Begin 2020 bleek dat, onder andere door ontwikkelingen in wetgeving, de tekorten in het sociaal domein naar 2021 toe verder opliepen. De tekorten kwamen zowel vanuit de jeugd (regionaal) als vanuit prijs en volume ontwikkelingen in de Wmo (lokaal). We zijn met deze tekorten aan de slag gegaan met als uitgangspunt dat de tekorten in het sociaal domein ook opgelost worden binnen het sociaal domein. Bij Voorjaarsbericht 2023 en Kadernota 2024 is een aantal ombuigingen gerealiseerd en enkele zijn niet te realiseren gebleken. De effecten daarvan zijn in de (gewijzigde) begroting 2023 en verder verwerkt.
Daarnaast zijn door het Rijk kortingen opgelegd via de circulaires gemeentefonds (punten 3, 4 en 5 in onderstaande tabel).
In de tabel staan allereerst de resterende ombuigingen op de momenten van begroting 2023, voorjaarsbericht 2023 (VJB) en najaarsbericht 2023 (NJB). Toelichtingen daarop zijn in de betreffende P&C-rapportages opgenomen. Daarna volgt welk deel bij de jaarrekening 2023 is gerealiseerd en tot slot het verschil.
Bedragen x € 1.000
|
Begroting 2023
|
Begroting 2023 VJB
|
begroting 2023 NJB
|
realisatie 2023
|
verschil
|
1. Beheersmaatregelen jeugdzorg
|
1.045
|
205
|
0
|
0 |
0 |
2. Beheersmaatregelen Wmo
|
525
|
25
|
25
|
0 |
N 25 |
3. Budgetplafond hulp bij huishouden
|
250
|
0
|
0
|
0 |
0 |
4. Korting rijk Meicirculaire 2022: valpreventie ouderen
|
27
|
27
|
27
|
0 |
N 27 |
5. Korting rijk Septembercirculaire 2022: SVB PGB trekkingsrechten
|
0
|
82
|
82
|
41
|
N 41
|
Totaal
|
1.847
|
339
|
134
|
41
|
N 93
|
Bovenstaande posten 1 tot en met 5 worden hierna verder toegelicht.
1. Beheersmaatregelen jeugdzorg
Zowel eind 2019 als in 2020 zijn beheersmaatregelen voor de kosten jeugdzorg als taakstelling opgenomen in de meerjaren begroting. Een aantal daarvan is gerealiseerd en enkele zijn niet gerealiseerd.
In het voorjaarsbericht 2023 is in voorstel VJB23/6.05 toegelicht dat een deel van de ombuigingen jeugdzorg (structureel) kan worden verlaagd. Hiervoor zijn twee redenen aan te voeren:
- De werkelijke uitgaven aan PGB zijn structureel € 500.000 lager dan begroot. Het geraamde budget is met ditzelfde bedrag naar beneden bijgesteld.
- De inkoopsystematiek van de regio Hart van Brabant is gewijzigd en dit leidt tot lagere kosten. Rekening houdend met het vastgestelde financiële kader is sprake van een verschil met onze meerjarenbegroting. Voor 2023 gaat het om een bedrag van € 340.000.
In totaal is de taakstelling ombuigingen jeugdzorg in het voorjaarsbericht 2023 verlaagd met € 840.000 (van € 1.045.000 naar € 205.000).
Bij het najaarsbericht 2023 is op basis van de toen bekende prognose van Hart van Brabant de (nog resterende) ombuiging jeugdzorg volledig gerealiseerd (zie voorstel NJB23/6.03). Voor de jaarrekening resteert er dan geen te realiseren ombuiging jeugdzorg meer.
2. Beheersmaatregelen Wet maatschappelijke ontwikkeling (Wmo)
In 2020 zijn beheersmaatregelen Wmo in de begroting als taakstelling opgenomen.
In het voorjaarsbericht 2023 is in voorstel VJB23/6.06 opgenomen om het geraamde bedrag voor PGB-uitgaven in 2023 (en verder, structureel) met € 500.000 te verlagen. Daarmee is de resterende ombuiging in de begroting met € 500.000 verlaagd van € 525.000 tot € 25.000.
In de jaarrekening 2023 is de restant ombuiging van € 25.000 niet gerealiseerd. De totale lasten voor uitgaven Wmo (product 634 Maatwerk dienstverlening 18+) zijn hoger dan waarmee in de begroting rekening is gehouden. De afwijking wordt met name veroorzaakt door hogere uitgaven (€ 150.000) voor Hulp bij Huishouden. Sinds het loslaten van de inkomensafhankelijke eigen bijdrage (abonnementsregeling) zien we hier een stijgende zorgvraag.
