Paragraaf 2. Weerstandsvermogen en Risicobeheersing

Weerstandsvermogen

Inleiding

Terug naar navigatie - Weerstandsvermogen - Inleiding

In deze paragraaf gaan we nader in op het weerstandsvermogen: dat is de weerstandscapaciteit, afgezet tegen de risico’s die de gemeente loopt in zowel de exploitatie- als investeringssfeer. De gemeenteraad heeft op 18 juni 2015 het kader voor deze paragraaf vastgesteld en heeft instructies gegeven voor de manier waarop met risico’s en risicomanagement moet worden omgegaan. Op 6 april 2023 heeft de raad bovendien besloten om de Nota risicomanagement gemeente Waalwijk ongewijzigd te blijven toepassen.

Het weerstandsvermogen kan worden omschreven als de mate waarin een gemeente in staat is financiële tegenvallers (risico’s) op te vangen, teneinde haar taken te kunnen voortzetten. Het weerstandsvermogen geeft daarmee de mate van robuustheid van de financiële huishouding weer. Dit is van belang om financiële tegenvallers te kunnen opvangen, zonder meteen te moeten bezuinigen. 

Hierbij spelen twee begrippen een rol:
- De weerstandscapaciteit: dit zijn de middelen en mogelijkheden waarover de gemeente beschikt (of kan beschikken) om niet begrote kosten te dekken;
- Het weerstandsvermogen: de verhouding tussen de weerstandscapaciteit en de (gekwantificeerde) risico’s. Dit wordt uitgedrukt in een ratio, een verhouding. 

Voor het beoordelen van de robuustheid van de begroting is dus inzicht nodig in omvang en achtergronden van de risico’s en van de aanwezige weerstandscapaciteit. In lijn met de begrotingen en jaarrekeningen van de afgelopen jaren zijn alle risicokaarten in een afzonderlijke rapportage opgenomen.  

Actueel beeld Begroting 2026

De risicokaarten zijn in het voorjaar 2025 bij het opstellen van de Jaarrekening 2024 geactualiseerd. Bij de Begroting 2026 is geconstateerd dat de risico's nog steeds juist zijn ingeschat en er dus geen aanpassingen op de risicokaarten nodig zijn.

Het risicoprofiel binnen de grondexploitaties is wel toegenomen door het vaststellen van de grondexploitatie voor De Els op 22 mei 2025. Wanneer wordt uitgegaan van de geschatte risico’s zoals opgenomen in de Nota Grondexploitatie 2025 en het bijbehorende raadsvoorstel, blijkt dat de huidige omvang van de reserve grondexploitatie van € 5 miljoen mogelijk niet toereikend is. Om hier adequaat op in te spelen zal bij het opstellen van de Nota Grondexploitatie 2026 het risicoprofiel opnieuw worden berekend. Indien uit deze actualisatie blijkt dat het benodigde risicobuffer boven de huidige € 5 miljoen uitkomt, wordt voorgesteld om de reserve grondexploitatie dienovereenkomstig te verhogen.

In de komende periode zal ook een gemeentebrede doorontwikkeling van het risicomanagement en risicobeheersing worden opgestart, mede omdat het risicoprofiel van de gemeente Waalwijk stijgt. De huidige Nota risicomanagement zal worden geactualiseerd, evenals de nota reserves en voorzieningen. Daarnaast zullen waarschijnlijk inhoudelijke verbeteringen worden voorgesteld aan de gemeenteraad, waarvan de omgang met de reserve grondexploitatie onderdeel zal uitmaken. 

Kengetallen gemeente Waalwijk

Terug naar navigatie - Weerstandsvermogen - Kengetallen gemeente Waalwijk

Op grond van onderstaande kengetallen en rekening houdende met het weerstandsvermogen op grond van de risicomatrix beschikt de gemeente Waalwijk over een gezonde financiële positie. Weliswaar beschikt de gemeente over een relatief hoge schuldpositie, maar deze is door het hoge investeringsniveau in de afgelopen jaren goed te verklaren.
De meest actuele risico’s binnen de grondexploitatie zijn nader toegelicht in de nota grondexploitatie 2025 (raad 26 juni 2025). Daarnaast wordt jaarlijks in de begroting ook de paragraaf Grondbeleid opgenomen, waarin de risico's in relatie tot de reserve grondexploitatie worden toegelicht.

