De verordening kent taxivervoer naar school toe in een aantal specifieke situaties waarin beperkingen, schooltype, afstand, leeftijd en gezinssituatie allemaal kunnen meespelen. De toetsing hierbinnen of een leerling zelfstandig kan reizen is kwetsbaar. Een toetsing of ouders het kind (deels) zelf kunnen brengen en halen vindt in de meeste gevallen uberhaupt niet plaats. Het gevolg hiervan is dat meer leerlingen in de taxi zitten dan nodig. 
Taxivervoer is een voorziening die niet bijdraagt aan de ontwikkeling van het kind en die in zekere mate zelfs nadelig is (wegens lange reistijd, files, wachten bij andermans voordeur, kwetsbare stiptheid, drukte in het busje, lang stilzitten, afhankelijkheid van anderen, chauffeurstekort). Leerlingen die getraind worden in zelf fietsen of zelf reizen met bus of trein maken vaak ook op andere vlakken een sprong in zelfvertrouwen en zelfredzaamheid.
Met aanpassing van verordening, beleidsregels en werkprocessen wordt steviger ingezet op met name het zelf brengen en halen door ouders. Hierdoor komen ouders vaker op het schoolplein in contact met leerkrachten, wat met name bij leerlingen in het speciaal onderwijs van belang is. In aanvulling hierop kan de gemeente actiever sturen op vrijwillig gebruik van voorzieningen waarmee de leerling geleerd en geholpen wordt om zelfstandig te reizen.