In deze paragraaf wordt nader ingegaan op de weerstandscapaciteit afgezet tegen de risico’s die de gemeente loopt in zowel de exploitatie- als investeringssfeer.
De gemeenteraad heeft 18 juni 2015 het kader voor deze paragraaf vastgesteld en heeft instructies gegeven voor de wijze waarop met risico’s en risicomanagement moet worden omgegaan. Voor 2019 stond de actualisatie van de" Nota Weerstandsvermogen en risicomanagement van de gemeente Waalwijk" ingepland. Er is een scan uitgevoerd naar de toepassing van het beleid en uitvoering en de conclusie is dat het bestaande beleid en uitvoering adequaat is en daarmee is een update niet noodzakelijk. De raad is door middel van een raadsinformatiebrief hierover geïnformeerd 39-19.
Kengetallen gemeente Waalwijk
Op grond van onderstaande kengetallen en rekening houdende met het weerstandsvermogen op grond van de risicomatrix kan geconcludeerd worden dat de gemeente Waalwijk over een gezonde financiële positie beschikt. Weliswaar beschikt de gemeente over een relatief hoge schuldpositie maar deze is door het hoge investeringsniveau in de afgelopen jaren goed te verklaren. De risico’s in de grondexploitatie zijn door afboekingen in de afgelopen jaren beheersbaar geworden en door een stijgende verkoop van gronden neemt de boekwaarde in de grondexploitatie af. Tenslotte is sprake van een lage lastendruk voor onze burgers ten opzichte van het landelijk gemiddelde.
Bedragen x € 1.000
Tabel 1 - Netto schuldquote
|
Bij begroting ultimo jaar |
Rekening 2019 |
Begroting 2020 |
Begroting 2021 |
A
|
Vaste schulden (cf. art.46 BBV) |
138.015 |
120.283 |
103.874 |
B
|
Netto vlottende schuld (cf. art. 48 BBV) |
17.410 |
38.292 |
119.397 |
C
|
Overlopende passiva (cf. art. 49 BBV) |
12.942 |
0 |
0 |
D
|
Financiële activa (cf. art. 36 lid d, e en f) |
9.240 |
22.429 |
23.565 |
E
|
Uitzetting < 1 jaar (cf. art. 39 BBV) |
8.876 |
0 |
0 |
F
|
Liquide middelen (cf. art. 40 BBV) |
761 |
0 |
0 |
G
|
Overlopende activa (cf. art. 40a BBV) |
4.310 |
0 |
0 |
H
|
Totale baten cf. art. 17 lid c BBV) |
175.855 |
138.563 |
158.450 |
|
Netto schuldquote ((A+B+C-D-E-F-G) / H ) x 100% |
82.56% |
98,26% |
143,07% |
Voor een toelichting op de cijfers wordt verwezen naar de tabel Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen.
Tabel 2 - Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen
|
Bij begroting ultimo jaar |
Rekening 2019 |
Begroting 2020 |
Begroting 2021 |
A |
Vaste schulden (cf. art.46 BBV) |
119.212 |
111.909 |
121.415 |
B |
Netto vlottende schuld (cf. art. 48 BBV) |
17.410 |
38.292 |
119.387 |
C |
Overlopende passiva (cf. art. 49 BBV) |
12.942 |
0 |
0 |
D |
Financiële activa (cf. art. 36 lid d, e en f) |
9.240 |
4.992 |
4.992 |
E |
Uitzetting < 1 jaar (cf. art. 39 BBV) |
8.876 |
0 |
0 |
F |
Liquide middelen (cf. art. 40 BBV) |
761 |
0 |
0 |
G |
Overlopende activa (cf. art. 40a BBV) |
4.310 |
0 |
0 |
H |
Totale baten cf. art. 17 lid c BBV) |
175.855 |
138.563 |
158.450 |
|
Netto schuldquote ((A+B+C-D-E-F-G) / H ) x 100% |
71,86% |
104,80% |
148,82% |
Tabel 3 - Solvabiliteitsratio
|
|
Rekening 2019 |
Begroting 2020 |
Begroting 2021 |
A |
Eigen vermogen (cf. art. 42 BBV) |
