Inleiding
De gemeentelijke heffingen zijn, naast de doeluitkeringen van het Rijk en de algemene uitkering uit het gemeentefonds, voor ons een belangrijke bron van inkomsten. We maken onderscheid tussen belastingen en rechten.
De rechten bestaan uit bestemmingsheffingen en retributies. Bij rechten is sprake van het leveren van een tegenprestatie door de gemeente. De geraamde opbrengsten mogen niet hoger zijn dan de geraamde kosten van de gemeente voor de uitoefening van de taak. Dat wil zeggen: niet meer dan honderd procent kostendekkend.
Bij belastingen is er geen directe relatie met een prestatie van de gemeente. De opbrengsten van deze belastingen gebruiken we als algemeen dekkingsmiddel.
We blijven de komende jaren onze gemeentelijke belastingen heffen. In 2020 is de toeristenbelasting vervallen en vervangen door de verblijfsbelasting.
Afhankelijk van de landelijke ontwikkelingen hebben we in de toekomst meer mogelijkheden om onze belastingheffing te hervormen. Momenteel wordt tussen rijk en gemeenten gesproken over een nieuwe of aangepaste financieringssystematiek. De wens vanuit de gemeenten is om per 2026 tot een nieuwe wijze van bekostigen te komen, waarbij verruiming van het lokale belastinggebied een te onderzoeken onderdeel is. Er dient dan wel een verschuiving plaats te vinden van rijksbelastingen naar het lokale belastinggebied. Op de korte termijn lijkt dit zeer onwaarschijnlijk en ligt een verruiming van het lokale belastingbeleid niet in de lijn der verwachting. Het kabinet heeft in haar hoofdlijnen akkoord ook geen verruiming van het belastinggebied opgenomen.
Via het heffen van belastingen en rechten zorgen we voor een bron van inkomsten. Jaarlijks stelt de gemeenteraad de belastingverordeningen vast. Hierin wordt geregeld hoe we de belastingen en rechten heffen en wordt de hoogte van de tarieven bepaald.
1. Beleid ten aanzien van lokale belastingen
Het belastingbeleid in Waalwijk baseren we op twee uitgangspunten: ten hoogste een kostendekkendheid voor de rechten en daarnaast, op grond van het coalitieakkoord, een inflatiecorrectie voor de belastingtarieven.
Onroerende Zaakbelastingen (OZB)
De waarde van het onroerend goed, die jaarlijks wordt vastgesteld (de zogenoemde herwaardering) vormt de grondslag voor de heffing van OZB. De WOZ-waarden (op grond van de Wet Waardering Onroerende Zaken) voor het belastingjaar 2025 worden gebaseerd op het prijspeil 1 januari 2024. Deze waarden zijn in oktober/november 2024 voor ons bekend, zodat we de tarieven hierop af kunnen stemmen.
Hondenbelasting
De hondenbelasting werd in 2024 geheven door 120 van de 342 gemeenten. In Waalwijk kennen we deze belasting op het houden van honden ook. De houder van de hond is de belastingplichtige. Het aantal honden bepaalt de opbrengst van de belasting. Deze hondenbelasting is enigszins regulerend, omdat we het hebben van meerdere honden zwaarder belasten dan het hebben van een enkele hond.
Verblijfsbelasting
We heffen een belasting voor het houden van verblijf met overnachting binnen de gemeente tegen een vergoeding door personen die niet in zijn geschreven in de gemeente Waalwijk. Diegene die onderdak biedt is belastingplichtig. Doorgaans is dat de eigenaar van het hotel, hostel, B&B e.d. Ook AirBnB adressen vallen onder deze belastingplicht.
In de beleidsnotitie arbeidsmigratie Waalwijk 2018 (december 2018) is besloten dat de gemeente Waalwijk actief regie gaat voeren op het proces van participatie en integratie van arbeidsmigranten. Een toegestane wettelijke grondslag om extra inkomsten te verwerven kan via het heffen van verblijfsbelasting. Vanaf belastingjaar 2020 is de Verordening toeristenbelasting vervangen door de Verordening verblijfsbelasting. Hierdoor kan nu de directe verblijfsbelasting geheven worden voor het houden van verblijf met overnachting binnen de gemeente tegen een vergoeding in welke vorm dan ook door personen die niet als inwoner van de gemeente in de basisregistratie personen zijn ingeschreven. De heffing geldt, naast de hotels, hostels, B&B's en AirBnB's, ook voor alle adressen waar kamergewijze verhuur plaats vindt aan arbeidsmigranten. Verblijfsbelasting is een belasting op aangifte. Het doel van de overnachting (toeristisch of beroeps- / bedrijfsmatig) bepaald het tarief.