 

Bedragen x € 1.000

Netto Schuldquote Rekening Begroting Begroting Begroting Begroting Begroting
2024 2025 2026 2027 2028 2029
A Vaste schulden (cf. art 46 BBV) 138.316 161.404 174.422 177.790 217.748 224.455
B Netto vlottende schuld (cf. art. 48 BBV) 18.214 23.000 23.000 23.000 23.000 23.000
C Overlopende passiva (cf. art. 49 BBV) 26.687 20.000 20.000 20.000 20.000 20.000
Totaal 183.217 204.404 217.422 220.790 260.748 267.455
D Financiële activa (cf. art. 36 lid d,e en f) 0 0 0 0 0 0
E Uitzettingen < 1 jaar (cf. art. 39 BBV) 15.908 10.000 10.000 10.000 10.000 10.000
F Liquide middelen (cf. art. 40 BBV) 2.074 1.000 1.000 1.000 1.000 1.000
G Overlopende activa (cf. art 40a BBV) 7.585 4.000 4.000 4.000 4.000 4.000
Totaal 25.567 15.000 15.000 15.000 15.000 15.000
H Totale baten (cf. art. 17 lid c BBV excl. mutaties reserves) 190.710 213.178 210.995 228.907 216.767 187.623
Netto Schuldquote
(A+B+C-D-E-F-G)/H x 100% 82,6% 89,6% 95,9% 89,9% 113,4% 134,6%
Netto Schuldquote Rekening Begroting Begroting Begroting Begroting Begroting
Gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen 2024 2025 2026 2027 2028 2029
A Vaste schulden (cf. art 46 BBV) 138.316 161.404 174.422 177.790 217.748 224.455
B Netto vlottende schuld (cf. art. 48 BBV) 18.214 23.000 23.000 23.000 23.000 23.000
C Overlopende passiva (cf. art. 49 BBV) 26.687 20.000 20.000 20.000 20.000 20.000
Totaal 183.217 204.404 217.422 220.790 260.748 267.455
D Financiële activa (cf. art. 36 lid b,c,d,e en f) 18.587 23.918 23.593 23.267 22.937 22.606
E Uitzettingen < 1 jaar (cf. art. 39 BBV) 15.908 10.000 10.000 10.000 10.000 10.000
F Liquide middelen (cf. art. 40 BBV) 2.074 1.000 1.000 1.000 1.000 1.000
G Overlopende activa (cf. art 40a BBV) 7.585 4.000 4.000 4.000 4.000 4.000
Totaal 44.154 38.918 38.593 38.267 37.937 37.606
H Totale baten (cf. art. 17 lid c BBV (excl. mutaties reserves) 190.710 213.178 210.995 228.907 216.767 187.623
Netto Schuldquote gecorrigeerd
(A+B+C-D-E-F-G)/H x 100% 72,9% 77,6% 84,8% 79,7% 102,8% 122,5%
Solvabiliteitsratio Rekening Begroting Begroting Begroting Begroting Begroting
2024 2025 2026 2027 2028 2029
A Totaal eigen vermogen 111.255 106.199 101.901 99.442 97.376 94.717
B Totaal van de passiva 307.498 331.348 341.418 342.443 380.017 383.548
Netto Schuldquote gecorrigeerd
A/B x 100% 36,2% 32,1% 29,8% 29,0% 25,6% 24,7%
Grondexploitaties Rekening Begroting Begroting Begroting Begroting Begroting
2024 2025 2026 2027 2028 2029
A Totaal van de activa van de niet in exploitatie genomen bouwgronden 0 0 0 0 0 0
B Totaal van de activa van de in exploitatie genomen bouwgronden -1.978 6.530 16.559 -8.728 -32.795 -30.882
C Totale baten (cf. art. 17 lid c BBV (excl. mutaties reserves) 190.710 190.710 190.710 190.710 190.710 190.710
Grondexploitatie
(A/B)/C x 100% -1,04% 3,42% 9% -5% -17% -16%
Structurele begrotingsruimte Rekening Begroting Begroting Begroting Begroting Begroting
2024 2025 2026 2027 2028 2029
A Structurele lasten 167.187 175.809 186.969 182.983 182.189 183.416
B Structurele baten 176.559 176.548 188.667 186.112 183.419 183.828
Totaal B-A 9.372 739 1.698 3.129 1.230 412
C Structurele toevoegingen 492 0 0 0 0
D Structurele onttrekkingen 1.531 910 1.318 1.319 1.694 2.574
Totaal D-C 1.039 910 1.318 1.319 1.694 2.574
E Totale baten (cf. art. 17 lid c BBV (excl. mutaties reserves) 190.710 213.178 210.995 228.907 216.767 187.623
Structurele begrotingsruimten
((B-A)+(D-C))/(E) x 100% 5,5% 0,8% 1,4% 1,9% 1,4% 1,6%
Vaststelling gemeentelijke belastingcapaciteit in %:Belastingcapaciteit (E/F) x 100% Rekening Begroting Begroting Begroting Begroting Begroting
2024 2025 2026 2027 2028 2029
A OZB-lasten voor gezin bij gemiddelde WOZ-waarde 378 390 399 399 399 399
B Rioolheffing voor gezin bij gemiddelde WOZ-waarde 189 202 217 217 217 217
C Afvalstoffenheffing voor een gezin (conform begrotingen AVRI) 237 246 281 281 281 281
D Eventuele heffingskorting voor een gezin
E Totale woonlasten voor gezin bij gemiddelde WOZ-waarde (A+B+C-D) 804 838 897 897 897 897
F Woonlasten landelijke gemiddelde voor gezin in het voorafgaande begrotingsjaar 994 1.053 1.053 1.053 1.053 1.053
Vaststelling gemeentelijke belastingcapaciteit in %: 80,9% 79,6% 85,2% 85,2% 85,2% 85,2%
Belastingcapaciteit (E/F) x 100%

