3. Actualiseren begrotingspositie

Financieel beeld voorafgaand aan Kadernota 2025

Algemeen

Terug naar navigatie - Algemeen

De Begroting 2024 is door de gemeenteraad vastgesteld op 2 november 2023. Inmiddels is het Voorjaarsbericht 2024 opgesteld, waarbij ook is gekeken naar de afwijkingen bij de jaarrekening 2023. Voor zover die doorwerking hadden naar 2024 en volgende jaren zijn deze meegenomen. De structurele effecten van het Voorjaarsbericht 2024 zijn in onderstaande tabel voor 2025 en verder weergegeven; alles uiteraard onder voorbehoud van besluitvorming van de raad over Voorjaarsbericht 2024 (en jaarrekening 2023).

Financieel beeld voorafgaand aan Kadernota 2025

Terug naar navigatie - Financieel beeld voorafgaand aan Kadernota 2025

Onderaan de tabel zijn de effecten van het Voorjaarsbericht 2024 toegevoegd, waarna de uitgangspositie voorafgaand aan de Kadernota 2025 wordt weergegeven.

Afgeronde bedragen x € 1.000          N=Nadeel      V=Voordeel 2025 2026 2027 2028
Begroting 2024        
Basis Programmabegroting 2024 V   3.023 N    7.449 N     8.177  
Begrotingswijziging 2024-001: aanpassingen begroting N       141 N           91 N            66  
Begrotingswijziging 2024-002: amendementen  
V           20   
Raadsbesluit 2 november 2023 V   2.882 N    7.540 N     8.223  
         
Najaarsbericht 2023  (raad 21 december 2023) V   1.832 V    1.522 V      3.206  
Totaal na Najaarsbericht 2023 V   4.714 N    6.018 N     5.017 N   5.017
         
Begrotingswijzigingen 2023 en 2024:        
Begrotingswijziging 2023-031: Haalbaarheid ontwikkeling Kerkvaartse haven N              5 N               5 N               5 N             5
Begrotingswijziging 2024-003: Sportpark de Gaard (blauw en klimaat adaptief) N           30 N            24 N            22 N          22
Begrotingswijziging 2024-007: Overname grafrechten Molukse KNIL-militairen N              7 N               7 N               7 N             7
Totaal voorafgaand aan Voorjaarsbericht 2024 V    4.672 N    6.054 N    5.051 N   5.051
         
Voorjaarsbericht 2024 (raad 27 juni 2024) V        277 V        231 V       238 V       207
         
Totaal na Voorjaarsbericht 2024 / voorafgaand aan Kadernota 2025 V   4.949 N    5.823 N    4.813 N   4.844

De cijfers 2025 – 2028 van bovenstaand financieel beeld zijn het uitgangspunt voor deze Kadernota 2025, dus voorafgaand aan onontkoombaarheden en nieuwe voorstellen.

Robuust financieel perspectief

Terug naar navigatie - Beschouwingen voorafgaand aan de Kadernota

Financiële positie gemeente en meerjarenperspectief 
 
De Kadernota heeft in de basis het doel om de inzet van beperkte middelen integraal af te wegen tegen de (strategische) beleidsprioriteiten. Dat wil zeggen dat de Kadernota hét moment is om de beschikbare middelen voor het komende jaar toe te wijzen aan de diverse beleidsvelden. Een goede integrale afweging is des te belangrijker in een tijd waarin de middelen beperkt zijn. Immers, wanneer alle voorstellen en wensen op tafel liggen wordt zichtbaar hoe die wensen en voorstellen zich verhouden tot de beschikbare middelen en kunnen/moeten er keuzes gemaakt worden op basis van prioriteitsstelling.  
 
In de Raadsinformatiebrief over het robuust financieel perspectief is de raad op 5 april 2024 geïnformeerd over de opgave waar de gemeente financieel voor staat. In 2025 heeft de gemeente nog een stevige financiële positie met een verwacht overschot van € 3,0 miljoen. Vanaf 2026 wordt de financiële positie als gevolg van Rijksbeleid minder rooskleurig met een tekort van € 6 miljoen. 

Nog steeds lopen onderhandelingen tussen VNG en het Rijk.  Aspecten die spelen zijn: ongedaan maken opschalingskorting, doorzetten compensatie na 2026 voor autonome ontwikkelingen, nieuwe afspraken over het volume-accres, effecten hervormingsagenda jeugd en incidentele middelen gedurende duur kabinetsperiode tot 2025.  Eerste resultaat daarvan is recent opgenomen in de Voorjaarsnota van het Rijk, waaronder het definitief ongedaan maken van de opschalingskorting. Effecten van de Voorjaarsnota zijn voor zo ver mogelijk nu ook verwerkt bij de onontkoombaarheden in deze Kadernota. Op nog niet alle punten is al resultaat geboekt. En de onzekerheid over de precieze uitkomsten van de onderhandeling van een nieuw kabinet, zorgen dat de onduidelijkheid blijft. Het college wacht de uitkomst van de gesprekken tussen Rijk en VNG niet af. Het college wil klaar zijn om keuzes te maken als dat nodig is. Dus is gewerkt aan het inzichtelijk maken van de totale financiële opgave. 