Precariobelasting
De gemeente heft precariobelasting voor het hebben van voorwerpen op, boven en onder gemeentegrond. De opbrengst wordt grotendeels bepaald door het aantal reclamevoorwerpen op of boven gemeentegrond en door terrassen op gemeentegrond. Daarnaast heffen we de precariobelasting voor (commerciële) evenementen welke op gemeentegrond worden gehouden en heffen we belasting op het hebben van bouwmaterialen op gemeentegrond, zoals bijvoorbeeld bouwcontainers, steigers.
Parkeerbelasting
Met de parkeerbelasting wordt het parkeergedrag van bewoners of bezoekers van de gemeente gereguleerd. In de praktijk zijn er 2 vormen:
• een belasting voor het daadwerkelijke parkeren op daarvoor aangewezen plaatsen;
• en een belasting voor een vergunning om te parkeren op daarvoor aangewezen plaatsen.
De parkeerbelasting heffen we voor het parkeren op straat. Voor het parkeren op openbare terreinen (slagboomparkeren) kennen we privaatrechtelijke parkeertarieven.
Forensenbelasting
Forensenbelasting wordt geheven van personen die niet staan ingeschreven in de gemeente Waalwijk, maar wel meer dan negentig dagen per jaar een gemeubileerde woning tot hun beschikking hebben. De belasting wordt geheven om de voorzieningen waarvan deze forensen gebruik maken te financieren.
BIZ (Bedrijveninvesteringszone) als opvolger van de reclamebelasting
In september 2021 heeft de raad ingestemd met de invoering van de BedrijvenInvesteringsZone (BIZ). Eind 2021 hebben er twee draagvlakmetingen plaatsgevonden onder de ondernemers in het centrum voor de invoering van de BIZ. De stemmingen hebben plaatsgevonden onder toezicht van een notaris. De uitkomst van de laatste stemming was dat er onder de ondernemers op dat moment voldoende draagvlak was voor de invoering van de BIZ. Vanaf belastingjaar 2022 is de Verordening reclamebelasting vervangen door de Verordening Bedrijveninvesteringszone Centrumgebied Waalwijk 2022-2026 .
Deze heffing is vergelijkbaar met de eerdere reclamebelasting, maar kan van zowel eigenaren als gebruikers worden geheven. Daarnaast kennen we voor deze heffing andere tarieven. Het centrummanagement beheert de netto-baten die uit de belasting voortvloeien voor promotie en aankleding van het centrum. Het tarief wordt bepaald aan de hand van de WOZ-waarde van 2021.
2. Beleid ten aanzien van gemeentelijke rechten (bestemmingsheffingen en retributies)
Onder de naam rechten heft de gemeente tarieven voor diverse typen gemeentelijke dienstverlening. Bij rechten is sprake van een directe relatie tussen de heffing en de gemeentelijke taak. De geraamde opbrengsten mogen niet hoger zijn dan de geraamde kosten van de gemeente voor uitoefening van de taak. Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst of degene voor wie de dienst is verleend. De tarieven voor gemeentelijke rechten worden (voor zover de tarieven niet aan een wettelijk maximum zijn verbonden) jaarlijks aangepast met een inflatiecorrectie, zoals die in Nota van Uitgangspunten voor de begroting door de raad is vastgesteld (2025 = 3,5%).
Rioolheffing
De kosten die de gemeente maakt als uitvloeisel van de watertaken worden verhaald op burgers en bedrijven via een zogenaamde rioolheffing. In 2009 is de nieuwe rioolheffing ingevoerd op basis van de Wet verankering en bekostiging van gemeentelijke watertaken. De kosten die uit die watertaken voortvloeien (op het gebied van afvalwaterinzameling, afvalwatertransport en afvoer van overtollig regen- en grondwater maar ook klimaatverandering en toenemende verharding) zijn berekend in het Integraal Waterplan Waalwijk 2025-2027 (IWW) dat door de raad is vastgesteld in de openbare raadvergadering van 27 juni 2024. Op basis van het IWW (index +3%), indexering Nota van Uitgangspunten voor de begroting (+3,5%) en maximaal 100% kostendekking zijn de tarieven berekend.
