KN25|NV 2.11 Aanvullen middelen voor stimuleringsleningen, startersleningen en verzilverleningen
Onderwerp | KN25 / NV2.11 Aanvullingen middelen lening volkshuisvesting | ||||
Portefeuillehouder | A. de Jong | ||||
Team | TMAO | ||||
Beleidsveld / programma | 8 Ruimtelijke ordening en Volkshuisvesting | ||||
Productnummer/-naam | 809 Wonen | ||||
Jaar van uitvoering en totale jaarlast |
|||||
Bedragen x € 1.000 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 |
|
Lasten Baten |
|
N 15 | N 15 | N 15 | |
Saldo | N 15 | N 15 | N 15 | ||
Algemene toelichting met betrekking tot het nieuwe voorstel |
|||||
De gemeente verstrekt al jarenlang Startersleningen. Sinds een aantal jaren verstrekken we ook Stimuleringsleningen en sinds kort ook Verzilverleningen. De middelen van deze leningen kwamen tot nu toe van een algemene rekening courant die we als gemeente bij het Stimuleringsfonds volkshuisvesting Nederlandse gemeenten hebben. Die rekening courant is in 2000 ingesteld en gevuld met middelen die destijds vrijkwamen door de verkoop van aandelen Bouwfonds. Vanuit de algemene rekening courant zijn in het verleden forse bedragen verdeeld over de genoemde leningen, zodat we die konden (blijven) verstrekken. Inmiddels is de algemene rekening courant daarom teruggelopen naar ruim € 181.000. Dit heeft tot gevolg dat als de beschikbare middelen bij één van de genoemde leningen ontoereikend worden en er nog slechts heel beperkt ruimte is om het budget aan te vullen. Aandachtspunt daarbij is dat er op 1 februari 2024 een besluit is genomen door de raad waarbij er een amendement is aangenomen. Met dit amendement mag het college voortaan beslissen over middelen die reeds bij SVn staan. In dit amendement is tevens opgenomen dat het college een voorstel aan de raad moet doen, indien de algemene rekening courant onder € 250.000 komt. Doordat de raad echter in datzelfde amendement besloot om extra middelen aan de starterslening toe te kennen, kwam de rekening courant direct onder de € 250.000. Dit betekent dat het college nu óf met een apart raadsvoorstel zal moeten komen óf via het traject van de kadernota om extra middelen moet vragen bij de raad. Om ook de komende jaren starters, inwoners die hun woning toekomstbestendig willen maken of inwoners die hun overwaarde willen gebruiken om hun kind(eren) te helpen bij de aankoop van een woning, te kunnen blijven bedienen is het daarom wenselijk om de algemene rekening substantieel aan te vullen. Er is een inschatting gemaakt hoeveel middelen jaarlijks nodig zijn om alle aanvragen voor startersleningen en stimuleringsleningen te kunnen blijven verstrekken. In een hoog scenario (trend 2023) is de inschatting dat € 1.400.000 benodigd is. In een laag scenario is de inschatting dat € 1.000.000 benodigd is. Daarbij is er vanuit gegaan dat het budget voor de verzilverlening de komende jaren niet aangevuld hoeft te worden. Voor de kadernota 2025 gaan we uit van de minimale benodigde aanvraag. Nadere toelichting: Uit een analyse van de starterslening blijken de volgende zaken:
Daarnaast is de verwachting dat ook het aantal aanvragen stimuleringsleningen hoog zal blijven:
|
|||||
Toelichting 'inhoud': Wat is de (politieke) prioriteit (conform CWP / eerdere college of raadsbesluiten) / Wat gebeurt er als we het niet doen? |
|||||
Inwoners ondersteunen zodat zij:
|
|||||
Toelichting ‘capaciteit’: Wat zijn de directe en de indirecte capacitaire gevolgen? Hoe is dat in het voorstel opgenomen? | |||||
n.v.t. | |||||
Toelichting ‘Geld’: als het voorstel wordt gehonoreerd kun je dan meteen aan de slag of zijn er nog uitvoeringskosten / capaciteit nodig? | |||||
Doorgang van het verstrekken van startersleningen is dan gewaarborgd. | |||||
Zijn er mogelijkheden om deze extra lasten te dekken en zo ja welke? | |||||
Concretisering: | |||||
Investeringsbedrag exclusief BTW | Investeringsbedrag exclusief BTW | Omvang kapitaallasten | Bedragen uit subsidies / reserves | ||
Investeringsjaar | Ingangsjaar kapitaallasten | ||||
Personele consequenties | In FTE's | In € | ICT-consequenties | In € | |
n.v.t. |