In deze paragraaf wordt nader ingegaan op de weerstandscapaciteit afgezet tegen de risico’s die de gemeente loopt in zowel de exploitatie- als investeringssfeer.
De gemeenteraad heeft 18 juni 2015 het kader voor deze paragraaf vastgesteld en heeft instructies gegeven voor de wijze waarop met risico’s en risicomanagement moet worden omgegaan.
Kengetallen gemeente Waalwijk
Op grond van onderstaande kengetallen en rekening houdende met het weerstandsvermogen op grond van de risicomatrix kan geconcludeerd worden dat de gemeente Waalwijk over een gezonde financiële positie beschikt. Weliswaar beschikt de gemeente over een relatief hoge schuldpositie maar deze is door het hoge investeringsniveau in de afgelopen jaren goed te verklaren. De risico’s in de grondexploitatie zijn door afboekingen in de afgelopen jaren beheersbaar geworden en door een stijgende verkoop van gronden neemt de boekwaarde in de grondexploitatie af. Tenslotte is sprake van een lage lastendruk voor onze burgers ten opzichte van het landelijk gemiddelde.
Tabel 1 - Netto schuldquote
|
Bij begroting ultimo jaar |
Rekening 2017 |
Begroting 2018 |
Begroting 2019 |
A
|
Vaste schulden (cf. art.46 BBV) |
164.213.676 |
158.231.675 |
160.965.456 |
B
|
Netto vlottende schuld (cf. art. 48 BBV) |
16.757.936 |
52.899.845 |
31.999.817 |
C
|
Overlopende passiva (cf. art. 49 BBV) |
12.594.368 |
0 |
0 |
D
|
Financiële activa (cf. art. 36 lid d, e en f) |
9.623.678 |
29.417.899 |
28.613.043 |
E
|
Uitzetting < 1 jaar (cf. art. 39 BBV) |
8.298.738 |
0 |
0 |
F
|
Liquide middelen (cf. art. 40 BBV) |
132.140 |
0 |
0 |
G
|
Overlopende activa (cf. art. 40a BBV) |
2.677.176 |
0 |
0 |
H
|
Totale baten cf. art. 17 lid c BBV) |
138.918.374 |
118.242.575 |
130.650.787 |
|
Netto schuldquote ((A+B+C+D+E+F+G) / H ) x 100% |
150,42% |
203,44% |
169,60% |
Voor een toelichting op de cijfers wordt verwezen naar de tabel Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen.
Tabel 2 - Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen
|
Bij begroting ultimo jaar |
Rekening 2017 |
Begroting 2018 |
Begroting 2019 |
A |
Vaste schulden (cf. art.46 BBV) |
139.290.694 |
133.402.053 |
141.700.332 |
B |
Netto vlottende schuld (cf. art. 48 BBV) |
16.757.936 |
52.899.845 |
31.999.817 |
C |
Overlopende passiva (cf. art. 49 BBV) |
12.594.368 |
0 |
0 |
D |
Financiële activa (cf. art. 36 lid d, e en f) |
0 |
4.923.971 |
5.167.266 |
E |
Uitzetting < 1 jaar (cf. art. 39 BBV) |
8.268.738 |
0 |
0 |
F |
Liquide middelen (cf. art. 40 BBV) |
132.140 |
0 |
0 |
G |
Overlopende activa (cf. art. 40a BBV) |
2.677.176 |
0 |
0 |
H |
Totale baten cf. art. 17 lid c BBV) |
138.918.374 |
118.242.575 |
130.650.787 |
|
Netto schuldquote ((A+B+C+D+E+F+G) / H ) x 100% |
125,54% |
161,72% |
136,90% |
Tabel 3 - Solvabiliteitsratio
|
|
Rekening 2017 |
Begroting 2018 |
Begroting 2019 |
A |
Eigen vermogen (cf. art. 42 BBV) |
87.318.192 |
74.440.717 |
79.678.132 |
B |
Balanstotaal |
286.410.479 |
293.057.000 |
281.141.523 |
|