Afvalstoffenheffing
Onder de naam afvalstoffenheffing wordt een heffing geheven van degene die in de gemeente feitelijk gebruik maakt van een perceel, waarvoor de gemeente op grond van de Wet milieubeheer, een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen heeft. In 2016 is een nieuw afvalbeleidsplan opgesteld. Op basis van dit beleidsplan zijn de kosten berekend en zijn de tarieven vastgesteld. De afgelopen jaren hebben we de inzamelfrequentie veranderd en is als gevolg van betere afvalscheiding de aangeboden hoeveelheid restafval afgenomen.
Op 17 september 2024 heeft de gemeenteraad het Grondstoffenbeleidsplan stap 2 vastgesteld. De financiële effecten hiervan zijn nog niet in de begroting 2025 verwerkt, omdat raadsbesluiten na 1 augustus 2024 niet worden meegenomen bij de samenstelling van de begroting 2025.
Reinigingsrecht
Naast de verplichte vuilinzameling voor woningen zamelen we ook afval van bedrijven en instellingen in. Bedrijven en instellingen gaan hiervoor een contract aan met de gemeente. Hiervoor wordt een reinigingsrecht betaald. Het is een landelijke trend dat landelijke winkelketens gezamenlijke landelijke aanbestedingen doen bij afvalverwerkers, waardoor bij de individuele gemeentes het aantal contracten daalt. Ook bij ons is het aantal contracten de afgelopen jaren afgenomen, waardoor de opbrengst elk jaar verder daalt.
Leges
Onder de naam leges heffen we rechten voor door ons verstrekte diensten. Hierbij maken we onderscheid tussen leges publiekszaken (reisdocumenten e.d.) en leges voor diensten gericht op de fysieke leefomgeving zoals omgevingsvergunning.
Leges kennen een vorm van kruissubsidiëring. Dit houdt het in dat we van alle legestarieven enkele diensten hoger prijzen om zo andere diensten tegen een lagere prijs te kunnen aanbieden.
Per 1 januari 2024 is de Omgevingswet ingevoerd. Gelijktijdig trede ook de Wet Kwaliteitsborging Bouw in werking. Deze twee wijzigingen hebben ingrijpende gevolgen gehad voor de werkwijze en legesheffing door gemeenten. Gevolg is onder meer dat een aantal taken gefaseerd verschuiven (naar de private partijen).
Het college geeft op dit moment uitvoering aan het op 4 juli 2024 aangenomen amendement met als titel “Leges” om in 2025 en 2026 toe te groeien naar 100% kostendekkendheid. Een extern bureau onderzoekt nu de kostendekkendheid van de legesverordening van 2024. De exacte kostendekkendheid van de hoofdstukken 1, 2 en 3 is nu nog niet bekend. Het volledige rapport wordt verwacht wanneer deze begroting aan de raad is aangeboden en zal op een later moment gedeeld worden.
Door de invoering van de Omgevingswet zijn de tarieven en daarmee de opbrengsten voor kleine bouwprojecten verhoogd. Er wordt nu eveneens onderzocht of deze tarieven anders opgebouwd kunnen worden, zodat initiatiefnemers van de grotere bouwactiviteiten proportioneel meer bijdragen aan de kosten. Dit moet gebeuren zonder dat de totale kostendekkendheid van de legesverordening boven de 100% uitkomt.
Bij de legesverordening van 2024 is uitgegaan van 100% kostendekking, met een incidentele extra opbrengst van €768.000 uit bouwleges. De werkelijke opbrengst lijkt echter achter te blijven. Voor 2025 is het daarom verstandig af te wachten wat het onderzoek oplevert, zonder opnieuw uit te gaan van incidentele inkomsten. Daarom zijn in deze begroting nu geen hogere inkomsten geraamd.
Grafrechten
Onder de naam grafrechten heffen we rechten voor het gebruik van de begraafplaats en voor het verlenen van diensten in verband met de begraafplaats. Diegene die de dienst aanvraagt betaalt de rechten. De rechten zijn niet kostendekkend. Er wordt tegenwoordig minder begraven dan vroeger. Dit leidt tot minder inkomsten. Een meer kostendekkend tarief zal naar verwachting leiden tot een verdere afname van het aantal begrafenissen.
Op 17 september 2024 heeft de gemeenteraad het voorstel Verharding paden begraafplaatsen en drie beheermaatregelen t.b.v. de begraafplaatsen vastgesteld. Hiermee is ingestemd met het uitwerken van drie beheermaatregelen met als doel om te komen tot hogere kostendekkendheid van het product 'begraven' en een geactualiseerde 'Verordening Grafrechten' in 2025.
