Begrotingen 2019-2022 op hoofdlijnen

De begrotingen 2019-2022 op hoofdlijnen

Terug naar navigatie - De begrotingen 2019-2022 op hoofdlijnen

Begrotingsbeeld na verwerking van coalitieprogramma/kadernota, meicirculaire en voorjaarsbericht

  2019 2020 2021 2022
Begrotingsruimte voor coalitieprogramma 265.000 1.862.000 2.246.000 2.933.000
Voortzetting van t/m 2018 gedekt beleid -70.000 -70.000 -70.000 -70.000
Nieuw beleid -865.000 -1.054.000 -1.195.000 -1.237.000
Meicirculaire 1.025.000 199.000 -251.000 -1.277.000
Voorjaarsbericht (lagere bijdrage Baanbrekers) 1.097.000 1.010.000 1.052.000 904.000
Correctie op geoormerkte bedragen meicirculaire 30.000 110.000 60.000 320.000
Begrotingsruimte  1.482.000 2.057.000 1.842.000 1.573.000

 

De begroting 2019 eindigt met de volgende totalen:

  2019 2020 2021 2022
Begrotingspositie 1.492.335 2.061.361 1.826.134 1.545.564

De begrotingsuitkomst stemt daarmee nagenoeg overeen met de verwachting.

Nieuw beleid wordt ten laste van de exploitatie (de begroting) gebracht of ten laste van een daartoe ingestelde beleidsreserve 2019-2022.

 

Nieuw beleid en de beleidsreserve 2019-2020

Van het verloop van de reserve in de begroting kunnen we het volgende beeld geven:

  2019 2020 TOTAAL
Beleidsveld 0
vorming beleidsreserve     6.500.000
reserve 4 programma's -1.000.000   -1.000.000
zaterdagopenstelling -50.000   -50.000
nieuwe manier van werken Griffie -80.000 -80.000 -160.000
Beleidsveld 1
ontwikkelbudget programma veiligheid -75.000 -75.000 -150.000
budget handhaving -50.000 -50.000 -100.000
Beleidsveld 2
mobiliteit -200.000   -200.000
Beleidsveld 3
programmamanagement binnenstad en economie -200.000 -200.000 -400.000
ontwikkelbudget binnenstad en economie -150.000 -150.000 -300.000
smart city -300.000   -300.000
Beleidsveld 5
bijdrage aanleg twee sportvelden -150.000 -150.000 -300.000
integrale GO aanpak -150.000 -150.000 -300.000
Beleidsveld 7
programmamanagement duurzaamheid -100.000 -100.000 -200.000
ontwikkelbudget duurzaamheid -75.000 -75.000 -150.000
Beleidsveld 8
implementatie omgevingswet -600.000   -600.000
TOTAAL -3.180.000 -1.030.000 2.290.000

Per eind 2020 resteert een reserve van € 2.290.000. Hieraan is nog geen nadere bestemming gegeven.

 

Toetsingskader van de Provincie Noord-Brabant voor de begroting 2019

In 2014 is het nieuwe gemeenschappelijk toezichtkader (GTK) “Kwestie van evenwicht” vastgesteld. Het vorige GTK dateerde van 2008. Sinds die tijd, maar ook daarna, zijn de Gemeentewet en het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (diverse malen) aangepast. In het nieuwe GTK zijn de belangrijkste  wijzigingen:

  • Het begrip structureel en reëel begrotingsevenwicht is in de Gemeentewet opgenomen;
  • Voorwaarden voor inzet van de Algemene Reserve;
  • Een negatieve Algemene Reserve is onder een aantal voorwaarden toegestaan, mits het tekort in maximaal 10 jaar kan worden weggewerkt.

Evenals in voorgaande jaren hebben GS van Noord-Brabant de raden geïnformeerd – bij brief van 11 april 2018  - op welke wijze en met welke uitgangspunten de begrotingen en meerjarenramingen zullen worden getoetst. Deze uitgangspunten wijken niet wezenlijk af van die van voorgaande jaren. Aandacht wordt door GS  met name gevraagd voor:

  • Bepalen van het structureel en reëel evenwicht
  • Het vaststellingsbesluit van de begroting
  • Ramen van nieuw beleid / investeringen
  • Bezuinigingsmaatregelen en taakstellingen
  • Algemene uitkering gemeentefonds en ramen van loon- en prijscompensatie
  • Weerstandsvermogen en risicobeheersing
  • Onderhoud kapitaalgoederen
  • Gemeenschappelijke regelingen
  • Egaliseren van lasten groot onderhoud
  • Decentralisaties sociaal domein
  • Ontwikkelingen BBV
  • Precariobeleasting
  • Omgevingswet
  • Overgangsbepalingen NIEGG’s
  • Verbonden partijen

Van de begrotingscirculaire van de provincie hebben wij kennis genomen. Wij zijn van mening dat de begroting van de gemeente Waalwijk conform de wettelijke eisen en de door de provincie gedane aanbevelingen is samengesteld.

 

Tarieven

Alle daarvoor in aanmerking komende tarieven, met uitzondering van de parkeerbelasting, zijn op basis van de door de raad vastgestelde nota van uitgangspunten voor de samenstelling van de begroting 2019 aangepast met het inflatiepercentage van 1,0%. Tarieven voor het parkeren zijn niet verhoogd.