95.593 |
80.374 |
83.554 |
B |
Balanstotaal |
269.739 |
277.549 |
341.491 |
|
Solvabiliteit (A/B) x 100% |
35,44% |
28,96% |
24,47% |
Tabel 4 - Kengetal grondexploitatie
|
Bij begroting ultimo jaar |
Rekening 2019 |
Begroting 2020 |
Begroting 2021 |
A |
Niet in exploitatie genomen bouwgronden (cf. art. 38 lid a. punt 1 BBV) |
0 |
0 |
|
B |
Bouwgronden in exploitatie (cf. art. 38 lid b BBV) |
9.877 |
1.211 |
25.234 |
C |
Totale baten cf. art. 17 lid c BBV (dus excl. mutaties reserves) |
175.855 |
138.563 |
158.450 |
|
Grondexploitatie (A+B) / C x 100% |
5,62% |
0,87% |
15,93% |
Tabel 5 - Structurele exploitatieruimte
|
Bij begroting ultimo jaar |
Rekening 2019 |
Begroting 2020 |
Begroting 2021 |
A |
Totale structurele lasten |
166.303 |
142.399 |
144.783 |
B |
Totale structurele baten |
175.567 |
143.092 |
160.44 |
C |
Totale structurele toevoegingen aan de reserves |
0 |
250 |
255 |
D |
Totale structurele onttrekkingen aan de reserves |
1.066 |
2.529 |
1.887 |
E |
Totale baten |
211.380 |
149.537 |
161.389 |
|
Structurele exploitatieruimte (B-A) + (D-C) / (E) x 100% |
4,89% |
1,99% |
10,72% |
Tabel 6 - Belastingcapaciteit: woonlasten meerpersoonshuishouden
|
Bij begroting ultimo jaar (bedragen in € 1 / afgerond) |
Rekening 2019 |
Begroting 2020 |
Begroting 2021 |
A |
OZB-lasten voor gezin bij gemiddelde WOZ-waarde |
270 |
277 |
|
B |
Rioolheffing voor gezin bij gemiddelde WOZ-waarde |
144 |
147 |
|
C |
Afvalstoffenheffing voor een gezin |
191 |
193 |
|
D |
Eventuele heffingskorting |
0 |
0 |
|
E |
Totale woonlasten voor gezin bij gemiddelde WOZ-waarde (A+B+C+D) |
605 |
618 |
|
F |
Woonlasten landelijke gemiddelde voor gezin in t-1 (bron: COELO) |
740 |
776 |
|
|
Woonlasten t.o.v. landelijke gemiddelde jaar er voor (E/F) x 100% |
81,76% |
79,64% |
nog te bepalen |
N.B.: Verordeningen Onroerende Zaak Belastingen komen pas later dan 12 november 2020 in de raad aan de orde, vandaar zijn cijfers kolom 2021 niet ingevuld.
Weerstandsvermogen
Het weerstandsvermogen van een gemeente kan worden omschreven als de mate waarin een gemeente in staat is financiële tegenvallers (risico’s) op te vangen teneinde haar taken te kunnen voortzetten. Het weerstandsvermogen geeft de mate van robuustheid van de financiële huishouding weer. Dit is van belang als zich een financiële tegenvaller voordoet. Door aandacht te hebben voor het weerstandsvermogen kan worden voorkomen dat elke financiële tegenvaller dwingt tot bezuinigen. Voor het beoordelen van de robuustheid van de begroting is inzicht nodig in de omvang en in de achtergronden van de risico’s en de aanwezige weerstandscapaciteit.
Weerstandscapaciteit
De weerstandscapaciteit bestaat uit de middelen en mogelijkheden waarover de gemeente beschikt om niet begrote kosten die onverwachts en substantieel zijn te kunnen dekken. Het gaat om die elementen waarmee tegenvallers eventueel bekostigd kunnen worden zoals de algemene reserve, maar ook de onbenutte belastingcapaciteit. Onderscheid kan worden gemaakt in incidentele (ten behoeve van opvang eenmalige tegenvallers) en structurele (ten behoeve van structurele tegenvallers) weerstandscapaciteit.