Havengeld
Onder de naam havengeld worden rechten geheven voor het gebruik overeenkomstig de bestemming van voor de openbare dienst bestemde gemeentewateren of van andere voor de openbare dienst bestemde werken of inrichtingen, die in beheer of onderhoud zijn bij de gemeente. Havengeld rechten worden geheven van de schipper, de reder, de eigenaar van het vaartuig, degene die het schip heeft gecharterd of degene die als vertegenwoordiger van één van dezen optreedt. Het havengeld is niet kostendekkend om te voorkomen dat de gemeente zich uit de markt prijst.
Marktgelden
Onder de naam marktgelden worden rechten geheven voor het gebruik of genot van een standplaats op de daarvoor aangewezen marktterreinen of op andere voor de openbare dienst bestemde plaatsen voor het uitoefenen van de markthandel en daarmee verband houdende handelingen en/of het gebruik van verstrekte hulpmiddelen. Marktgeld wordt geheven van de vergunninghouder c.q. aan wie incidenteel toestemming is verleend om extra ruimte in te nemen. De tarieven zijn niet kostendekkend. De afgelopen jaren was het een trend dat het aantal standplaatshouders afnam. Naar aanleiding van een onderzoek naar het verplaatsen van de weekmarkt in Waalwijk is deze begin juli 2019 verplaatst naar het Raadhuisplein / Markt.
3. Belastingdruk
In vergelijkende overzichten van gemeenten in Nederland wordt vaak de lokale lastendruk van een gemiddelde woning als maatstaf genomen. Jaarlijks stelt het Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden (COELO) de ‘Atlas van de lokale lasten' op en geeft hiermee inzicht in de ontwikkeling van de lokale lastendruk. De gemeente Waalwijk staat voor 'de netto woonlasten voor een meerpersoonshuishouden' in 2024 op plaats 20 van de goedkoopste gemeenten in Nederland.
De onderstaande tabel toont de woonlasten over het voorgaande jaar voor een meerpersoonshuishouden, zoals berekend door het COELO. De totale woonlasten berekend door het COELO zijn exclusief hondenbelasting (bedragen in €).
Overzicht woonlasten 2024 |
Waalwijk |
Heusden | Oosterhout | Loon op Zand | Dongen |
Totale woonlasten meerpersoonshuishoudens | € 804 | € 903 | € 951 | € 1.019 | € 938 |
Plaats op ranglijst | 20 | 76 | 129 | 206 | 109 |
Tarief OZB eigenaar woning (in %) | 0,0913 | 0,09 | 0,0838 | 0,1078 | 0,1101 |
Afvalstoffenheffing meerpersoonshuishouden | € 237 | € 235 | € 340 | € 324 | € 328 |
In het onderstaande overzicht tonen we de ontwikkeling van de lokale lasten in Waalwijk. De woonlasten zijn berekend door het COELO en gelden voor een meerpersoonshuishouden. Met ingang van 2022 is het uitgangspunt voor de bepaling van de gemiddeld betaalde ozb gewijzigd ten opzichte van de eerdere jaren. Voor 2025 hebben we een prognose gemaakt door de woonlasten in 2024 te verhogen op basis van de indexering Nota van Uitgangspunten voor de begroting en maximaal 100% kostendekking van Rioolheffing en Afvalstoffenheffing. Op basis hiervan is de verhoging voor 2025 ten opzichte van 2024 voor OZB 3,5%, voor afvalstoffenheffing 3,5% en Rioolheffing 6,5%. De gemiddelde woonlasten stijgen daardoor met 4,2% ten opzichte van de lasten van 2024 en komen uit op € 838 voor een meerpersoonshuishouden.
