Paragraaf voortgang ombuigingen

Wat willen we bereiken?

Terug naar navigatie - Wat willen we bereiken?

Stand van zaken ombuigingen sociaal domein

Terug naar navigatie - Stand van zaken ombuigingen sociaal domein

Stand van zaken ombuigingen sociaal domein
Begin 2020 bleek dat, onder andere door ontwikkelingen in wetgeving, de tekorten in het sociaal domein naar 2021 toe verder opliepen. De tekorten komen zowel door de kostenontwikkeling voor de Jeugdzorg als vanuit prijs- en volumeontwikkelingen in de Wmo. We zijn met deze tekorten aan de slag gegaan met als uitgangspunt dat de tekorten in het sociaal domein ook opgelost moeten worden binnen het sociaal domein.
Naar aanleiding van te verwachten structureel hogere kosten voor de jeugdzorg in het Voorjaarsbericht 2019 waren eind 2019 reeds beheersmaatregelen vastgesteld. In aanvulling hierop is bij het opstellen van de Actualisering Begroting 2021 (raad 19 november 2020) samen met een extern bureau gekeken naar extra beheersmaatregelen voor de kosten Jeugdzorg en zijn beheersmaatregelen voor de kosten Wmo vastgesteld. Hieronder staat een overzicht van de in de meerjarenbegroting opgenomen beheersmaatregelen en wordt hierop een toelichting gegeven.

Bedragen x €1.000 2022 2023 2024 2025
O.SD.1 Beheersmaatregelen jeugd (2019) 595 745 995 995
O.SD.2 Extra besparing lopende beheersmaatregelen jeugd 300 300 390 390
O.SD.3 Aanvullende maatregelen Wmo 525 525 630 630
O.SD.4 Extra rijksmiddelen 750 750 750 750
O.SD.5 Budgetplafond Hulp bij het Huishouden 0 250 305 305
Totaal 2.170 2.570 3.070 3.070
waarvan:        
Gerealiseerde ombuiging 738 750 750 750
Nog te realiseren ombuiging 1.575 1.820 2.320 2.320
Reeds gemeld en verwerkt 12 0 0 0

Bovenstaande posten O.SD.1 tot en met O.SD.5 worden hierna verder toegelicht.

O.SD | 1. Beheersmaatregelen kosten Jeugdzorg (vanuit Voorjaarsbericht 2019)

Eind 2019 zijn beheersmaatregelen voor de kosten Jeugdzorg vastgesteld naar aanleiding van een taakstelling uit het Voorjaarsbericht 2019. In 2019 was een verwacht nadeel voor de kosten Jeugdzorg voorzien van € 995.000, dat geleidelijk in de jaren daarna door effecten van deze beheersmaatregelen moest worden teruggebracht. In de meerjarenbegroting 2022 tot en met 2025 zijn hiervoor de volgende taakstelling opgenomen: 2022 een bedrag van € 595.000; 2023 een bedrag van € 745.000 en met ingang van 2024 structureel een bedrag van € 995.000 per jaar.

Meerjarenbegroting 2022 tot en met 2025:

Bedragen x €1 2022 2023 2024 2025
1. Taakstellende ombuiging 595 745 995 995
2. Gerealiseerde ombuiging        
3. Nog te realiseren ombuiging 595 745 995 995
Verschil (= 1 -/-2 -/-3) 0 0 0 0

De beheersmaatregelen zijn opgestart in 2020, verschillende projecten hebben gedurende dit eerste jaar al een besparing gerealiseerd. De gerealiseerde besparingen van sommige projecten (zoals Top 15 PGB en Top 25 ZIN) werken vanwege de looptijd van de beschikking door in 2021. Andere projecten, zoals het differentiëren van de taken in de toegang en het toetsen van indicaties voordat beschikkingen worden verstuurd, leveren in 2021 ook al de gewenste besparingen op.
Het betreft besparingen, die je ook kunt omschrijven als ‘uitgaven die we hebben kunnen voorkomen’ als gevolg van een andere werkwijze en extra inhoudelijke controles. De daadwerkelijke kosten worden door meer factoren beïnvloed, denk hierbij bijvoorbeeld aan groei van de populatie en toename van de intensiteit van zorg. Er zal, gelet op deze factoren nog moeten blijken in hoeverre deze besparingen in de werkelijke realisatie zichtbaar zullen worden.

O.SD | 2. Extra besparing lopende beheersmaatregelen kosten Jeugdzorg
In 2020 is in aanvulling op de lopende beheersmaatregelen jeugd, waarvoor met ingang van de begroting 2024 reeds structureel een bedrag van € 995.000 is opgenomen, een second opinion gevraagd. Dit heeft geleid tot de conclusie dat op de maatregelen herindicaties bij de toegang, POH-JGGZ, plan van aanpak en verlengde jeugdwet met ingang van de begroting 2024 structureel een bedrag van € 390.000 meer bespaard kan worden.