Omdat de precieze omvang van de financiële opgave onzeker blijft en we geen onnodige onrust willen veroorzaken, stelt het college het maken van pijnlijke keuzes wel zo lang mogelijk uit tot de Kadernota 2026. Dat wil zeggen dat het college een Kadernota 2025 gemaakt heeft waarin we tot doel stellen het tekort niet verder te laten oplopen en zoveel mogelijk uitvoering blijven geven aan het coalitieakkoord. Dit doen we voornamelijk door voor nieuwe voorstellen dekking te vinden in bestaande middelen. Ter voorbereiding op de Kadernota 2026 gaat het college in 2024 wel bezuinigingen in beeld brengen. De planning is om de bezuinigingsmogelijkheden in oktober 2024 ter besluitvorming in de raad te brengen zodat deze kunnen worden uitgewerkt en voorbereid voor de Kadernota 2026. Hiermee handelt het college conform het begrotingsadvies van de VNG. We bereiden ons voor op het ergste, maar wachten verdere besluitvorming vanuit het Rijk omtrent het ravijnjaar nog even af alvorens we tot pijnlijke bezuinigingen willen besluiten (‘Prepare for the worst, hope for the best’).  Het college wil graag op de tweede heidag inzoomen op de bezuinigingsrichtingen die we vervolgens in de zomer verder zullen uitwerken.

Hierna zullen we achtereenvolgens ingaan op de onontkoombaarheden en de nieuwe voorstellen. 

Onontkoombaarheden

Terug naar navigatie - Onontkoombaarheden

Onderdeel van de opgave zijn ook de zogenaamde ‘onontkoombaarheden’. In de organisatie is per team opgehaald welke ontwikkelingen met budgettaire gevolgen zij identificeren waar we rekening mee hebben te houden in de (meerjaren)begroting. Bij het ophalen van deze onontkoombaarheden zijn de volgende criteria gehanteerd:

  • Exogeen/verplichtend; voorbeelden: door een wetswijziging worden we geconfronteerd met extra lasten / door volumestijging in een open einde regeling worden we geconfronteerd met extra kosten
  • Er is geen sprake van een wens of (beleids)keuze; intensivering van beleid of nieuw beleid of initiatief is niet verplichtend. We kunnen het immers ook gewoon niet doen. Er is dan geen sprake van een onontkoombaarheid;
  • De 3 O’s zijn van toepassing: Onvermijdbaar, Onuitstelbaar en Onvoorzien;
  • Het betreft de uitvoering van een al genomen (raads- of college)besluit.

De aangeleverde onontkoombaarheden zijn op basis van deze criteria getoetst.

In onderstaand overzicht is aangegeven wat naar de mening van het college de onontkoombaarheden voor de Kadernota 2025 zijn. Het college wenst de betreffende bedragen op de begroting te brengen.

  Bedragen  x € 1.000         N=Nadeel    V=Voordeel 2025 2026 2027 2028
  Domein 1 Vitale stad        
O1.01 Verhoging onderhoudskosten in exploitatie t.b.v. klein en jaarlijks onderhoud N       175 N      175  N       175  N      175 
O1.02  Verhoging dotatie voorziening onderhoud  N      250  N      250  N       250  N      250 
O1.03 Uitfasering TL - verlichting (nood- en vluchtwegverlichting)  N          65 N         36  N          36  N         36 
O1.04 Uitfasering TL - verlichting (reguliere verlichting)  0 N         70  N          70  N         70 
  Sub - totaal onontkoombaarheden domein 1 Vitale stad N       490 N       531 N        531 N       531
           
  Domein 2: Mens en samenleving        
O2.01 Uitvoering Wet versterken regie volkshuisvesting p.m. p.m. p.m. p.m.
O2.02 Toezichthouder WMO en Jeugdwet  N           77 N          77  N          77  N         77 
O2.03 Hogere bijdrage Baanbrekers begroting 2025  N        968 N        968 N       968  N       968
  Sub - totaal onontkoombaarheden domein 2 Mens en samenleving N    1.045 N    1.045 N    1.045 N   1.045
           
  Domein 3: Bedrijfsvoering en dienstverlening        
O3.01a Salarisverwerker en software N           85 N           85 N           85 N          85
O3.01b Robuuste HR-capaciteit salarisadministratie N        315 N        115    
O3.02  E-depot en huisvesting streekarchief SALHA N           32 N       131  N          82  N         82 
O3.03 Facilitaire zaken stadhuis N           81 N           81 N           81 N          81
  Sub - totaal onontkoombaarheden domein 3: Bedrijfsvoering en dienstverlening N        513 N        412 N        248 N       248
           
  Toevoegen jaarschijf 2028        
O4.01 Toevoegen jaarschijf 2028 algemene uitkering       V       535
O4.02 Toevoegen jaarschijf 2028 kapitaallasten IUP       N       261
O4.03 Toevoegen jaarschijf 2028 kapitaallasten vastgoed       N          25
O4.04a Toevoegen jaarschijf 2028 autonome groei OZB       V          75
O4.04b Toevoegen jaarschijf 2028 autonome groei wegen / groen       N          75
  Sub - totaal toevoegen jaarschijf 2028       V       249
           
  Voorjaarsnota rijk        
O5.01a/b Vervallen opschalingskorting / vervroegen financieringssystematiek N    1.797 V   1.770 V   1.754 V   1.738
O5.01c Bijgestelde indexering (o.b.v. getoetste berekening) V        996 V   1.306 V   1.221 V   1.194
  Sub - totaal Voorjaarsnota rijk N        801 V   3.076 V   2.975 V   2.932
           