Ontwikkeling woonlasten | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 |
OZB (Gemiddeld betaalde ozb woningen) | € 338 | € 365 | € 378 | € 391 |
Afvalstoffenheffing meerpersoonshuishouden | € 229 | € 232 | € 237 | € 245 |
Rioolheffing meerpersoonshuishouden | € 163 | € 175 | € 189 | € 201 |
Woonlasten meerpersoonshuishouden | € 730 | € 772 | € 804 | € 838 |
Positie ranglijst | 14 | 19 | 20 | onbekend |
4. Kwijtscheldingsbeleid
In het gemeentelijke kwijtscheldingsbeleid bepalen we belastingen waarvan kwijtschelding mogelijk is en de voorwaarden waaronder de kwijtscheldingsprocedure plaatsvindt. Hierbij zijn we gebonden aan landelijk voorgeschreven regels van de staatssecretaris van Financiën. Deze regels komen erop neer dat alleen inwoners met een inkomen tot ongeveer bijstandsniveau en zonder vermogen voor kwijtschelding in aanmerking komen. We hebben ten aanzien van kwijtschelding een aantal beleidskeuzes vastgesteld. Deze beleidskeuzes hebben we opgenomen in de leidraad invordering en de daarop betrekking hebbende belastingverordeningen. Ons kwijtscheldingsbeleid is in overeenstemming met de richtlijnen die door het Rijk zijn opgesteld. In de Nota van Uitgangspunten voor de begroting 2025 is het bedrag voor kwijtschelding uit artikel 9 van de verordening afvalstoffenheffing verhoogd van € 265 naar € 274.
5. Samenvatting
We kennen de onderstaande belastingen, heffingen en retributies. Per soort hebben we een tarief voor 2024 en 2025 opgenomen. Indien een belastingsoort tariefdifferentiatie kent, is het meest voorkomende tarief opgenomen. Door de grote diversiteit aan leges, marktgelden, precariobelasting, parkeerbelasting, grafrechten en haven- en kadegelden zijn voor deze categorieën geen tarieven opgenomen. De gedetailleerde tarieven zijn opgenomen in de verordeningen. Daarnaast is per belastingsoort de geraamde opbrengst opgenomen. Voor de verschillende bestemmingsheffingen en retributies zijn ook de kosten opgenomen. Daarbij is ook aangegeven wat de kosten van overhead en overige toe te rekenen kosten zijn.
Belasting (per product) | Tarief 2024 | Tarief 2025 | Geraamde opbrengst in 2025 (x € 1.000) |
OZB eigenaren woningen (061) | 0,0913 % | n.t.b. * | 7.366 |
OZB eigenaren niet-woningen (062) | 0,2448 % | n.t.b. * | 4.929 |
OZB gebruik niet-woningen (062) | 0,1716 % | n.t.b. * | 3.261 |
Hondenbelasting (906) | € 57,45 | € 59,45 | 255 |
Forensenbelasting (907) | € 535,85 | € 554,60 | 14 |
Parkeerbelasting (207) | - | - | 1.297 |
Precariobelasting (916) | - | - | 116 |
Verblijfbelasting (905) | - | - | 504 |
Rechten (bestemmingsheffingen en retributies) | Tarief 2024 | Tarief 2025 | Geraamde opbrengst 2025 (x €) 1.000 | Kosten 2025 (x €) 1.000 | Overhead en overige toe te rekenen kosten 2025 (x € 1.000) | Dekkingspercentage |
Rioolheffing eigenaar (707) | € 142,10 | € 151,50 | 3.719 | 3.482 | 1.793 | 100% |
Rioolheffing gebruik (707) | € 47,10 | € 50,20 | 1.556 | |||
Afvalstoffenheffing (703) |
€ 161,45 | € 167,10 | 4.765 | 3.300 | 1.588 | 100% |
Reinigingsrecht (703) | € 375,15 | € 388,25 | 123 | |||
Grafrechten (705) | - | - | 390 | 632 | 368 | 39% |
Haven- en kadegelden (208) | - | - | 184 | 623 | 140 | 24% |
Marktgelden (301) | - | - | 33 | 71 | 32 | 32% |
Leges fysieke omgeving (bouw)(801)** | - | - | 1.397 | 1.457 | 1.066 | 55% |
Leges dienstverlening (publiek)(005) | - | - | 1.092 | 490 | 1.067 | 70% |
* Op basis van de totale WOZ-waarde binnen de gemeente, worden de OZB-tarieven voor 2025 bepaald. De totale WOZ-waarde voor het berekenen van de OZB-tarieven is ten tijde van het opstellen van de begroting nog niet bekend. Afhankelijk van de totale nieuwe WOZ-waarde worden in de raadsvergadering van december 2024 de definitieve tarieven OZB voor 2025 vastgesteld.
** De bedragen van de leges fysieke omgeving (bouw) zijn gebaseerd op de huidige cijfers omdat er momenteel nog gerekend wordt met de effecten van de invoering van de nieuwe omgevingswet.