Begroting 2025-2028 op hoofdlijnen

De begroting 2025-2028 op hoofdlijnen

Terug naar navigatie - De begroting 2025-2028 op hoofdlijnen

Begrotingsbeeld na kaderstellend debat en Meicirculaire 2024, met technische aanpassingen begroting 2025

In deze Programmabegroting 2025 zijn de effecten van de raadsbesluiten tot en met 1 augustus 2024, de vertaling van de Kadernota 2025 en de effecten van de Meicirculaire 2024 verwerkt. Verder is de begroting in technische zin samengesteld, mede gebaseerd op de door uw raad op 27 juni 2024 vastgestelde Nota van Uitgangspunten voor de samenstelling van de begroting 2025. 

In onderstaande tabel wordt het effect van de incidentele baten en lasten voorafgaand aan de begroting 2025 gecorrigeerd  omdat de incidentele baten en lasten bij de begroting 2025 opnieuw worden bepaald (zie laatste regels in de tabel).

Bedragen (afgerond) x€1.000 2025 2026 2027 2028
V = voordeel / N = nadeel V/N V/N V/N V/N
Startpositie voorafgaand aan Kadernota 2025 V 4.949 N 5.823 N 4.813 N 4.844
Totaal onontkoombaarheden Kadernota 2025 N 2.849 V 1.088 V 1.151 V 1.357
Totaal nieuwe voorstellen Kadernota 2025 N 1.915 V 120 V 353 N 680
Kadernota 2025 (incl. incidentele lasten en baten) V 185 N 4.615 N 3.309 N 4.167
Effecten Meicirculaire 2025 uit raadsinformatiebrief 064-24 N 49 V 131 V 131 V 92
Na Meicirculaire 2025 (=A) V 136 N 4.484 N 3.178 N 4.075
Afwijkingen Kadernota 2025 / Meicirculaire 2024
Aanpassing voorstellen Kadernota 2025 V 39 V 274 V 275 V 268
Aanpassing nominaal indexeringen Meicirculaire 2024 V 187 V 50 N 16 N 13
Extra bijdrage GR OMWB (raadsvoorstel 27 juni 2024) N 161 N 161 N 161 N 161
Raadsvoorstel Cruyff Court (27 juni 2024) N 2 N 2 N 2 N 2
Totaal afwijkingen Kadernota 2025 / Meicirculaire 2024 (= B) V 63 V 161 V 96 V 92
Wijzigingen kapitaallasten / rente
Onderwijshuisvesting N 663 N 284 N 827 N 569
Kapitaallasten IUP V 202 V 397 V 325 V 286
Kapitaallasten overig V 29 V 860 N 338 N 75
Totaal wijzigingen kapitaallasten / rente (= C) N 432 V 973 N 840 N 358
Overige mutaties
Kosten verdeling / salarislasten N 82 N 131 N 13 V 37
Overige verschillen V 43 V 42 V 64 V 73
Totaal overige mutaties (= D) N 39 N 89 V 51 V 110
Totaal wijzigingen begroting 2025 na meicirculaire (= E: B + C + D) N 408 V 1.045 N 693 N 156
Programmabegroting 2025: Financieel beeld 2025-2028 (=A+E) N 272 N 3.439 N 3.871 N 4.231
Vervallen incidentele lasten en baten uit begroting 2024:
Vervallen incidentele lasten en baten onderwijshuisvesting V 785 V 726 V 697 V 697
Vervallen overige incidentele lasten en baten begroting 2024 N 112 V 80 V 63 V 63
Totaal te elimineren oude reeks incidentele lasten en baten V 673 V 806 V 760 V 760
begrotingssaldo 2025-2028 voor incidentele lasten en baten V 401 N 2.633 N 3.111 N 3.471
Nieuwe reeks incidentele lasten en baten 2025 V 4.111 V 159 V 155 N 45
Structureel begrotingssaldo 2025-2028 V 4.512 N 2.474 N 2.956 N 3.516

Toelichting op (technische) wijzigingen in de begroting 2025
Onderdeel A van bovenstaand financieel beeld is de stand uit de  raadsinformatiebrief 064-24  (d.d. 25 juni 2024) zoals die bij de Meicirculaire 2024 aan de raad is gepresenteerd.
Daarna is de Programmabegroting 2025 (technisch) samengesteld en dat leidt tot afwijkingen van dit financieel beeld
, die ook per jaar anders kunnen zijn.
De financiële afwijkingen hebben betrekking op:


1. aanpassingen op eerdere cijfers Kadernota 2025, Meicirculaire 2024 en wijzigingen n.a.v. raadsbesluiten:
De verwerking van de voorstellen uit de Kadernota 2025, Meicirculaire 2024 en latere raadsbesluiten leiden tot verschillen (in tabel onder B):
a. Op grond van het raadsbesluit over Skaeve Huse (raad 30 mei 2024) zijn de financiële effecten van voorstel NV1.02 hiervan niet verwerkt in de begroting (was € 6.000 in 2025 en € 43.000 in de jaren erna). 
b. Op grond van motie 6 uit het kaderstellend debat van 4 juli jl. is de extra subsidie Schoenenkwartier van €  203.000 niet in de meerjaren begroting opgenomen. 
c. Verder is het voorstel NV2.08 Wet Gemeentelijke Schuldhulpverlening iets naar beneden bijgesteld, omdat later is gebleken dat hiervoor ook extra middelen vanuit de Meicirculaire 2024 beschikbaar zijn gekomen (verlaging met € 26.000 in 2026 en € 21.000 in de jaren erna). 
d. Voor Duurzaamheid zijn abusievelijk niet de juiste voorstellen in de Kadernota 2025 opgenomen. De voorstellen NV1.22 en NV1.23 zijn gewijzigd en daarnaast zijn twee voorstellen ten laste van de reserve Duurzaamheid toegevoegd (per saldo budgettair neutraal). Dit is nader toegelicht in het raadsvoorstel en onder "Wat mag het kosten?" bij beleidsveld 7 Volksgezondheid en milieu.
e. Bij de Meicirculaire 2024 is een stelpost voor indexering opgenomen. Werkelijke toepassing daarvan op detailniveau leidt tot afwijkingen (is ieder jaar het geval).
f. Op 27 juni 2024 heeft de raad een besluit genomen over de begroting 2025 van de Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant (OMWB). Daarbij is een structureel nadeel gemeld van € 161.000 dat nu in de begroting is verwerkt.
g. Op 27 juni 2024 heeft de raad een aangepast besluit over het Cruyff Court genomen (structureel € 2.000 extra nadeel).

2. Wijzigingen in kapitaallasten / rente
Bij het samenstellen van de begroting worden de ramingen van kapitaallasten / rente geactualiseerd, mede op basis van een inschatting van het moment van daadwerkelijk investeren. 
De wijzigingen onder C uit bovenstaande tabel betreffen: 
a. Kapitaallasten onderwijshuisvesting en effecten op stortingen en onttrekkingen aan de reserve onderwijshuisvesting: De lasten en baten van onderwijshuisvesting zijn naar de aard reguliere structurele exploitatieposten. Deze dienen als zodanig in de begroting te worden opgenomen, zonder het steeds (bij-)storten en onttrekken van middelen uit de reserve onderwijshuisvesting (daarover is ook overleg met de Provincie geweest). Op basis van een actuele prognose is de raming van de kapitaallasten bijgesteld en zijn de structurele storting van € 492.000 per jaar en de onttrekkingen met ingang van 2025 komen te vervallen . Hiertegenover staat nog een voordeel van ongeveer € 750.000 per jaar door correctie  van de incidentele lasten en baten. Deze wijzigingen zijn nader toegelicht in raadsinformatiebrief 088-24 
.
b. Kapitaallasten IUP: van de lopende IUP-projecten (oorspronkelijk uit 2024 en eerder) is een actuele inschatting gemaakt wanneer deze projecten tot uitvoering komen. Latere uitvoering leidt tot voordelen in de kapitaallasten.
c. Kapitaallasten overig: In de actualisering van de kapitaallasten komen verschillende effecten samen. Er zijn kapitaallasten doorgeschoven als gevolg van het doorschuiven van geplande investeringen, daarnaast zijn de vervangingsinvesteringen bijgesteld en zijn de renteramingen geactualiseerd. Het grote voordeel in 2026 wordt hoofdzakelijk veroorzaakt door actualisering van de rente. De nadelen van 2027 en 2028 door een bijstelling van vervangingsinvesteringen (in 2028 wordt dit nadeel gedrukt door een hogere rentecorrectie).