  Totaal onontkoombaarheden N    2.849 V   1.088 V  1.151 V   1.357


In bijlage 1 van deze Kadernota vindt u de inhoudelijke toelichting op de onontkoombaarheden.
Hieronder wordt kort per onontkoombaarheid aangegeven waarom het hier om een onontkoombaarheid gaat en niet om een nieuw voorstel:


O1 Onontkoombaarheden domein 1: Vitale stad

Klein en jaarlijks onderhoud vastgoed
De onderhoudskosten voor klein en jaarlijks onderhoud vastgoed en de dotatie voorziening onderhoud vastgoed worden respectievelijk structureel met € 175.000 en € 250.000 verhoogd. Deze extra middelen zijn nodig om een minimaal onderhoudsniveau (anders kapitaalvernietiging) te handhaven en het dagelijkse en contractuele onderhoud te kunnen uitvoeren. 

Uitfasering TL-verlichting (nood- en vluchtwegverlichting en regulier)
Sinds september 2023 is het niet meer toegestaan om CF- (spaarlampen) en TL-lampen te produceren en importeren in Europa. De verkoop is nog niet verboden maar de voorraad van deze lampen zal snel afnemen waardoor deze binnen afzienbare tijd niet meer verkrijgbaar zullen zijn. De ten opzichte van geplande vervangingen noodzakelijke versnelde uitfasering van de TL-verlichting in gebouwen voor zowel nood- en vluchtwegverlichting als voor reguliere verlichting betekent extra lasten van € 65.000 in 2025 en voor de jaren 2026 en verder structureel  € 106.000 per jaar. 

O2 Onontkoombaarheden domein 2: Mens en samenleving

Uitvoering wet versterken regie volkshuisvesting
Dit betreft de uitvoering van een nieuwe wet die per 1 januari 2025 (naar verwachting) in werking treedt. Gezien de onduidelijkheid over compensatie vanuit het rijk wordt deze p.m. opgenomen.

Toezichthouder WMO en Jeugdwet
Dit betreft een wettelijke verplichting. Dit heeft de gemeente Tilburg heeft dit in 2023 kosteloos gedaan, maar zal in 2024 de kosten in rekening brengen.

Hogere bijdrage Baanbrekers begroting 2025
De begroting 2025 van Baanbrekers is onlangs ontvangen en op 27 juni a.s. ligt het raadsvoorstel met zienswijze ter besluitvorming voor.  In de raadsinformatiebrief robuust financieel perspectief was al rekening gehouden met een structureel nadeel van € 968.000. Gelet op het raadsvoorstel met zienswijze blijven we rekening houden met deze € 968.000. Op 2 september 2024 stelt het Algemeen Bestuur naar aanleiding van de reacties van de 3 gemeenten de begroting 2025 vast. De effecten van dit besluit verwerken wij in onze begroting 2025. Het risico bestaat dat indien onze zienswijze niet wordt overgenomen, het effect daarvan nog in onze begroting financieel vertaald moet worden, met een (mogelijk) negatief effect van € 0,4 à € 0,5 miljoen per jaar.


O3 Onontkoombaarheden domein 3: Bedrijfsvoering en Dienstverlening

Robuuste HR-capaciteit en salarisadministratie /salarisverwerker en software
Een goede salarisadministratie is een basisvoorwaarde voor een goed functionerend ambtelijk apparaat. Deze kosten zijn te relateren aan de nakoming van wettelijke verplichtingen op grond van het Burgerlijk Wetboek (i.c. het arbeidsrecht), CAO en lokale regelingen. Deze kosten zijn niet te sturen door ambities naar beneden bij te stellen en om deze reden onontkoombaar.

E-depot en huisvesting streekarchief SALHA
Om aan de archiefwet te kunnen voldoen, moeten voorzieningen worden getroffen (E-depot) om digitale bestanden naar een archief te kunnen uitplaatsen of overdragen. Daarnaast heeft de raad eerder besloten akkoord te gaan met de  nieuwbouw van een depot en de verbouwing van het huidige pand.

Facilitaire zaken stadhuis
Er is sprake van structurele overschrijding van de budgetten voor onderhoud en schoonmaak van het stadhuis. Het stadshuis moet blijven voldoen aan een minimaal onderhoudsniveau, zodat het een veilige en prettige werkomgeving is en blijft. De publieke ruimte heeft daarnaast ook een representatieve functie. De wachtbankjes zijn versleten (einde technische levensduur) en moeten derhalve worden vervangen. Deze zijn defect, de uitstraling is onwenselijk en het is onveilig om deze te blijven gebruiken. Het aanbestedingstraject voor de warme drankenvoorziening stadhuis is reeds opgestart met nieuwe eisen aan de koffievoorziening. Dit leidt tot hogere kosten tenzij we de aanbesteding stopzetten.


O4: Onontkoombaarheden toevoegen jaarschijf 2028
Voor de start van de Kadernota 2025 is de jaarschijf 2028 gelijk aan die van 2027. Afwijkingen in de jaarschijf 2028 ten opzichte van 2027 worden afzonderlijk opgenomen bij de Kadernota 2025. 
Als eerste blijkt op grond van de Decembercirculaire 2023 van het gemeentefonds dat in 2028 een voordelig effect vanuit de algemene uitkering ontstaat van € 535.000.}
Daarnaast worden aan de jaarschijf 2028 toegevoegd: de kapitaallasten van het Integraal Uitvoeringsprogramma (IUP, € 261.000), de kapitaallasten van de verduurzaming van het gemeentelijke vastgoed (€ 25.000) en het budget voor extra onderhoud wegens areaaluitbreidingen (€ 75.000).   Hetzelfde geldt voor het effect van de areaaluitbreiding op de opbrengst onroerende zaakbelastingen , waarvan we effect, evenals de afgelopen jaren, hebben laten corresponderen met de jaarlijkse toevoeging aan het budget voor het onderhoud van wegen en openbaar groen.