3. Budgetplafond hulp bij huishouden
De reden voor het opnemen van de ombuiging was oorspronkelijk: "De kosten voor hulp bij het huishouden (HbH) nemen de afgelopen jaren fors toe tot inmiddels ongeveer € 3,7 miljoen per jaar. Belangrijkste oorzaak is het afschaffen van de inkomenstoets en het uniforme (lage) uurtarief dat moet worden gehanteerd. Deze ontwikkeling vinden wij, evenals vele gemeenten met ons, niet wenselijk. Om de kosten enigszins in de hand te houden waren wij voornemens om een budgetplafond op de HBH1 in te voeren van 10% in met ingang van 2023".
Bij het Voorjaarsbericht 2023 is daarover geconcludeerd: Op basis van jurisprudentie is inmiddels duidelijk dat het instellen van een dergelijk plafond niet is toegestaan. Daarnaast blijkt op basis van de huidige zorgvraag en de stijging van het tarief als gevolg van de aanbesteding in 2022 de in de meerjarenbegroting geraamde ombuiging niet haalbaar. In dit Voorjaarsbericht 2023 wordt bij voorstel VJB23/6.04 de meerjarenbegroting hierop structureel aangepast. Voor 2023 betrof dit een (oorspronkelijke) ombuiging van € 250.000.
4. Korting Rijk bij meicirculaire 2022 algemene uitkering: valpreventie ouderen
Het kabinet heeft in het coalitieakkoord 2022 valpreventie als kostenbesparende preventiemaatregel opgenomen. Valpreventie draagt bij aan gezond ouder worden en leidt tot netto besparingen in de domeinen Zvw en Wlz. De maatregelen die nodig zijn voor implementatie worden komende periode met alle relevante stakeholders, zo ook de gemeenten, uitgewerkt. Voor de begroting 2023 leidt tot een taakstellende besparing vanuit het gemeentefonds: voor Waalwijk van € 27.000 in 2023, € 41.000 in 2024, daarna € 44.000 per jaar.
Vanuit het budget op product 634 Maatwerk dienstverlening 18+ (WMO) zal gemonitord worden of en zo ja, in hoeverre deze taakstelling vanuit het Rijk haalbaar is.
In de jaarrekening 2023 is de restant ombuiging van € 27.000 niet gerealiseerd. De totale lasten voor uitgaven WMO (product 634 Maatwerk dienstverlening 18+) zijn hoger dan waarmee in de begroting rekening is gehouden. De afwijking wordt met name veroorzaakt door hogere uitgaven (€ 150.000) voor Hulp bij Huishouden. Sinds het loslaten van de inkomensafhankelijke eigen bijdrage (abonnementsregeling) zien we hier een stijgende zorgvraag.
5. Korting Rijk bij septembercirculaire 2022 algemene uitkering: SVB PGB trekkingsrechten
Bij de Septembercirculaire 2022 van de algemene uitkering heeft het Rijk aan gemeenten een korting opgelegd voor SVB PGB (Persoonsgebonden Budget) trekkingsrechten. Voor Waalwijk gaat het om een bedrag van € 82.000 in 2023, € 86.000 in 2024, € 89.000 in 2025 en € 83.000 in 2026 en verder. Vanuit het budget op product 634 Maatwerk dienstverlening 18+ (WMO) zal gemonitord worden of en zo ja, in hoeverre deze taakstellingen vanuit het rijk haalbaar is.
Deze structurele uitname uit het gemeentefonds (met ingang van 2023) is een gevolg van een overeenkomst tussen de VNG en het ministerie van VWS ter compensatie van de uitvoeringskosten van de Sociale Verzekeringsbank (SVB) van de Jeugdwet en de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo).
Gezien de onzekerheid over de kostenontwikkeling evalueren de VNG en het ministerie van VWS deze afspraak na vier jaar (dus in 2026), op basis van de werkelijke uitvoeringskosten van de SVB voor de Jeugdwet en de Wmo. Op basis van de evaluatie kan besloten worden om de structurele uitname uit het gemeentefonds naar boven of naar beneden bij te stellen.
Het bedrag van € 82.000 is voor 50% (€ 41.000) in mindering gebracht op het PGB budget voor WMO en voor 50% op het PGB budget voor jeugd. De werkelijke PGB uitgaven voor jeugd komen nagenoeg overeen met de raming, hiermee is de korting van € 41.000 gerealiseerd. De werkelijke PGB uitgaven voor WMO zijn hoger dan geraamd, hiermee is de korting niet gerealiseerd.