Paragraaf Lokale heffingen

Paragraaf Lokale heffingen

Terug naar navigatie - Paragraaf Lokale heffingen

Inleiding
De gemeentelijke heffingen zijn, naast de doeluitkeringen van het Rijk en de algemene uitkering uit het gemeentefonds, voor ons een belangrijke bron van inkomsten. We maken onderscheid tussen belastingen en rechten

De rechten bestaan uit bestemmingsheffingen en retributies. Bij rechten is sprake van het leveren van een tegenprestatie door de gemeente. De geraamde opbrengsten mogen niet hoger zijn dan de geraamde kosten van de gemeente voor de uitoefening van de taak. Dat wil zeggen: niet meer dan honderd procent kostendekkend.

Bij belastingen is er geen directe relatie met een prestatie van de gemeente. De opbrengsten van deze belastingen gebruiken we als algemeen dekkingsmiddel. 
We blijven de komende jaren onze gemeentelijke belastingen heffen. In 2020 is de toeristenbelasting vervallen en vervangen door de verblijfsbelasting. 

Afhankelijk van de landelijke ontwikkelingen hebben we in de toekomst meer mogelijkheden om onze belastingheffing te hervormen. Het kabinet heeft in 2015 in een brief aan de Tweede Kamer bouwstenen gegeven voor een hervorming van het lokaal belastinggebied. In de brief en de bijlagen zijn onder andere suggesties opgenomen voor de invoering van twee nieuwe brede heffingen en het afschaffen van enkele 'kleinere' heffingen. Dit past bij het streven van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) naar meer financiële flexibiliteit voor gemeenten. Meer informatie over dit onderwerp kunt u vinden op de website van de VNG [1].

Via het heffen van belastingen en rechten zorgen we voor een bron van inkomsten. Jaarlijks stelt de gemeenteraad de belastingverordeningen vast. Hierin wordt geregeld hoe we de belastingen en rechten heffen en wordt de hoogte van de tarieven bepaald.

1. Beleid ten aanzien van lokale belastingen
Het belastingbeleid in Waalwijk baseren we op twee uitgangspunten: ten hoogste een kostendekkendheid voor de rechten en daarnaast, op grond van het coalitieakkoord, een inflatiecorrectie voor de belastingtarieven.

Onroerende Zaakbelastingen (OZB)
De waarde van het onroerend goed, die jaarlijks wordt vastgesteld (de zogenoemde herwaardering) vormt de grondslag voor de heffing van OZB.  De WOZ-waarden (op grond van de Wet Waardering Onroerende Zaken) voor het belastingjaar 2021 worden gebaseerd op het prijspeil 1 januari 2020. Deze waarden zijn in oktober/november 2020 voor ons bekend zodat we de tarieven hierop af kunnen stemmen.

Hondenbelasting
De hondenbelasting werd in 2020 geheven door 193 van de 355 gemeenten. In Waalwijk kennen we deze belasting op het houden van honden ook. De houder van de hond is de belastingplichtige. Het aantal honden bepaalt de opbrengst van de belasting. Deze hondenbelasting is enigszins regulerend, omdat we het hebben van meerdere honden zwaarder belasten dan het hebben van een enkele hond.

Verblijfsbelasting
We heffen een belasting voor het houden van verblijf met overnachting binnen de gemeente tegen een vergoeding door personen die niet in zijn geschreven in de gemeente Waalwijk.  Diegene die onderdak biedt is belastingplichtig. Doorgaans is dat de eigenaar van het hotel, hostel, B&B e.d. Ook AirBnB adressen vallen onder deze belastingplicht.

In de beleidsnotitie arbeidsmigratie Waalwijk 2018 (december 2018) is besloten dat de gemeente Waalwijk actief regie gaat voeren op het proces van participatie en integratie van arbeidsmigranten. Een toegestane wettelijke grondslag om extra inkomsten te verwerven kan via het heffen van verblijfsbelasting. Vanaf belastingjaar 2020 is de Verordening toeristenbelasting vervangen door de Verordening verblijfsbelasting . Hierdoor kan nu de directe verblijfsbelasting geheven worden voor het houden van verblijf met overnachting binnen de gemeente tegen een vergoeding in welke vorm dan ook door personen die niet als inwoner van de gemeente in de basisregistratie personen zijn ingeschreven. De heffing geldt, naast de hotels, hostels, B&B's en AirBnB's, ook voor alle adressen waar kamergewijze verhuur plaats vindt aan arbeidsmigranten. Verblijfsbelasting is een belasting op aangifte. Het doel van de overnachting (toeristisch of beroeps- / bedrijfsmatig) bepaald het tarief.