O5. Onontkoombaarheden Voorjaarsnota Rijk
Hoewel de definitieve bijstelling van de algemene uitkering pas bij de Meicirculaire 2024 volgt, is uit de Voorjaarsnota van het rijk al duidelijk dat de toename van de opschalingskorting na jarenlange discussie tussen VNG en rijk eindelijk ongedaan wordt gemaakt. Daarbij heeft het rijk bepaald om de nieuw financieringssystematiek van 2027 naar 2024 te vervroegen, hetgeen tot een in euro vergelijkbare korting in 2025 resulteert.  Daarnaast leidt de bijgestelde indexering van de algemene uitkering (o.b.v. getoetste berekening) tot voordelen van € 1,0 tot € 1,3 miljoen per jaar.


Uitgebreidere toelichtingen zijn opgenomen in Bijlage 1: Formulieren onontkoombaarheden .

Nieuwe voorstellen

Terug naar navigatie - Uitwerking en continuering van ambities

In onderstaand overzicht is de uitwerking en continuering van de ambities uit het collegeprogramma "Samen werken aan de toekomst" voor de Kadernota 2025 aangegeven. Het college wenst de desbetreffende bedragen in de begroting op te nemen. Uitgebreidere toelichtingen op deze vertaling ambities treft u in bijlage 2 bij deze Kadernota aan.

  Bedragen x € 1.000          N=Nadeel     V=Voordeel  2024 2025 2026 2027
  Domein 1: Vitale stad        
  Totaal nieuwe voorstellen domein 1 Vitale stad N     1.258 N      855 N      995 N     1.101
  Doorschuiven kapitaallasten GOL   V      684 V      684  
  Doorschuiven kapitaallasten Insteekhaven V         470 V      470 V      470  
  Verhoging leges graafmeldingen V            60 V         60 V         60 V            60
  Sub - totaal nieuwe voorstellen domein 1 Vitale stad N         728 V      359 V      219 N     1.041
           
  Domein 2: Mens en samenleving        
  Totaal nieuwe voorstellen domein 2 Mens en samenleving V    3.590 N   3.116 N   2.459 N    2.464
  Bestaande dekkingsmiddelen V    1.046 V       817    
  Stelpost hervormingsagenda jeugd V    1.400 V   1.400 V   1.400 V    1.400
  Structurele ombuigingstaakstelling Sociaal Domein lokaal V        694 V       926 V   1.157 V    1.389
  Sub- totaal nieuwe voorstellen domein 2 Mens en samenleving N       450 V         27 V         98 V       325
           
  Domein 3: Bedrijfsvoering en dienstverlening        
  Totaal voorstellen domein 3 Bedrijfsvoering en dienstverlening N    1.057 N      586 N       284 N       284
  Bestaande dekkingsmiddelen V        320 V      320 V       320 V       320
  Sub - totaal nieuwe voorstellen domein 3 Bedrijfsvoering en dienstverlening N        737 N      266 V          36 V          36
           
  Totaal nieuwe voorstellen N   1.915 V      120 V      353 N       680

 

Toelichting nieuwe voorstellen

Terug naar navigatie - Toelichting nieuwe voorstellen

In het kort worden de nieuwe voorstellen toegelicht in hoofdstuk 4 Voorstellen per domein. 

Een aantal voorstellen kent in een of meerdere begrotingsjaren "p.m."-posten. Zo mogelijk volgt nadere uitwerking bij de Programmabegroting 2025. Mocht ook dan nog niet meer bekend zijn, kunnen voorstellen worden betrokken bij de samenstelling van de Kadernota 2026.  Die Kadernota is het volgende moment van integrale afweging van nieuwe voorstellen in het licht van de dan actuele financiële situatie.
Tot die tijd kunnen alleen in uitzonderlijke situaties nog nieuwe voorstellen aan uw raad worden voorgelegd. Dit moeten dan wel voorstellen zijn die een onvoorzienbaar, onontkoombaar en onuitstelbaar karakter hebben.

Uitgebreidere toelichtingen zijn opgenomen in Bijlage 2: formulieren nieuwe voorstellen.

Niet door het college overgenomen nieuwe voorstellen

Terug naar navigatie - Niet door het college overgenomen nieuwe voorstellen

In onderstaand overzicht zijn de nieuwe voorstellen opgenomen, die niet door het college zijn overgenomen. Onder het overzicht is per voorstel een globale, korte toelichting opgesteld met de reden waarom het college het betreffende voorstel niet heeft overgenomen.

