande maken de stille reserves met ingang van 2020 geen onderdeel meer uit van het weerstandsvermogen.

Risico's

Terug naar navigatie - Risico's

In het BBV wordt een toelichting gegeven op de risico’s die relevant zijn voor het weerstandsvermogen. Het gaat om risico’s die niet op een andere manier zijn ondervangen. Reguliere risico’s – die zich regelmatig voordoen en die veelal vrij goed meetbaar zijn – maken geen deel uit van de risico’s in de paragraaf Weerstandsvermogen. Hiervoor kunnen immers verzekeringen worden afgesloten of voorzieningen worden gevormd. Voorbeelden van risico’s die wel tot de paragraaf Weerstandsvermogen horen zijn ondernemersrisico’s (of bedrijfsrisico’s). Die hangen vooral samen met grondexploitatie, gebiedsuitbreiding, publiek- private samenwerking (PPS), sociale structuur (bij neergaande conjunctuur) en open-einderegelingen.

Risicomatrix jaarrekening 2024
Bij zowel de begroting als de jaarrekening wordt een risicomatrix opgesteld. De risicomatrix geeft systematisch inzicht in de categorisering van aanwezige risico’s. Om het risicomanagement te borgen, wordt met ingang van 2023 van alle voor het weerstandsvermogen relevante risico's een frauderisico-analyse gemaakt. De risico’s zijn zoveel mogelijk in beeld gebracht en er is inzichtelijk gemaakt in welke mate deze risico’s beheerst worden. Nadere acties blijven nodig om tot verdere risicobeheersing te komen. In de bijlage is een integraal overzicht opgenomen van alle geïdentificeerde risico's, via de link zijn alle kaarten in te zien:  risicokaarten

De belangrijkste risico's

Hieronder is schematisch weergeven wat de grootste risico's zijn voor de gemeente Waalwijk.

Kaart

Omschrijving risico

Maximaal risico

Percentage verwacht risico

Risico relevant voor ratio

16

Garanties sportverenigingen/rechtspersonen maatschappelijk vlak

€ 2.500.000

40%

€ 1.000.000

17

Verzekeringen - gemeentelijke gebouwen

€ 2.500.000

40%

€ 1.000.000

18

Gemeentefonds - BTW compensatiefonds

€ 1.500.000

60%

€    900.000

18

Gemeentefonds - SPUK's

€ 1.500.000

60%

€    900.000

22

AWBZ - Wmo 2015

€ 1.000.000

80%

€    800.000

23

Jeugdzorg

€ 1.500.000

80%

€ 1.200.000

24

Wmo - huishoudelijke hulp / gehandicaptenvoorzieningen

€ 1.000.000

80%

€    800.000

25

Participatie

€ 1.000.000

80%

€     800.000

32

Materiële vaste activa Haven Acht Oost

€ 2.500.000

60%

€ 1.500.000

33

Schade door cyberincident

€ 1.000.000

80%

€ 800.000

 

  € 16.000.000   € 9.700.000

Toename risico’s
Het risicobedrag van kaart 22, 23 en 24 is met € 500.000 per kaart verhoogd (totaal € 1,5 miljoen).

Afname risico’s
Risicokaart 14 (Bestemmings- en omgevingsplannen en bouwgrondexploitaties) is verwijderd (€ 1 miljoen), omdat de risico's van de grondexploitatie zijn afgedekt door de reserve Grondexploitatie (directe en indirecte risico's).  

Beoordeling beschikbare weerstandsvermogen

Terug naar navigatie - Beoordeling beschikbare weerstandsvermogen

Met onderstaande ratio kan een norm gesteld worden voor een aanvaardbare relatie tussen de beschikbare weerstandscapaciteit en de risico’s.

                         Beschikbare weerstandscapaciteit

Ratio =         -------------------------------------------

                          Benodigde weerstandscapaciteit

Een ratio voor het weerstandsvermogen van 1,0 tot 1,4 wordt voldoende geacht. Een ratio van 0,8 tot 1,0 wordt als matig bestempeld, terwijl een ratio boven 1,4 aangemerkt wordt als ruim voldoende.
Het benodigde weerstandsvermogen kan als volgt berekend worden:

Risicoklasse

Kans op schade

Aantal Geïnventariseerde schades

Maximale omvang max. totale schade

Percentage meegenomen

waarschijnlijk

1 X per  5 jaar

Schades 12

€ 6,6 miljoen

80% €  5,3 miljoen

mogelijk

1 X per 10 jaar

Schades 25

€ 13,4 miljoen

60% €  8,0 miljoen

onwaarschijnlijk

1 X per 15 jaar

Schades 17

€ 6,5 miljoen

40% € 2,6  miljoen

onbekend

1 X per 10 jaar

Schades 9

€  5,3 miljoen

20 % € 1,1  miljoen

 

 

 

 

€ 31,8  miljoen

€ 17,0  miljoen

 

 

                                €  40.496.838

Ratio                         ---------------         =   2,385 (uitstekend)

                                €  16.980.000

Voor de gemeente Waalwijk bedraagt de ratio voor het weerstandsvermogen 2,385. Dat is te kwalificeren als uitstekend.
Bij de berekening moet wel de kanttekening worden geplaatst dat rekening is gehouden met 100% verhoging van de OZB (€ 15.281.000). Wordt die buiten beschouwing gelaten, dan zakt de ratio naar 1,47 en ook dat is nog ruim voldoende. En ook hier geldt: niet alle risico's zullen op hetzelfde moment optreden.