Op grond van de nu bekende gegevens kan het volgende overzicht worden gegeven:
bedragen per januari 2021 (x € 1.000)
Weerstandscapaciteit |
Incidenteel |
Structureel |
|
|
|
Reservecapaciteit |
|
|
Algemene reserve |
10.281.517 |
|
AR grondexploitatie |
5.000.000 |
|
Totaal reserve capaciteit |
15.281.517 |
|
|
|
|
Onbenutte belastingcapaciteit |
|
|
Onroerende zaakbelastingen (100% verhoging) |
|
12.450.000 |
Onvoorzien |
|
100.000 |
Totaal weerstandscapaciteit |
15.281.517 |
12.550.000 |
Per januari 2021 bedraagt de totale weerstandscapaciteit € 27.831.517 (= € 15.281.517 + € 12.550.000).
De norm voor de onbenutte belastingcapaciteit is gebaseerd op de norm die het Rijk stelt voor gemeenten die in aanmerking willen komen voor een bijdrage op grond van artikel 12 Financiële Verhoudingswet.
De bepaling van de ratio is gebaseerd op een theoretisch model waarbij er vanuit wordt gegaan dat alle risico’s gelijktijdig manifest worden en dat is niet zo. De 100% OZB verhoging past overigens in dit zelfde theoretische kader.
De Algemene Reserve en de Algemene Reserve Grondexploitatie dienen feitelijk een geblokkeerd gedeelte te bevatten om het totaal van de risico’s in de categorie “waarschijnlijk 1 maal per 5 jaar” te kunnen opvangen, thans € 5,4 miljoen. Indien een risico manifest wordt en er moet worden afgerekend dan moet de Algemene Reserve of Algemene Reserve Grondexploitatie onmiddellijk worden aangewend en daarmee kan de ratio onder druk komen te staan, immers de OZB verhoging en het beschikbaar komen van de hogere opbrengst zal altijd enige tijd duren. Hierbij moet wel worden aangetekend dat het uitzonderlijk zou zijn als alle risico's in categorie A op hetzelfde moment manifest worden.
Stille reserves
In het Gemeenschappelijk Financieel Toezichtkader 2020 van de provincies is m.b.t. stille reserves in relatie tot het weerstandsvermogen het navolgende opgenomen:
1. Stille reserves nemen wij alleen mee als de actuele marktwaarde reëel is onderbouwd.
2. Daarnaast geldt als uitgangspunt dat de stille reserve geen gebruiksnut heeft voor de gemeenten en dat deze op korte termijn beschikbaar kan komen.
Gelet op het bovenstaande maken de stille reserves met ingang van 2020 geen onderdeel meer uit van het weerstandsvermogen.
Bovenstaande berekening van de weerstandscapaciteit is uiteraard een momentopname. De genoemde bedragen kunnen van jaar tot jaar fluctueren. Voor de afdekking van risico’s heeft de gemeenteraad normen vastgelegd voor de noodzakelijke omvang van de Algemene Reserve.
De bekende risico’s die betrekking hebben op de bouwgrondexploitatie zijn ook meegenomen bij de weerstandscapaciteit. De Algemene Reserve Grondexploitatie van € 5 miljoen maakt onderdeel uit van de weerstandscapaciteit. Tevens vindt jaarlijks door middel van de nota grondexploitatie herijking plaats van de bouwgrondexploitatie en worden verliezen genomen en voorzieningen getroffen indien redelijkerwijs mag worden aangenomen dat t.z.t. een verlies manifest zal worden.
Risico’s
In het BBV wordt een toelichting gegeven op de risico’s die relevant zijn voor het weerstandsvermogen.
De risico’s relevant voor het weerstandsvermogen zijn die risico’s die niet anderszins zijn ondervangen. Reguliere risico’s – risico’s die zich regelmatig voordoen en die veelal vrij goed meetbaar zijn – maken geen deel uit van de risico’s in de paragraaf weerstandsvermogen. Hiervoor kunnen immers verzekeringen worden afgesloten of voorzieningen worden gevormd. Voorbeelden van risico’s die wel tot de paragraaf weerstandsvermogen horen zijn ondernemersrisico’s (of bedrijfsrisico’s) en hangen vooral samen met grondexploitatie, gebiedsuitbreiding, publiek – private samenwerking (PPS), sociale structuur (bij neergaande conjunctuur) en open einderegelingen.