  Bedragen x € 1.000          N=Nadeel     V=Voordeel  2025 2026 2027 2028
  Domein 1: Vitale stad        
  Tijdelijke formatie project vergunningverlening a.g.v. Omgevingswet     N   250    
  Midpoint Brabant Services N    70 N      70 N      70 N      70
  Investeringen Hoefsvensgebied N    50 N      40 N      30 N      20
  Ecologische VerbindingsZone (EVZ) Eendenest        
  Citymarketing N    75 N      75 N      50 N      50
           
  Domein 2: Mens en samenleving        
  Geen, alle voorstellen overgenomen        
           
  Domein 3: Bedrijfsvoering en dienstverlening        
  Inrichten hal stadhuis N    11 N     28 N     28 N     28
           
  Totaal niet overgenomen nieuwe voorstellen N  206 N  463 N  178 N  168

Toelichting op niet door het college overgenomen voorstellen

Tijdelijke formatie omgevingswet
Dit betreft een incidentele aanvraag voor 2026. In 2025 bezien we opnieuw of deze tijdelijke formatie (nog steeds) noodzakelijk is. Bij de Kadernota 2026 wordt dit vervolgens opnieuw afgewogen. 

Midpoint Brabant Services
Vanuit Midpoint wordt gewerkt aan het opzetten van ‘Midpoint Brabant Services’. Op het moment van het opstellen van de Kadernota is dit nog onvoldoende uitgewerkt. Daardoor is de meerwaarde voor Waalwijk nog niet voldoende te onderbouwen. Bij de Kadernota in 2026 wordt dit mogelijk opnieuw afgewogen. 

Investeringen Hoefsven-gebied
Het college is voornemens om een visie op te stellen als handelingskader voor dit gebied. Gelet op de financiële situatie is er op dit moment – met uitzondering van de realisatie van het stadsstrand – geen ruimte voor aanvullende investeringen. 

Ecologische Verbindingszone (EVZ) Eendenest
Project is zowel inhoudelijk als financieel op dit moment nog onvoldoende duidelijk. Met oog op de financiële situatie niet gehonoreerd. Na verdere uitwerking wordt dit opnieuw afgewogen. 

Citymarketing Waalwijk
Het college onderschrijft het belang van goede citymarketing voor de gemeente Waalwijk. Dit betreft echter een geheel nieuw project, dat nog volledig moet worden opgestart. Gelet op financiële situatie is dat op dit moment niet opportuun. 

Inrichten hal stadhuis
Het college stelt voor op dit moment alleen het achterstallig onderhoud aan te pakken. De herinrichting van de publiekshal wordt in samenhang met een eventuele herziening van het dienstverleningsconcept uitgewerkt. Dit wordt mogelijk bij herziening van de Kadernota 2026 opnieuw afgewogen.

Begroting na Kadernota 2025

Terug naar navigatie - Begroting na Kadernota 2024

 

Bedragen x € 1.000          N=Nadeel     V=Voordeel 2025 2026 2027 2028
         
Startpositie voorafgaand  aan de Kadernota 2025 V    4.949 N    5.823 N    4.813 N     4.844
Totaal onontkoombaarheden N    2.849 V    1.088 V    1.151 V     1.357
Sub-totaal na onontkoombaarheden V    2.100 N   4.735 N    3.662 N     3.487
Totaal nieuwe voorstellen N    1.915 V       120 V        353 N         680
         
Financieel beeld 2025-2028 na Kadernota 2025 V         185 N    4.615 N    3.309 N    4.167 

Beschouwing bij bovenstaand financieel beeld
Nadat de effecten van alle voorstellen aan onontkoombaarheden en de nieuwe voorstellen zijn verwerkt, resteert bovenstaand financieel beeld. Alleen het jaar 2025 laat een positief beeld zien. Met ingang van 2026 slaat dit om in een nadeel van € 4,6 miljoen, ook in 2027 en 2028 blijft er een nadelig saldo op de begroting. 
In de volgende paragraaf "nader onderzoek ombuigingen meerjaren begroting" is de aanpak beschreven om de meerjarige tekorten op de begroting terug te dringen. 

Nog niet bekende gegevens Meicirculaire 2024 / wel gegevens uit Voorjaarsnota Rijk verwerkt
Bij het bovenstaande moet direct opgemerkt worden dat de begrotingspositie in belangrijke mate wordt bepaald (en onder druk staat) door de algemene uitkering uit het gemeentefonds. In het bovenvermelde perspectief is rekening gehouden met de stand van zaken uit de op dit moment meest recente circulaire over het gemeentefonds, de Decembercirculaire 2023. Daarnaast is op basis van de Voorjaarsnota van het Rijk en vooruitlopend op de Meicirculaire 2024 een drietal posten opgenomen onder de onontkoombaarheden:
- het vervallen van de verhoging opschalingskorting met ingang van 2026;
- de daaraan gekoppelde korting in 2025;
- het bijgestelde effect indexering algemene uitkering.
Nadere toelichting hierover is opgenomen in bijlage 1 onder de onontkoombaarheden; zie voorstel O5.01
.

Benadrukt wordt nogmaals dat echt meer duidelijkheid en zekerheid ontstaat bij – in eerste instantie – de Meicirculaire 2024 en later bij de daadwerkelijke samenstelling van de begroting.
Over de uitkomsten van de Meicirculaire 2024 zal de raad zo snel mogelijk en in ieder geval voorafgaand aan het kaderstellend debat van 4 juli worden geïnformeerd.

Voorbereiding begroting 2025 / actualisering begroting 2025
Rekening houdend met de Nota van Uitgangspunten voor de begroting 2025, de uitkomsten van het kaderstellend debat op 4 juli en de uitkomsten van de Meicirculaire 2024 zal de begroting 2025 worden samengesteld. 