3. Overige mutaties
De overige mutaties (zie onder D in de tabel) bestaan uit:
a. Verschillen als gevolg van wijzigingen in salarissen en kostenverdeling. Bij het samenstellen van de begroting ontstaan op dit onderdeel altijd afwijkingen, onder meer omdat er meer of minder uren worden toegerekend aan investeringen en grondexploitaties.
b. Overige verschillen betreft meerdere kleinere posten ,waarvan een structureel voordeel in beleidsveld 5 op subsidie-opbrengsten monumenten van structureel €35.000 per jaar de grootste is.

Financieel beeld 2025 - 2028 (voorafgaand aan incidentele lasten en baten)
Belangrijkste factor in de omslag in het financieel beeld is de algemene uitkering van het rijk na 2025 resulterend in het "ravijnjaar" 2026. Deze uitkering daalt van € 112,5 miljoen in 2025 naar € 105,5  miljoen in 2026. De gemeente Waalwijk volgt de oproep van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) om in de begroting 2025 het (lokale) tekort vanaf 2026 zichtbaar te maken.

Robuust Financieel Perspectief
Vanaf begrotingsjaar 2026 (ravijnjaar) heeft de gemeente te maken met een structureel negatief begrotingssaldo. Het college heeft daarom middels een raadsinformatiebrief (RIB 131-23 Robuust Financieel Perspectief (bijlage))  en vervolgens in de Kadernota 2025 (Kadernota – Vervolg richting 2026) een beeld gegeven van de voorbereidingen op de besluitvorming om de begroting weer sluitend te maken. Onderdeel van deze voorbereidingen is een inventarisatie per domein van mogelijke ombuigingen. In sommige gevallen zijn deze voorstellen al tamelijk concreet in andere gevallen zijn het vooral denkrichtingen / onderzoeksrichtingen. Op 10 oktober 2024 bespreekt de raad het voorstel van het college om een aantal van de ambtelijke voorstellen tot ombuiging niet verder te onderzoeken omdat het college deze ombuigingen als onwenselijk beschouwt. Het voorstel heeft geen directe budgettaire gevolgen, maar betreft een eerste inventarisatie van ombuigingsvoorstellen. Pas bij de vaststelling van de Kadernota 2026 vindt er besluitvorming plaats over de in de Programmabegroting 2026 te verwerken ombuigingen. 

Incidentele lasten en baten en structureel begrotingssaldo 2025 - 2028
Het begrotingssaldo wordt op grond van BBV (Besluit Begroting en Verantwoording)  en de handreiking van Provincie uit 2021 nog gecorrigeerd voor incidentele baten en lasten. Deze aanpassing bevat 3 onderdelen:
- Het elimineren van de correctie uit de begroting 2024 voor de onttrekking uit de reserve onderwijshuisvesting (correctie is niet meer nodig (zie ook raadsinformatiebrief 088-24 ).
- Het elimineren van de overige incidentele lasten en baten uit de primaire begroting 2024, voordat de nieuwe reeks voor de begroting 2025 wordt bepaald.
- Het toevoegen van de nieuwe reeks voor incidentele lasten en baten voor de begroting 2025. Van deze nieuwe reeks is een tabel met toelichting opgenomen onder de overzichten van lasten en baten.
Na aanpassing  voor incidentele lasten en baten wordt het structureel begrotingssaldo gepresenteerd.

In de volgende paragraaf wordt het toetsingskader van de Provincie voor de begroting 2025 nader toegelicht. 

Tarieven
In de paragraaf lokale heffingen is in deze begroting een uitgebreide toelichting op belastingen en heffingen opgenomen. Alle daarvoor in aanmerking komende tarieven zijn, op basis van de door de raad vastgestelde Nota van Uitgangspunten voor de samenstelling van de begroting 2025, aangepast . De tarieven voor afvalstoffenheffing en rioolheffing zijn kostendekkend, zo nodig met inzet van middelen uit de bijbehorende voorzieningen. De tariefvoorstellen 2025 komen (met uitzondering van OZB en leges ) gelijktijdig doch separaat van de begroting 2025 op 7 november 2024 in de raad aan de orde. De voorstellen voor OZB en leges volgen daarna in de decembervergadering van de raad.

