Artikel 9 van het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV) bepaalt dat in de begroting paragrafen moeten worden opgenomen, waarin de beleidslijnen worden vastgelegd met betrekking tot beheersmatige aspecten en de lokale heffingen.
Doel van de paragrafen is dat onderwerpen die versnipperd in de begroting staan, worden gebundeld in een kort overzicht (de paragraaf), waardoor de raad voldoende inzicht krijgt. Op deze wijze geven de paragrafen een dwarsdoorsnede van de begroting. Met de genoemde onderwerpen is telkens een financieel belang gediend. De paragrafen geven daardoor extra informatie voor de beoordeling van de financiële positie op de korte en langere termijn. Van de paragrafen zijn de eerste 8 wettelijk voorgeschreven, paragraaf 9 (voortgang ombuigingen) is op eigen initiatief toegevoegd.
De (voorgeschreven) paragrafen zijn:
1. Lokale heffingen
2. Weerstandsvermogen en risicobeheersing
3. Onderhoud kapitaalgoederen
4. Financiering (en treasury)
5. Bedrijfsvoering
6. Verbonden partijen
7. Grondbeleid
8. Wet Open Overheid (WOO), sinds 2 jaar verplicht
9. Voortgang ombuigingen