Vervolg richting 2026

Nader onderzoek ombuigingen meerjaren begroting

Terug naar navigatie - Nader onderzoek ombuigingen meerjaren begroting

De huidige tekorten vragen om een goede analyse en vervolgens via een brede, integrale én inhoudelijke afweging tot keuzes die leiden tot een robuust financieel perspectief dat kan rekenen op politiek draagvlak. De opgave is dermate groot dat we deze niet kunnen oplossen met alleen technische ingrepen. Daarnaast houden we rekening met de mogelijkheid dat de financiële situatie, de omvang van het takenpakket en de arbeidsmarkt onzeker blijft. Dat betekent dat we ook in de toekomst flexibel moeten kunnen blijven opereren om telkens meerjarige sluitende begrotingen te kunnen voorleggen én tegelijkertijd zoveel mogelijk voorspelbaar en betrouwbaar kunnen besturen en werken. We zullen derhalve met forse ombuigingsvoorstellen moeten komen om van een ‘robuust financieel perspectief’ te kunnen spreken.

De VNG (vereniging van Nederlandse Gemeenten)  heeft vanwege de onzekerheid over de ontwikkelingen op kortere termijn (lopende kabinetsformatie en onderhandelingen tussen VNG en Rijk)  een begrotingsadvies in twee delen gegeven. Het tweede deel van het advies volgt na de Meicirculaire 2024. In het eerste deel van haar advies roept de VNG op om ombuigingen nog niet in gang te zetten, maar wel zo goed mogelijk in beeld te brengen welke maatregelen genomen moeten worden om vanaf 2026 weer een sluitende begroting te kunnen presenteren. 

De VNG adviseert daarnaast om bezuinigingen zoveel als mogelijk te zoeken in medebewindstaken. Belangrijkste argument hiervoor is dat de gemeenten te maken hebben met niet taakgebonden kortingen die door het Rijk zijn veroorzaakt met de overstap naar een nieuwe normeringssystematiek. Daarmee ligt het voor de hand om ook op taken die voor het Rijk worden uitgevoerd te besparen. De VNG adviseert 
dat de gemeente kijkt naar onorthodoxe of controversiële maatregelen zoals het instellen van budgetplafonds, wachtlijsten of meer rekening houden met het inkomen bij het verstrekken van voorzieningen. Dit kan schuren met de uitvoering van wettelijke taken, maar zolang door het Rijk geen duidelijke richting wordt gegeven hoe deze besparingen behaald kunnen worden, veronderstelt de VNG dat gemeenten maximaal de ruimte krijgen om een eigen invulling te kiezen.

Waar we ons niet volledig in kunnen vinden is het advies om de focus alleen te richten op medebewindstaken. Het is immers aan de raad om te bepalen hoe we de begroting sluitend krijgen, waarin de raad het belang van en de dienstbaarheid aan burger en samenleving centraal stelt. Het beperken van de focus op medebewindstaken is vooral ingestoken vanuit de onderhandelingspositie naar het Rijk. Uiteindelijk zijn we als gemeente primair verantwoordelijk om met de middelen die er zijn keuzes te maken waarmee we de burger/samenleving het beste dienen en niet om voor ombuigingen te kiezen die de burger/samenleving onnodig schaden met het doel daarmee een punt te maken richting het Rijk. We kiezen er daarom voor om de mogelijke ombuigingen zo breed mogelijk inzichtelijk te maken en daarbij wel de medebewindstaken specifiek in beeld te brengen.

Met deze achtergrond nemen we u in deze Kadernota mee in de voorbereidingen voor het realiseren van de benodigde ombuigingen. Op basis van deze voorbereiding zullen in de komende periode ambtelijke opdrachten worden uitgezet om voorstellen voor te bereiden voor de gespreksavond in september. Het uiteindelijke maatregelenpakket werken we uit in de Kadernota 2026.


Onderzoeksrichtingen
We onderscheiden een aantal categorieën maatregelen:
-    Technische ombuigingen;
-    Verhogen baten (ophogen inkomsten);
-    Verlagen lasten.

Per categorie geven we onderstaand weer wat we eronder verstaan en welke specifieke maatregelen in de komende periode onderzocht gaan worden.

Technische ombuigingen

Terug naar navigatie - Technische ombuigingen

Dit zijn meer boekhoudkundige maatregelen met een positief effect op de meerjaren begroting. Deze maatregelen hebben derhalve geen of beperkte beleidsmatige gevolgen. De volgende mogelijkheden zijn/worden onderzocht.

Structurele onderuitputting budgetten:
In het voorjaar heeft al een analyse plaatsgevonden van de structurele onderuitputting in de budgetten om daarmee ook wat ruimte te maken voor nieuwe voorstellen. Deze analyse heeft plaatsgevonden op bedragen van boven de € 50.000 en heeft een aantal posten opgeleverd voor tezamen een bedrag van ongeveer € 500.000. Deze posten zijn opgenomen in de domeinvoorstellen en helpen hierbij mee aan de doelstelling om het tekort niet verder te laten oplopen en tegelijkertijd voor 2025 nog ruimte voor investeringen mogelijk te maken. Daarnaast heeft een analyse plaatsgevonden van de grote posten (groter dan € 100.000) in de jaarrekeningresultaten van de afgelopen 5 jaar. Uit deze analyse blijkt geen structurele onderuitputting. Dit is eigenlijk logisch aangezien de budgetten bij de diverse P&C documenten continu bijgesteld worden. Hierdoor kunnen er niet snel (grotere) structurele voordelen ontstaan. 