Precariobelasting
De gemeente heft precariobelasting voor het hebben van voorwerpen op, boven en onder gemeentegrond. De opbrengst wordt grotendeels bepaald door het aantal reclamevoorwerpen op of boven gemeentegrond en door terrassen op gemeentegrond.  Daarnaast heffen we de precariobelasting voor (commerciële) evenementen welke op gemeentegrond worden gehouden en heffen we belasting op het hebben van bouwmaterialen op gemeentegrond, zoals bijvoorbeeld bouwcontainers, steigers.   

Parkeerbelasting
Met de parkeerbelasting wordt het parkeergedrag van bewoners of bezoekers van de gemeente gereguleerd. In de praktijk zijn er 2 vormen:

  • een belasting voor het daadwerkelijke parkeren op daarvoor aangewezen plaatsen;
  • en een belasting voor een vergunning om te parkeren op daarvoor aangewezen plaatsen.

De parkeerbelasting heffen we voor het parkeren op straat. Voor het parkeren op openbare terreinen (slagboomparkeren) kennen we privaatrechtelijke parkeertarieven.

Woonforensenbelasting
Woonforensenbelasting wordt geheven van personen die niet staan ingeschreven in de gemeente Waalwijk, maar wel meer dan negentig dagen per jaar een gemeubileerde woning tot hun beschikking hebben. De belasting wordt geheven om de voorzieningen waarvan deze forensen gebruik maken te financieren.

Reclamebelasting
In 2018 heeft er een stemming plaatsgevonden onder de ondernemers in het centrum voor de invoering van de BedrijfsInvesteringsZone (BIZ). De stemming heeft plaatsgevonden onder toezicht van een notaris. De uitkomst van de ze stemming was dat er onder de ondernemers op dat moment onvoldoende draagvlak was voor de invoering van de BIZ.  Hierdoor is de reclamebelasting voor de binnenstad blijven bestaan. Het centrummanagement beheert de netto-baten die uit de belasting voortvloeien voor promotie en aankleding van het centrum. Het tarief in de binnenstad wordt bepaald door de ligging van de onderneming.

2. Beleid ten aanzien van gemeentelijke rechten (bestemmingsheffingen en retributies)
Onder de naam rechten heft de gemeente tarieven voor diverse typen gemeentelijke dienstverlening. Bij rechten is sprake van een directe relatie tussen de heffing en de gemeentelijke taak. De geraamde opbrengsten mogen niet hoger zijn dan de geraamde kosten van de gemeente voor uitoefening van de taak. Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst of degene voor wie de dienst is verleend. Het uitgangspunt is dat de tarieven van de gemeentelijke rechten jaarlijks met 2% inflatiecorrectie worden aangepast, voor zover de tarieven niet aan een wettelijk maximum zijn verbonden.

Rioolheffing
De kosten die de gemeente maakt als uitvloeisel van de watertaken worden verhaald op burgers en bedrijven via een zogenaamde rioolheffing. In 2009 is de nieuwe rioolheffing ingevoerd op basis van de Wet verankering en bekostiging van gemeentelijke watertaken. De kosten die uit die watertaken voortvloeien (op het gebied van afvalwaterinzameling, afvalwatertransport en afvoer van overtollig regen- en grondwater) zijn berekend in het Gemeentelijke RioleringsPlan (GRP) door de raad is vastgesteld. Op basis van het GRP zijn de tarieven berekend.

Afvalstoffenheffing
Onder de naam afvalstoffenheffing wordt een recht geheven van degene die in de gemeente feitelijk gebruik maakt van een perceel, waarvoor de gemeente op grond van de Wet milieubeheer, een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen heeft. In 2016 is een nieuw afvalbeleidsplan opgesteld. Op basis van dit beleidsplan zijn de kosten berekend en zijn de tarieven vastgesteld.  De afgelopen jaren hebben we de inzamelfrequentie veranderd en is als gevolg van betere afvalscheiding de aangeboden hoeveelheid restafval afgenomen. Bij deze ontwikkeling past een verandering in de aanslagoplegging. 