Solvabiliteit (A/B) x 100% |
30,49% |
25,41% |
28,34% |
Tabel 4 - Kengetal grondexploitatie
|
Bij begroting ultimo jaar |
Rekening 2017 |
Begroting 2018 |
Begroting 2019 |
A |
Niet in exploitatie genomen bouwgronden (cf. art. 38 lid a. punt 1 BBV) |
0 |
27.912.512 |
0 |
B |
Bouwgronden in exploitatie (cf. art. 38 lid b BBV) |
28.608.289 |
26.326.646 |
20.828.525 |
C |
Totale baten cf. art. 17 lid c BBV (dus excl. mutaties reserves) |
138.918.374 |
118.424.575 |
130.650.787 |
|
Grondexploitatie (A+B) / C x 100% |
20,59% |
45,8% |
15,94% |
Tabel 5 - Structurele exploitatieruimte
|
Bij begroting ultimo jaar |
Rekening 2017 |
Begroting 2018 |
Begroting 2019 |
A |
Totale structurele lasten |
144.878.266 |
122.016.034 |
140.097.000 |
B |
Totale structurele baten |
143.433.266 |
122.266.892 |
141.733.000 |
C |
Totale structurele toevoegingen aan de reserves |
288.935 |
291.648 |
294.584 |
D |
Totale structurele onttrekkingen aan de reserves |
1.253.219 |
1.684.545 |
2.392.587 |
E |
Totale baten |
152.926.266 |
123.085.892 |
145.121.356 |
|
Structurele exploitatieruimte (B-A) + (D-C) / (E) x 100% |
-0,31% |
1,34% |
2,57% |
Tabel 6 - Belastingcapaciteit: woonlasten meerpersoonshuishouden
|
Bij begroting ultimo jaar |
Rekening 2017 |
Begroting 2018 |
Begroting 2019 |
A |
OZB-lasten voor gezin bij gemiddelde WOZ-waarde |
282 |
258 |
|
B |
Rioolheffing voor gezin bij gemiddelde WOZ-waarde |
141 |
143 |
|
C |
Afvalstoffenheffing voor een gezin |
229 |
231 |
|
D |
Eventuele heffingskorting |
|
|
|
E |
Totale woonlasten voor gezin bij gemiddelde WOZ-waarde (A+B+C+D) |
652 |
632 |
618 |
F |
Woonlasten landelijke gemiddelde voor gezin in t-1 (bron: COELO) |
723 |
721. |
n.n.b. |
|
Woonlasten t.o.v. landelijke gemiddelde jaar er voor (E/F) x 100% |
90% |
88% |
n.n.b. |
Weerstandsvermogen
Het weerstandsvermogen van een gemeente kan worden omschreven als de mate waarin een gemeente in staat is financiële tegenvallers (risico’s) op te vangen teneinde haar taken te kunnen voortzetten. Het weerstandsvermogen geeft de mate van robuustheid van de financiële huishouding weer. Dit is van belang als zich een financiële tegenvaller voordoet. Door aandacht te hebben voor het weerstandsvermogen kan worden voorkomen dat elke financiële tegenvaller dwingt tot bezuinigen. Voor het beoordelen van de robuustheid van de begroting is inzicht nodig in de omvang en in de achtergronden van de risico’s en de aanwezige weerstandscapaciteit.
Weerstandscapaciteit
De weerstandscapaciteit bestaat uit de middelen en mogelijkheden waarover de gemeente beschikt om niet begrote kosten die onverwachts en substantieel zijn te kunnen dekken. Het gaat om die elementen waarmee tegenvallers eventueel bekostigd kunnen worden zoals de algemene reserve, maar ook de onbenutte belastingcapaciteit en de stille reserves. Onderscheid kan worden gemaakt in incidentele (ten behoeve van opvang eenmalige tegenvallers) en structurele (ten behoeve van structurele tegenvallers) weerstandscapaciteit.