Kapitaallasten GOL dekken uit toekomstige winsten grondexploitatie:
De ontwikkeling van het GOL (Gebiedsontwikkeling Oostelijke Langstraat) vraagt in totaal een investering van € 41 miljoen (exclusief inbreng eigen gronden). Dat is opgebouwd uit eerdere besluiten voor een bedrag van € 28 miljoen. Vanwege de steeds maar uitgestelde uitspraak van de Raad van State wordt de uitvoering naar een later tijdstip verplaatst. De kosten lopen daardoor steeds meer op, vooral als gevolg van de inflatie. Voor nu is de verwachting dat er € 13 miljoen aan extra middelen nodig zal zijn om het GOL te kunnen realiseren. De definitieve omvang van de extra benodigde middelen zal bekend worden na goedkeuring van de Raad van State. De realisatie van het GOL is dermate van belang en randvoorwaardelijk voor de verdere ontwikkeling van Waalwijk dat nut en noodzaak van deze investeringen vanzelfsprekend is. Bovendien liggen hier tal van eerdere afspraken aan ten grondslag. 
Op dit moment vormen de kapitaallasten een forse extra last voor de begroting  van Waalwijk (€ 0,7 miljoen structureel). Het Bestuurlijk Overleg Financiële-verhoudingen (BOFv) heeft, met de blik op het ravijnjaar en de disbalans tussen incidentele en structurele middelen, in november2023 geadviseerd om meer gebruik te maken van kapitaallastenreserves. Op deze manier kunnen incidentele middelen ingezet worden als structurele dekking. Wij onderzoeken de mogelijkheid om de toekomstige winsten van de grondexploitaties, die alleen gerealiseerd worden als het GOL doorgaat, in te zetten als dekking voor de kapitaallasten van het GOL. Hiermee kunnen we het forse beslag wat dit omvangrijke project heeft op onze begrotingsruimte teniet doen. We onderzoeken hoe we dit het beste kunnen doen aangezien de Provincie ons op dit moment niet toestaat om hier een stelpost voor op te nemen.

Herallocatie reserves ten behoeve van inzet 10% vrije ruimte algemene reserve:
Een ander besluit van het BOFv betreft de inzet van de algemene reserve (incidenteel) als structurele dekking voor de (meerjaren)begroting. 10% van de vrije ruimte (deel wat niet nodig ter afdekking van de risico’s) in de algemene reserve mag worden aangewend als structurele dekking voor de begroting (mits de solvabiliteit minimaal 20% bedraagt). We onderzoeken of we bestaande bestemmingsreserves kunnen heroverwegen om de vrije ruimte in de algemene reserve te maximaliseren om zo 10% van deze vrije ruimte te kunnen inzetten als structurele dekking. We kijken hierbij naar de bestedingen van de afgelopen jaren met aandacht voor ‘slapende’ reserves en adequate bestedingsplannen.

Overige technische ombuigingsmogelijkheden
Naast bovenstaande specifieke mogelijkheden tot technische ombuigingen zullen we ook een aantal algemenere technische ombuigingen onderzoeken.

  • Onderzoek naar afschrijvingstermijnen / restwaarde: wanneer afschrijvingstermijnen kunnen worden verlengd vanwege de technische levensduur van de onderliggende activa, of wanneer een restwaarde kan worden toegekend aan het einde van de levensduur, dalen de kapitaallasten. Het onderzoek richt zich op een beoordeling van alle categorieën activa (de nota waardering en afschrijving is in de raad van 23 november 2023 vastgesteld).
  • Geen automatische indexering van (inkoop)budgetten: jaarlijks worden alle budgetten geïndexeerd conform de percentages zoals vermeld in de nota van uitgangspunten. Deze indexering wordt bekostigd vanuit de indexering van het gemeentefonds en de indexering van de baten van de gemeente. We willen onderzoeken voor welke budgetten we zouden kunnen overwegen om niet of minder te indexeren.
  • Herinvoering van de systematiek van de bespaarde rente (rente op eigen vermogen). Door het berekenen van rente over het eigen vermogen wordt het mogelijk om meer rente door te belasten aan grondexploitaties en tarieven (waaronder afval en riolering). Hierdoor ontstaat een renteopbrengst binnen de algemene middelen.

Ophogen inkomsten

Terug naar navigatie - Ophogen inkomsten

De volgende mogelijkheden worden in de komende periode onderzocht:

Kostendekkende tarieven en leges
Met als uitgangspunt het profijtbeginsel wil het college onderzoeken of het mogelijk is om bepaalde tarieven te verhogen. Immers, bij een lagere dekkingsgraad dan 100% worden de kosten verrekend via de begroting en betaalt iedere inwoner mee aan dienstverlening die aan specifieke burgers wordt verleend. De volgende mogelijkheden worden onderzocht:

  • In de nieuwe legesverordening 2024 is m.b.t. de invoering van de Omgevingswet en de Wet kwaliteitsborging besloten om uit te gaan van kostendekkende leges. Als gevolg van deze wijziging is de extra baat die hieruit voortvloeit incidenteel (voor 2024) opgenomen in de begroting. We willen onderzoeken of dit bedrag, of een gedeelte van dit bedrag op basis van de actualiteit structureel kan worden geraamd.
  • Daarnaast willen we onderzoeken of er voor overige leges die nog niet kostendekkend zijn, ruimte is om naar kostendekkende tarieven toe te werken. Voorbeelden van leges waarbij er sprake is van een lage kostendekkendheid zijn haven- en kadegelden en marktgelden. 