Toetsingskader van de Provincie Noord-Brabant voor de begroting 2025

Terug naar navigatie - Toetsingskader van de Provincie Noord-Brabant voor de begroting 2025

In 2019 is het Gemeenschappelijk financieel toezichtkader 2020 gemeenten  (GTK 2020) vastgesteld. Het GTK 2020 is een gezamenlijk product van de 12 provincies. Om de uniforme uitoefening van het financieel toezicht te bevorderen is het GTK door alle provincies vastgesteld en geldt deze voor alle gemeenten in Nederland. Het vorige toezichtkader dateerde van 2014 en was aan vernieuwing toe. Redenen hiervoor zijn forse wijzigingen in het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) en diverse nieuwe door de commissie BBV uitgebrachte notities. Daarnaast  is er eind 2018 een 'Agenda toekomst van het (interbestuurlijk toezicht' (de Agenda) aan de Tweede Kamer aangeboden. In de Agenda zijn door het Rijk, Interprovinciaal Overleg (IPO) en Vereniging van Nederlandse gemeenten (VNG) gezamenlijk afspraken gemaakt over de veranderingen in de wijze van toezicht houden. Het GTK uit 2020 is nog steeds van kracht.

De opgave is het goed functioneren van het openbaar bestuur in een veranderende samenleving. In de Agenda worden de volgende 5 actielijnen genoemd:
- Versterken verbinden horizontale controle en verticaal toezicht.
- Beter voeren dialoog.
- Beter leren van toezicht.
- Uniformeren uitvoering toezicht.
- Toezichthouder richt zich op gedeelde risico's.

In vervolg op dit Toezichtkader is door de Provincie op 5 april 2024 de begrotingscirculaire 2024  uitgebracht. Deze circulaire, die ook aan de raad is gezonden,  bevat actuele onderwerpen die van belang zijn voor de samenstelling van de begroting 2025 van gemeenten: 
- Nieuwe financieringssystematiek tussen het Rijk en gemeenten, met koppeling aan de ontwikkelingen van het bruto binnenlands product (BBP).
- Het verschil tussen de oude en nieuwe systematiek is uitgelegd op de site van de VNG.
- Ingroeipad herverdeling gemeentefonds.
- Klimaat en energiebeleid.
- Opnemen van de jeugdgelden in de begroting.
- Notitie incidenteel en structureel van het Bestuurlijk Overleg Financiële verhoudingen (BOFv) van 21 november 2023.
- Eigen bijdrage  Wmo-voorzieningen met ingang van 2026.
- Inflatie / prijsstijgingen / Centraal Economisch Plan (CEP) 2024.
- Ontwikkelingen en nieuwe notities Besluit Begroting en Verantwoording (BBV).
- Tekorten meerjaren ramingen en scenario's.
- Onderuitputting in de jaarrekening als eenmalig voordeel.
- Themaonderzoek onderhoud kapitaalgoederen bij begroting 2025.
- Implementatieperiode van 2 jaar voor per 1 juli 2022 van kracht geworden (nieuwe) wet gemeenschappelijke regelingen.

De Provincie onderkent dat door de daling van de algemene uitkering vanaf 2026 veel gemeenten een niet (structureel) sluitende meerjarenraming bij de begroting 2025 presenteren. De tekorten zijn te zien in de jaarschijven met ingang van 2026. De Provincie heeft als toezichthouder een onafhankelijke rol. De Provincie beoordeelt onze begroting op basis van het wettelijke criterium van structureel en reëel evenwicht. De  begroting 2025 moet dus structureel en reëel in evenwicht zijn als het laatste jaar van de meerjarenraming 2026-2028 dat niet is. 

Van de begrotingscirculaire van de Provincie hebben wij kennis genomen. Wij zijn van mening dat de begroting van de gemeente Waalwijk conform de wettelijke eisen en de door de Provincie gedane aanbevelingen is samengesteld. De Provincie zal na vaststelling van de begroting 2025 door de raad nog voor het einde van 2024 komen met haar oordeel over deze begroting.