Op grond van de nu bekende gegevens kan het volgende overzicht worden gegeven:
bedragen per januari 2019 (x € 1.000)
Weerstandscapaciteit |
Incidenteel |
Structureel |
|
|
|
Reservecapaciteit |
|
|
Algemene reserve |
5.076.000 |
|
Rekeningresultaat 2017 |
1.645.000 |
|
Mutaties 2018 |
-/- 500.000 |
|
Vanuit winst grondexploitatie |
6.500.000 |
|
Storting in Beleidsreserve |
-/- 6.500.000 |
|
AR grondexploitatie |
4.800.000 |
|
Stille reserves |
3.550.000 |
|
Totaal reserve capaciteit |
14.571.000 |
|
|
|
|
Onbenutte belastingcapaciteit |
|
|
Onroerende zaakbelastingen (100% verhoging) |
|
11.700.000 |
|
|
|
Onvoorzien |
|
100.000 |
Totaal weerstandscapaciteit |
14.571.000 |
11.800.000 |
Per januari 2019 bedraagt de totale weerstandscapaciteit € 26,4 mln (= €14,571 mln + € 11,8 mln)
De norm voor de onbenutte belastingcapaciteit is gebaseerd op de norm die het Rijk stelt voor gemeenten die in aanmerking willen komen voor een bijdrage op grond van artikel 12 Financiële Verhoudingswet.
De bepaling van de ratio is gebaseerd op een theoretisch model waarbij er vanuit wordt gegaan dat alle risico’s gelijktijdig manifest worden en dat is niet zo. De 100% OZB verhoging past overigens in dit zelfde theoretische kader.
De Algemene Reserve en de Algemene Reserve Grondexploitatie dienen feitelijk een geblokkeerd gedeelte te bevatten om het totaal van de risico’s in de categorie “waarschijnlijk 1 maal per 5 jaar” te kunnen opvangen, thans € 11,0 miljoen. Indien een risico manifest wordt en er moet worden afgerekend dan moet de Algemene Reserve of Algemene Reserve Grondexploitatie onmiddellijk worden aangewend en daarmee kan de ratio onder druk komen te staan, immers de OZB verhoging en het beschikbaar komen van de hogere opbrengst zal altijd enige tijd duren. Hierbij moet wel worden aangetekend dat het uitzonderlijk zou zijn als alle risico's in categorie A op hetzelfde moment manifest worden.
Naast de reeds op de balans staande reserves kennen we stille reserves. Deze maken ook deel uit van het weerstandsvermogen maar zijn niet altijd duidelijk kwantificeerbaar. Te denken valt bijvoorbeeld aan de marktwaarde van het effectenbezit en deelnemingen. De stille reserves bedragen thans ca. € 3,5 miljoen, met name de verkoop van panden/gronden en de toe- of afname van WOZ-waarde beïnvloedt de omvang van de stille reserves. Verkoop van een pand/grond leidt tot een lagere stille reserve echter de opbrengst wordt toegevoegd aan de AR en daarmee wijzigt de reserve positie feitelijk niet. In 2019 wordt de Nota weerstandsvermogen en risicomanagement geactualiseerd en daarbij zal bezien worden of stille reserves onderdeel moeten blijven van het weerstandsvermogen.
Bovenstaande berekening van de weerstandscapaciteit is uiteraard een momentopname. De genoemde bedragen kunnen van jaar tot jaar fluctueren. Voor de afdekking van risico’s heeft de gemeenteraad normen vastgelegd voor de noodzakelijke omvang van de algemene reserve.
De bekende risico’s die betrekking hebben op de bouwgrondexploitatie zijn ook meegenomen bij de weerstandscapaciteit. De Algemene reserve grondexploitatie van € 5 miljoen maakt onderdeel uit van de weerstandscapaciteit. Tevens vindt jaarlijks door middel van de nota grondexploitatie herijking plaats van de bouwgrondexploitatie en worden verliezen genomen en voorzieningen getroffen indien redelijkerwijs mag worden aangenomen dat t.z.t. een verlies manifest zal worden.
Risico’s
In het BBV wordt een toelichting gegeven op de risico’s die relevant zijn voor het weerstandsvermogen.