Verhogen belastingen
Bij belastingheffing is er geen directe relatie met een prestatie van een gemeente. De opbrengsten van belastingen gebruiken we als algemeen dekkingsmiddel. Het college wil onderzoeken of er ruimte is om bepaalde belastingen te verhogen. Allereerst denken we daarbij aan de OZB. Gezien de lage plaats op de COELO ranglijst is er bij de gemeente Waalwijk sprake van een lage lokale lastendruk. Gezien de hoge kosten waar de gemeente mee geconfronteerd wordt is het een overweging om een groter deel van deze kosten door te belasten aan onze burgers. 1% extra OZB levert ongeveer € 150.000 extra inkomsten op. We willen hiertoe een aantal scenario’s uitwerken. Daarnaast onderzoeken we of er nog ruimte is om de verblijfsbelasting en de parkeerbelasting te verhogen.

Verlagen uitgaven

Terug naar navigatie - Verlagen uitgaven

Om tot een robuust financieel perspectief te komen zal naast technische maatregelen en het ophogen van de inkomsten, ook naar de uitgaven gekeken moeten worden. Een groot deel van onze begroting is gebaseerd op structurele lasten met een verplichtend karakter (wettelijk/medebewindstaken). Het vereist nadere analyse om te bepalen waar de ruimte zit.

In de komende periode willen daarom we de volgende zaken onderzoeken / in beeld brengen:

  • In navolging van het advies van de VNG willen we in beeld gaan brengen wat de medebewindstaken zijn en wat de kosten hiervan zijn. Dit inzicht is ondersteunend aan de vraag of en op welke manier hierop bezuinigd kan worden;
  • We willen een vergelijkende analyse gaan maken van de kosten van onze gemeente versus die van vergelijkbare gemeenten. Via het CBS is informatie per gemeente beschikbaar op taakveldniveau. Wanneer we de kosten per taakveld met vergelijkbare gemeenten vergelijken ontstaat een beeld van de taakvelden die in Waalwijk meer geld/tijd kosten dan in de overige gemeenten. Uiteraard vraagt dat vervolgens om verdieping/correcties. Maar uiteindelijk ontstaan er objectieve zoekrichtingen en daaruit voortvloeiende mogelijkheden om ombuigingen aan de lastenkant te overwegen. 
  • We willen onderzoeken hoe we de hoeveelheid inhuur terug kunnen brengen: één van de redenen waarom de inhuur in de afgelopen jaren toegenomen is, betreft de toegenomen incidentele middelen vanuit het Rijk. Omdat het budgettair niet wenselijk is om mensen in vaste dienst te nemen op basis van een tijdelijk budget, zien de managers zich maar al te vaak genoodzaakt om te kiezen voor externe inhuur. We willen onderzoeken onder welke voorwaarden we het mogelijk kunnen maken om vast personeel aan te nemen op basis van tijdelijke budgetten en wat dit ons financieel kan opleveren.
  • Temporiseren / faseren en/of schrappen van projecten / investeringen: we hebben als gemeente een hoog ambitieniveau. Een van de ongewenste effecten hiervan is dat er ieder jaar zowel in de exploitatie (overhevelingen) als in de investeringen middelen worden doorgeschoven naar het volgende jaar. Vanuit deze achtergrond willen we graag onderzoeken welke mogelijkheden er zijn om projecten/investeringen uit te stellen of zelfs te schrappen.
  • Efficiencyvoordelen: we willen onderzoeken welke mogelijkheden we zien voor meer efficiency. Te denken valt aan de (verdergaande) automatisering van administratieve processen. Hiertoe zullen wellicht eenmalig frictiekosten ontstaan, maar structureel kan dit tot efficiency leiden.

Vervolg

Terug naar navigatie - Vervolg

In het procesvoorstel ‘robuust financieel perspectief’ heeft het college een planning op hoofdlijnen vastgesteld met als doel tot een sluitende begroting te komen in 2026. Hierin is opgenomen dat u in het eerste kwartaal 2024 zou worden geïnformeerd over de opgave. Hiertoe heeft u de raadsinformatiebrief 027-24 ontvangen. In het tweede kwartaal zou de gemeenteraad worden meegenomen in de analyse van de mogelijkheden. Hier wordt met dit onderdeel van de Kadernota invulling aan gegeven. 

De in deze Kadernota genoemde onderzoeksrichtingen geven een beeld van hoe de organisatie zich voorbereid op de te maken keuzes voor mogelijke bezuinigingen. In de speciaal belegde raadsbijeenkomst van 5 september zullen de resultaten van deze onderzoeken met u worden gedeeld en kan de raad zich een beeld vormen van de mogelijkheden en haar gevolgen. Op dat moment is er ook definitieve duidelijkheid over de Meicirculaire 2024 en hebben we hopelijk een nieuw kabinet met aandacht voor het ravijnjaar bij gemeenten. Het college zal de raad in oktober 2024 vervolgens een voorstel doen over de in te zetten bezuinigingen om de begroting 2026 structureel sluitend te maken (ter uitwerking in de Kadernota 2026).