Meerjarenbegroting 2022 tot en met 2025:

Bedragen x €1.000 2022 2023 2024 2025
1. Taakstellende ombuiging 300 300 390 390
2. Gerealiseerde ombuiging        
3. Nog te realiseren ombuiging 300 300 390 390
Verschil (= 1 -/-2 -/-3) 0 0 0 0

 

O.SD | 3. Aanvullende maatregelen Wmo
De in 2020 gevraagde second opinion heeft ook bekeken of er aanvullende maatregelen mogelijk zijn voor de Wmo. Conclusie was dat de beheersmaatregelen die reeds voor de jeugd waren genomen ook ingezet kunnen worden voor de Wmo. In totaal is berekend dat door gerichte training van de medewerkers van de toegang, meer differentiatie van taken en herberekening van tarieven Wmo, een extra besparing mogelijk is die oploopt tot een bedrag van € 630.000 met ingang van de begroting 2024.

Meerjarenbegroting 2022 tot en met 2025:

Bedragen x €1.000 2022 2023 2024 2025
1. Taakstellende ombuiging 525 525 630 630
2. Gerealiseerde ombuiging        
3. Nog te realiseren ombuiging 525 525 630 630
Verschil (= 1 -/-2 -/-3) 0 0 0 0



O.SD | 4. Extra rijksmiddelen
Voor de jaren 2020 en 2021 heeft het rijk incidenteel middelen beschikbaar gesteld aan gemeenten voor de extra kosten in de jeugdzorg. Voor de gemeente Waalwijk was dit € 750.000. Inmiddels is door zowel de Provincie als het Rijk aangegeven dat gemeenten deze extra middelen structureel in de begroting kunnen verwerken.

Meerjarenbegroting 2022 tot en met 2025:

Bedragen x €1.000 2022 2023 2024 2025
1. Taakstellende ombuiging 750 750 750 750.
2. Gerealiseerde ombuiging 738 750 750 750
3. Nog te realiseren ombuiging 0 0 0 0
Verschil (= 1 -/-2 -/-3) 12 0 0 0

Bij de Septembercirculaire 2020 is voor 2022 een compensatie voor extra uitgaven jeugdzorg van € 738.000 door het rijk verstrekt; een incidenteel nadeel van € 12.000 (ten opzichte van de taakstelling) is in het Najaarsbericht 2020 verwerkt. Daarnaast zijn in de meerjarenbegroting de toegezegde extra rijksmiddelen geraamd; in de begroting 2022 voor 100%  en met ingang van de begroting 2023 voor 75%. Hiermee is bovenstaande taakstelling gerealiseerd.

 

O.SD | 5. Budgetplafond HbH
De kosten voor hulp bij het huishouden (HbH) zijn de afgelopen jaren fors gestegen tot een bedrag  van ongeveer € 3,7 miljoen per jaar. Belangrijkste oorzaak is het afschaffen van de inkomenstoets en het uniforme (lage) uurtarief dat moet worden gehanteerd. Deze ontwikkeling vinden wij, evenals vele gemeenten met ons, niet wenselijk. Om de kosten enigszins in de hand te houden zijn wij voornemens om een budgetplafond op de HBH1 in te voeren van 10% in met ingang van 2023. De implementatie van dit voorgenomen budgetplafond wordt meegenomen in de aanbesteding Wmo die in 2022 wordt uitgevoerd.

Meerjarenbegroting 2022 tot en met 2025:

Bedragen x €1.000 2022 2023 2024 2025
1. Taakstellende ombuiging 0 250 305 305
2. Gerealiseerde ombuiging 0 0 0 0
3. Nog te realiseren ombuiging 0 250 305 305
Verschil (= 1 -/-2 -/-3) 0 0 0 0



Stand van zaken overige ombuigingen

Terug naar navigatie - Stand van zaken overige ombuigingen

In het Voorjaarsbericht 2020 is geconstateerd dat we, evenals veel andere gemeenten in onze regio en in de rest van Nederland, te maken hebben met tekorten op de begroting.
We hebben daarbij aangekondigd in de Actualisering Begroting 2021 met een evenwichtig pakket aan maatregelen te komen. Naast ombuigingen in het Sociaal Domein is in de Actualisering Begroting 2021 (raad 19 november 2020) een groot aantal ombuigingen opgenomen, die in vier categorieën zijn te onderscheiden. Samengevat is de stand van zaken van deze ombuigingen voor de begroting 2022 als volgt:

Bedragen x €1.000 2022 2023 2024 2025
5.1 Organisatie 470 590 755 755
5.2 Efficiency & samenwerking 215 285 287 287
5.3 Versoberen & eigen verantwoordelijkheid 171 181 213 213
5.4 Inkomsten verhogen 280 465 547 547
Totaal 1.136 1.520 1.802 1.802
Waarvan:        
Gerealiseerde ombuiging 953 1.167 1.313 1.313
Nog te realiseren ombuiging 183 353 489 489
Reeds gemeld en verwerkt 0 0 0 0

Hierna wordt per categorie een toelichting gegeven, waarbij 5.1 tot en met 5.4 een verwijzing is naar de paragrafen in de Actualisering Begroting 2021, waar de originele ombuigingen zijn bepaald.

5.1 Organisatie
Eén van de elementen uit het pakket aan ombuigingen is de eigen organisatie: kritisch kijken waar we door anders organiseren of verleggen van onze focus kosten kunnen besparen.
Stand van zaken begroting 2022:

Bedragen x €1.000 2022 2023 2024 2025
1. Taakstellende ombuiging 470 590 755 755
2. Gerealiseerde ombuiging 470 498 535 535
3. Nog te realiseren ombuiging 0 92 220 220
Verschil (= 1 -/-2 -/-3) 0 0 0 0

Voor het jaar 2022 zijn alle ombuigingen organisatie gerealiseerd. De in latere jaren nog te realiseren ombuigingen hebben vooral betrekking op voor die jaren in te vullen ombuigingen op formatie. In een aantal situaties hangt dat samen met t.z.t. uit dienst gaande medewerkers. De verwachting is dat de ombuigingen 5.1. Organisatie geheel gerealiseerd worden.

5.2 Ombuigingen efficiency & samenwerking
Eén van de elementen uit het pakket aan ombuigingen is efficiency & samenwerking: kunnen we gemakkelijk tegen minder kosten hetzelfde blijven doen of met eventueel gering effect.
Stand van zaken begroting 2022:

Bedragen x €1.000 2022 2023 2024 2025
1. Taakstellende ombuiging 215 285 287 287
2. Gerealiseerde ombuiging 133 144 146 14
3. Nog te realiseren ombuiging 82 141 141 141
Verschil (= 1 -/-2 -/-3) 0 0 0 0

De verwachting is dat het restant van € 82.000 aan ombuigingen 2022 gerealiseerd wordt. De ombuigingen lopen na 2022 verder op, veelal door ombuigingen die pas in latere jaren starten; deze zijn nog niet helemaal ingevuld (bijvoorbeeld te verwachten resultaat aanbesteding personeels- en salarisadministratie). Ook hier is de verwachting dat deze geheel gerealiseerd worden.

5.3 Ombuigingen versoberen & eigen verantwoordelijkheid
Een ander element uit het pakket aan ombuigingen is versoberen & eigen verantwoordelijkheid: vanuit de filosofie van meer eigen verantwoordelijkheid kijken we of we voorzieningen, activiteiten en dienstverlening kunnen versoberen. Hierbij houden we rekening met onderdelen waar de effectiviteit nu gering van is en/of deze nog gemakkelijk terug te draaien zijn in betere tijden. Anders kan dit leiden tot onwenselijk kapitaalverlies.
Stand van zaken Begroting 2022:

Bedragen x €1.000 2022 2023 2024 2025
1. Taakstellende ombuiging 171 181 213 213
2. Gerealiseerde ombuiging 171 171 203 203
3. Nog te realiseren ombuiging 0 0 10 10
Verschil (= 1 -/-2 -/-3) 0 0 0 0

Het restant aan ombuigingen vanaf 2023 betreft het gebruik van minder onderhoudsintensief groen.

5.4. Ombuigingen inkomsten verhogen
Eén van de elementen uit het pakket aan ombuigingen is het verhogen van de inkomsten; onder andere via tarieven: Wij vragen met lokale belastingen en tarieven een bijdrage aan onze inwoners om Waalwijk aantrekkelijker te maken voor iedereen. Zonder dit als “melkkoe” te gebruiken, willen we kijken wat hierin mogelijk is, passend bij ons voorzieningenniveau en met behoud van onze gunstige positie als gemeente met een lage lastendruk.
Stand van zaken begroting 2022:

Bedragen x €1.000 2022 2023 2024 2025
1. Taakstellende ombuiging 280 465 547 547
2. Gerealiseerde ombuiging 179 354 429 429
3. Nog te realiseren ombuiging 101 111 118 118
Verschil (= 1 -/-2 -/-3) 0 0 0 0

Tot de nog te realiseren ombuigingen behoort een post van € 54.000 door verkoop van snippergroen en verhoogde inkomsten zwembad van € 25.000.