Weerstandscapaciteit

Terug naar navigatie - Weerstandsvermogen - Weerstandscapaciteit

De weerstandscapaciteit bestaat uit de middelen en mogelijkheden waarover de gemeente beschikt om niet-begrote kosten, die onverwachts en substantieel zijn, te kunnen dekken. Het gaat om de elementen waarmee tegenvallers eventueel bekostigd kunnen worden, zoals de Algemene Reserve, maar ook de onbenutte belastingcapaciteit.

Voor de grondexploitatie is een afzonderlijke risicoscan gemaakt (zie ook paragraaf 7: Grondbeleid). Hieruit blijkt dat de indirecte risico’s (uitgaande van afwijkingen van 1%)  én directe risico’s, die niet afgedekt worden door positieve projectresultaten, worden opgevangen door de reserve Grondexploitatie. Deze reserve is daarom niet inzetbaar bij de berekening van de weerstandscapaciteit en -ratio. 

Op grond van de nu bekende gegevens kan het volgende overzicht worden gegeven:

bedragen per 1 januari 2025 (x € 1.000)

Weerstandscapaciteit Incidenteel Structureel
Algemene reserve 24.842  
Totaal reserve capaciteit 24.842  
     
Onroerende zaakbelastingen (100% verhoging)   15.555
Totaal onbenutte belastingcapaciteit   15.555
Onvoorzien   100
Totaal weerstandscapaciteit 24.842 15.655

Per begin 2025 bedraagt de totale weerstandscapaciteit van de gemeente Waalwijk € 40.497.000.

De norm voor de onbenutte belastingcapaciteit is gebaseerd op de norm die het Rijk stelt voor gemeenten die in aanmerking willen komen voor een bijdrage op grond van artikel 12 Financiële-verhoudingswet. De bepaling van de ratio is gebaseerd op een theoretisch model, waarbij er vanuit wordt gegaan dat alle risico’s gelijktijdig manifest worden. En dat komt nooit voor. De 100% OZB-verhoging past in ditzelfde theoretische kader.

De Algemene Reserve moet een geblokkeerd gedeelte bevatten, om het totaal van de risico’s die ‘waarschijnlijk eens in de vijf jaar’ optreden te kunnen opvangen. Op dit moment gaat het om € 6,6 miljoen. Als een risico optreedt en er moet worden afgerekend, moet de Algemene Reserve of de reserve Grondexploitatie onmiddellijk worden aangewend. Daarmee kan de ratio onder druk komen te staan. Een OZB-verhoging en daarbij behorende hogere opbrengst zal altijd enige tijd duren. Hierbij moet wel worden aangetekend dat het uitzonderlijk zou zijn, als alle risico's in categorie A op hetzelfde moment manifest worden.

Bovenstaande berekening van de weerstandscapaciteit is uiteraard een momentopname. De genoemde bedragen kunnen van jaar tot jaar fluctueren. Voor de afdekking van risico’s heeft de gemeenteraad normen vastgelegd voor de noodzakelijke omvang van de Algemene Reserve.

Stille reserves

Terug naar navigatie - Weerstandsvermogen - Stille reserves

In het Gemeenschappelijk Financieel Toezichtkader 2020 van de provincies is met betrekking tot stille reserves in relatie tot het weerstandsvermogen het volgende opgenomen:
1. Stille reserves nemen wij alleen mee als de actuele marktwaarde reëel is onderbouwd;
2. Daarnaast geldt als uitgangspunt dat de stille reserve geen gebruiksnut heeft voor de gemeenten en op korte termijn beschikbaar kan komen.

Gelet op het bovenstaande maken de stille reserves met ingang van 2020 geen onderdeel meer uit van het weerstandsvermogen.

Risico's

Terug naar navigatie - Weerstandsvermogen - Risico's

In het BBV wordt een toelichting gegeven op de risico’s die relevant zijn voor het weerstandsvermogen. Het gaat om risico’s die niet op een andere manier zijn ondervangen. Reguliere risico’s – die zich regelmatig voordoen en die veelal vrij goed meetbaar zijn – maken geen deel uit van de risico’s in de paragraaf Weerstandsvermogen. Hiervoor kunnen immers verzekeringen worden afgesloten of voorzieningen worden gevormd. Voorbeelden van risico’s die wel tot de paragraaf Weerstandsvermogen horen zijn ondernemersrisico’s (of bedrijfsrisico’s). Die hangen vooral samen met grondexploitatie, gebiedsuitbreiding, publiek- private samenwerking (PPS), sociale structuur (bij neergaande conjunctuur) en open-einderegelingen.