De risico’s relevant voor het weerstandsvermogen zijn die risico’s die niet anderszins zijn ondervangen. Reguliere risico’s – risico’s die zich regelmatig voordoen en die veelal vrij goed meetbaar zijn – maken geen deel uit van de risico’s in de paragraaf weerstandsvermogen. Hiervoor kunnen immers verzekeringen worden afgesloten of voorzieningen worden gevormd. Voorbeelden van risico’s die wel tot de paragraaf weerstandsvermogen horen zijn ondernemersrisico’s (of bedrijfsrisico’s) en hangen vooral samen met grondexploitatie, gebiedsuitbreiding, publiek – private samenwerking (PPS), sociale structuur (bij neergaande conjunctuur) en open einderegelingen.
Risicomatrix begroting 2019
Bij zowel begroting als bij de jaarrekening wordt een risicomatrix opgesteld. De risicomatrix is een instrument dat systematisch inzicht geeft in de categorisering van aanwezige risico’s.
Teneinde het risicomanagement te borgen wordt sinds 2013 bij het opstellen van het interne controleplan per te controleren proces een risicoanalyse gemaakt en deze analyse wordt gehanteerd bij de uitvoering van de interne controle.
Zoveel als mogelijk zijn de risico’s in beeld gebracht en is inzichtelijk gemaakt in welke mate deze risico’s beheerst worden. Nadere acties blijven nodig om tot verdere risicobeheersing te komen. Aan de hand van de Begroting en –rekening zijn per Beleidsveld de meest essentiële risicoterreinen aangegeven en geplaatst in de risicomatrix. Onderstaand is een opsomming opgenomen van de geïdentificeerde risico’s welke van belang zijn voor het weerstandsvermogen.
Toename risico’s
Er is één risico toegevoegd. Het betreft Materiële vaste activa Haven Acht Oost. Indien voor dit gebied geen wijziging van de bestemming plaats kan vinden, en er derhalve niets verkocht kan worden , dan zal op grond van het BBV (wettelijke begrotingsvoorschriften) afgeboekt moeten worden. Er is een risico opgenomen van € 7,5 miljoen.
Afname risico’s
Voor de begroting 2019 zijn er geen risico's vervallen.
Beoordeling beschikbare weerstandsvermogen
Met onderstaande ratio kan een norm gesteld worden voor een aanvaardbare relatie tussen de beschikbare weerstandscapaciteit en de risico’s.
Beschikbare weerstandscapaciteit
Ratio = ---- -------------------------------------
Benodigde weerstandscapaciteit
Een ratio voor het weerstandsvermogen van 1.0 tot 1.4 wordt voldoende geacht. Een ratio van 0.8 tot 1.0 wordt als matig bestempeld, terwijl een ratio boven 1.4 aangemerkt wordt als ruim voldoende.
Het benodigde weerstandsvermogen kan als volgt berekend worden:
Risicoklasse
|
Kans op schade
|
Aantal Geïnventariseerde schades
|
Maximale omvang max. totale schade
|
Percentage meegenomen
|
waarschijnlijk
|
1 X per 5 jaar
|
Schades 9
|
€ 12,8 miljoen
|
80% € 10,2 miljoen
|
mogelijk
|
1 X per 10 jaar
|
Schades 20
|
€ 10,0 miljoen
|
60% € 6,0 miljoen
|
onwaarschijnlijk
|
1 X per 15 jaar
|
Schades 15
|
€ 6,0 miljoen
|
40% € 2,4 miljoen
|
onbekend
|
1 X per 10 jaar
|
Schades 13
|
€ 5,3 miljoen
|
20 % € 1,1 miljoen
|
|
|
|
€ 34,1 miljoen
|
€ 19,7 miljoen
|
€ 26.371.000
Ratio --------------- = 1,34
€ 19.700.000
Voor de gemeente Waalwijk bedraagt de ratio voor het weerstandsvermogen derhalve 1,34 en is daarmee te kwalificeren als voldoende.
Met betrekking tot de ratio van 1,34 moet wel de kanttekening worden geplaatst dat rekening is gehouden met 100% verhoging van de OZB (€ 11.700.000,=), wordt die buiten beschouwing gelaten dan zakt de ratio naar 0,74 en is dan dus matig/onvoldoende. Ook hier moet worden aangetekend dat niet alle risico's op hetzelfde moment manifest zullen worden.