Reinigingsrecht
Naast de verplichte vuilinzameling voor woningen zamelen we ook afval van bedrijven en instellingen in. Bedrijven en instellingen gaan hiervoor een contract aan met de gemeente. Het is een landelijke trend dat landelijke winkelketens gezamenlijke landelijke aanbestedingen doen bij afvalverwerkers, waardoor bij de individuele gemeentes het aantal contracten daalt. Ook bij ons is het aantal contracten de afgelopen jaren afgenomen, waardoor de opbrengst elk jaar verder daalt.  

Leges
Onder de naam leges heffen we rechten voor door ons verstrekte diensten. Hierbij maken we onderscheid tussen leges publiekszaken (reisdocumenten e.d.) en leges voor diensten gericht op de fysieke leefomgeving/ omgevingsvergunning.
Leges kennen een vorm van kruissubsidiëring. Dit houdt het in dat we van alle legestarieven enkele diensten hoger prijzen om zo andere diensten tegen een lagere prijs te kunnen aanbieden.

Grafrechten
Onder de naam grafrechten heffen we rechten voor het gebruik van de begraafplaats en voor het verlenen van diensten in verband met de begraafplaats. Diegene die de dienst aanvraagt betaalt de rechten. De rechten zijn niet kostendekkend.  Er wordt tegenwoordig minder begraven dan vroeger. Dit leidt tot minder inkomsten. Een meer kostendekkend tarief zal naar verwachting leiden tot een verdere afname van het aantal begrafenissen.

Havengeld
Onder de naam havengeld worden rechten geheven voor het gebruik overeenkomstig de bestemming van voor de openbare dienst bestemde gemeentewateren of van andere voor de openbare dienst bestemde werken of inrichtingen, die in beheer of onderhoud zijn bij de gemeente. Havengeld rechten worden geheven van de schipper, de reder, de eigenaar van het vaartuig, degene die het schip heeft gecharterd of degene die als vertegenwoordiger van één van dezen optreedt. Het havengeld is niet kostendekkend om te voorkomen dat de gemeente zich uit de markt prijst.

Marktgelden
Onder de naam marktgelden worden rechten geheven voor het gebruik of genot van een standplaats op de daarvoor aangewezen marktterreinen of op andere voor de openbare dienst bestemde plaatsen voor het uitoefenen van de markthandel en daarmee verband houdende handelingen en/of het gebruik van verstrekte hulpmiddelen. Marktgeld wordt geheven van de vergunninghouder c.q. aan wie incidenteel toestemming is verleend om extra ruimte in te nemen. De tarieven zijn niet kostendekkend.  De afgelopen jaren was het een trend dat het aantal standplaatshouders afnam. Naar aanleiding van een onderzoek naar het verplaatsen van de weekmarkt in Waalwijk is deze begin juli 2019 verplaatst naar het Raadhuisplein / Markt.

 

3. Belastingdruk
In vergelijkende overzichten van gemeenten in Nederland wordt vaak de lokale lastendruk van een gemiddelde woning als maatstaf genomen. Jaarlijks stelt het Centrum voor Onderzoek van de Lagere Overheden (COELO) de ‘Atlas van de lokale lasten' op en geeft hiermee inzicht in de ontwikkeling van de lokale lastendruk. De gemeente Waalwijk staat op voor 'de netto woonlasten voor een meerpersoonshuishouden in 2020 op plaats 10 van de goedkoopste gemeenten in Nederland.

De onderstaande tabel toont de woonlasten over het voorgaande jaar voor een meerpersoonshuishouden, zoals berekend door het COELO. De totale woonlasten berekend door het COELO zijn exclusief hondenbelasting.

Overzicht woonlasten 2020

Waalwijk

 

Heusden

Oosterhout

Loon op Zand

Dongen

Totale woonlasten meerpersoonshuishoudens

€ 618

€ 707

€ 769

€ 950

€ 818

Plaats op  ranglijst

10

58

139

325

215

Tarief OZB eigenaar woning (in%)

0,1096

0,1125

0,1049

0,1334

0,1412

Afvalstoffenheffing meerpersoonshuishouden

€ 193

€ 193

€ 296

€ 342

€ 308

 

 

 

 


In het onderstaande overzicht tonen we de ontwikkeling van de lokale lasten in Waalwijk. De woonlasten zijn berekend door het COELO en gelden voor een meerpersoonshuishouden. Voor 2020 hebben we een prognose gemaakt door de woonlasten in 2019 met een 2% inflatiecorrectie te verhogen.