Risicomatrix begroting 2026
Bij zowel de begroting als de jaarrekening wordt een risicomatrix opgesteld. De risicomatrix geeft systematisch inzicht in de categorisering van aanwezige risico’s. Om het risicomanagement te borgen, wordt met ingang van 2023 van alle voor het weerstandsvermogen relevante risico's een frauderisico-analyse gemaakt.

De risico’s zijn zoveel mogelijk in beeld gebracht en er is inzichtelijk gemaakt in welke mate deze risico’s beheerst worden. Nadere acties blijven nodig om tot verdere risicobeheersing te komen. In de bijlage is een integraal overzicht opgenomen van alle geïdentificeerde risico's, via de link zijn alle kaarten in te zien:  risicokaarten

De belangrijkste risico's

Hieronder is schematisch weergeven wat de grootste risico's zijn voor de gemeente Waalwijk.

Kaart

Omschrijving risico

Maximaal risico

Percentage verwacht risico

Risico relevant voor ratio

16

Garanties sportverenigingen/rechtspersonen maatschappelijk vlak

€ 2.500.000

40%

€ 1.000.000

17

Verzekeringen - gemeentelijke gebouwen

€ 2.500.000

40%

€ 1.000.000

18

Gemeentefonds - BTW compensatiefonds

€ 1.500.000

60%

€    900.000

18

Gemeentefonds - SPUK's

€ 1.500.000

60%

€    900.000

22

AWBZ - Wmo 2015

€ 1.000.000

80%

€    800.000

23

Jeugdzorg

€ 1.500.000

80%

€ 1.200.000

24

Wmo - huishoudelijke hulp / gehandicaptenvoorzieningen

€ 1.000.000

80%

€    800.000

25

Participatie

€ 1.000.000

80%

€     800.000

32

Materiële vaste activa Haven Acht Oost

€ 2.500.000

60%

€ 1.500.000

33

Schade door cyberincident

€ 1.000.000

80%

€ 800.000

 

  € 16.000.000   € 9.700.000

De risicokaarten zijn in het voorjaar 2025 bij het opstellen van de jaarrekening 2024 geactualiseerd. Bij de begroting 2026 is geconstateerd dat de risico's nog steeds juist zijn ingeschat en er dus geen aanpassingen op de risicokaarten nodig zijn.

Beoordeling beschikbare weerstandsvermogen

Terug naar navigatie - Weerstandsvermogen - Beoordeling beschikbare weerstandsvermogen

Met onderstaande ratio kan een norm gesteld worden voor een aanvaardbare relatie tussen de beschikbare weerstandscapaciteit en de risico’s.

                         Beschikbare weerstandscapaciteit

Ratio =         -------------------------------------------

                          Benodigde weerstandscapaciteit

Een ratio voor het weerstandsvermogen van 1,0 tot 1,4 wordt voldoende geacht. Een ratio van 0,8 tot 1,0 wordt als matig bestempeld, terwijl een ratio boven 1,4 aangemerkt wordt als ruim voldoende.
Het benodigde weerstandsvermogen kan als volgt berekend worden:

Risicoklasse

Kans op schade

Aantal Geïnventariseerde schades

Maximale omvang max. totale schade

Percentage meegenomen

waarschijnlijk

1 x per  5 jaar

Schades 12

€ 6,6 miljoen

80% €  5,3 miljoen

mogelijk

1 x per 10 jaar

Schades 25

€ 13,4 miljoen

60% €  8,0 miljoen

onwaarschijnlijk

1 x per 15 jaar

Schades 17

€ 6,5 miljoen

40% € 2,6  miljoen

onbekend

1 x per 10 jaar

Schades 9

€  5,3 miljoen

20 % € 1,1  miljoen

 

 

 

 

€ 31,8  miljoen

€ 17,0  miljoen

 

 

                                €  40.496.838

Ratio                         ---------------         =   2,385 (uitstekend)

                                €  16.980.000

Voor de gemeente Waalwijk bedraagt de ratio voor het weerstandsvermogen 2,385. Dat is te kwalificeren als uitstekend.
Bij de berekening moet wel de kanttekening worden geplaatst dat rekening is gehouden met 100% verhoging van de OZB (€ 15.281.000). Wordt die buiten beschouwing gelaten, dan zakt de ratio naar 1,47 en ook dat is nog ruim voldoende. En ook hier geldt: niet alle risico's zullen op hetzelfde moment optreden.