Risicomatrix begroting 2021
Bij zowel begroting als bij de jaarrekening wordt een risicomatrix opgesteld. De risicomatrix is een instrument dat systematisch inzicht geeft in de categorisering van aanwezige risico’s.
Teneinde het risicomanagement te borgen wordt sinds 2013 bij het opstellen van het interne controleplan per te controleren proces een risicoanalyse gemaakt en deze analyse wordt gehanteerd bij de uitvoering van de interne controle.
Zoveel als mogelijk zijn de risico’s in beeld gebracht en is inzichtelijk gemaakt in welke mate deze risico’s beheerst worden. Nadere acties blijven nodig om tot verdere risicobeheersing te komen. Aan de hand van de Begroting en –rekening zijn per Beleidsveld de meest essentiële risicoterreinen aangegeven en geplaatst in de risicomatrix. Onderstaand is een opsomming opgenomen van de geïdentificeerde risico’s welke van belang zijn voor het weerstandsvermogen.
Toename risico’s
Ten opzicht van de laatste rapportage (jaarrekening 2019) zijn er twee risico's toegevoegd.
Kaart 19 Gemeentefonds:
Nieuwe verdeelmaatstaven/herverdeling Gemeentefonds kan tot een structurele mutatie leiden. Waarschijnlijk vindt in 2021 hierover besluitvorming plaats. Vooralsnog is hiervoor geen bedrag opgenomen.
Kaart 34 Materiële vaste activa Haven Acht:
Risico is voor 100.000 euro ingeboekt. Voor nadere toelichting zie kaart 34.
Afname risico’s
Geen.
Beoordeling beschikbare weerstandsvermogen
Met onderstaande ratio kan een norm gesteld worden voor een aanvaardbare relatie tussen de beschikbare weerstandscapaciteit en de risico’s.
Beschikbare weerstandscapaciteit
Ratio = ---- -------------------------------------
Benodigde weerstandscapaciteit
Een ratio voor het weerstandsvermogen van 1.0 tot 1.4 wordt voldoende geacht. Een ratio van 0.8 tot 1.0 wordt als matig bestempeld, terwijl een ratio boven 1.4 aangemerkt wordt als ruim voldoende.
Het benodigde weerstandsvermogen kan als volgt berekend worden:
Risicoklasse
|
Kans op schade
|
Aantal Geïnventariseerde schades
|
Maximale omvang max. totale schade
|
Percentage meegenomen
|
waarschijnlijk
|
1 X per 5 jaar
|
Schades 11
|
€ 6,8 miljoen
|
80% € 5,4 miljoen
|
mogelijk
|
1 X per 10 jaar
|
Schades 17
|
€ 8,5 miljoen
|
60% € 5,1 miljoen
|
onwaarschijnlijk
|
1 X per 15 jaar
|
Schades 16
|
€ 6,4 miljoen
|
40% € 2,6 miljoen
|
onbekend
|
1 X per 10 jaar
|
Schades 13
|
€ 5,3 miljoen
|
20 % € 1,1 miljoen
|
|
|
|
€ 27,0 miljoen
|
€ 14,2 miljoen
|
€ 27.831.000
Ratio --------------- = 1,97
€ 14.160.000
Voor de gemeente Waalwijk bedraagt de ratio voor het weerstandsvermogen derhalve 1,97 en is daarmee te kwalificeren als ruim voldoende.
Met betrekking tot de ratio van 1, 97 moet wel de kanttekening worden geplaatst dat rekening is gehouden met 100% verhoging van de OZB (€ 12.450.000), wordt die buiten beschouwing gelaten dan zakt de ratio naar 1,1 en is dan dus ook nog voldoende . Ook hier moet worden aangetekend dat niet alle risico's op hetzelfde moment manifest zullen worden.