Ontwikkeling woonlasten

2018

2019

2020

2021

Woonlasten meerpersoonshuishouden

 € 612

€ 606

€ 618

€ 630

Positie ranglijst

28

20

10

onbekend

 

 

 

 

 



4. Kwijtscheldingsbeleid
In het gemeentelijke kwijtscheldingsbeleid bepalen we belastingen waarvan kwijtschelding mogelijk is en de voorwaarden waaronder de kwijtscheldingsprocedure plaatsvindt. Hierbij zijn we gebonden aan landelijk voorgeschreven regels van de staatssecretaris van Financiën. Deze regels komen erop neer dat alleen inwoners met een inkomen tot ongeveer bijstandsniveau en zonder vermogen voor kwijtschelding in aanmerking komen.
We hebben ten aanzien van kwijtschelding een aantal beleidskeuzes vastgesteld. Deze beleidskeuzes hebben we opgenomen in de leidraad invordering en de daarop betrekking hebbende belastingverordeningen. Ons kwijtscheldingsbeleid is in overeenstemming met de richtlijnen die door het Rijk zijn opgesteld.

 

5. Samenvatting
We kennen de onderstaande belastingen, heffingen en retributies. Per soort hebben we een tarief voor 2020 en 2021 opgenomen. Indien een belastingsoort tariefdifferentiatie kent, is het meest voorkomende tarief opgenomen. Door de grote diversiteit aan leges, marktgelden, precariobelasting, parkeerbelasting, grafrechten en haven- en kadegelden zijn voor deze categorieën geen tarieven opgenomen. De gedetailleerde tarieven zijn opgenomen in de verordeningen. Daarnaast is per belastingsoort de geraamde opbrengst opgenomen. Voor de verschillende bestemmingsheffingen en retributies zijn ook de kosten opgenomen. Daarbij is ook aangegeven wat de kosten van overhead en overige toe te rekenen kosten zijn.

Belastingen
(per product)

Tarief 2020

Tarief 2021

Geraamde opbrengst 2021  (in €)

 

 

 

 

 

OZB eigenaren woningen (061)

0,1096%

n.t.b.*

6.177.216 

 

 

 

OZB eigenaren niet-woningen (062)

0,2295%

n.t.b.*

4.603.811

 

 

 

OZB gebruik niet-woningen (062)

0,1466%

n.t.b.*

2.142.561

 

 

 

Hondenbelasting (906)

€ 46,65

€ 47,55

200.986

 

 

 

Woonforensenbelasting (907)

€ 469,45

€ 478,80

15.905

 

 

 

Parkeerbelasting (207)

-

-

769.881

 

 

 

Reclamebelasting (908)

€ 625,65

€ 638,15

88.435

 

 

 

Precariobelasting (916)

-

-

125.110

 

 

 

Verblijfsbelasting (905)

-

-

600.628

 

 

 

Rechten (bestemmingsheffingen en retributies)

Tarief  2020

Tarief 2021

Geraamde opbrengst 2021(in €)

Kosten 2021 (in €)

 Overhead en overige toe te rekenen kosten 2021 (in €)

 Dekkingspercentage

Rioolheffing eigenaar (707)

€ 110,40

n.t.b.* 2.555.682 2.213.035 1.507.140 97%

Rioolheffing gebruik (707)

€ 36,55

n.t.b.* 1.051.436

Afvalstoffenheffing (702)

€ 116,30

n.t.b.* 3.702.482 3.017.212 1.414.628 86%

Reinigingsrecht (703)

€ 309,60

n.t.b.* 126.670

Grafrechten (705)

-

-

321.801 531.014 331.149 37%

Haven- en kadegelden (208)

-

-

113.575 589.343 119.587 16%

Marktgelden (301)

-

-

30.575 95.528 57.439 20%

Leges fysieke omgeving (bouw) (801)

-

-

1.303.712 1.539.515 1.280.060 46%

Leges dienstverlening (publiek) (005)

-

-

829.760 430.625 480.219 91%

 

 

* Op basis van de totale WOZ-waarde binnen de gemeente, worden de OZB-tarieven voor 2021 bepaald. De totale WOZ-waarde voor het berekenen van de OZB-tarieven is ten tijde van het opstellen van de begroting nog niet bekend. Afhankelijk van de totale nieuwe WOZ-waarde worden in de raadsvergadering van december 2020 de definitieve tarieven OZB voor 2021 vastgesteld.