4. Voorstellen per domein

Domein 1. Vitale stad

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

De beschreven opgaven en ambities in de fysieke leefomgeving zijn fors. In het fysieke domein richten gemeenten zich op een veilige en gezonde leefomgeving voor hun inwoners. Er spelen grote opgaven voor gemeenten. Denk aan de energietransitie, bodemdaling, de woningbouwopgave, klimaatadaptatie, gevolgen van bevolkingskrimp of -stagnatie, innovaties in vervoerssystemen, bereikbaarheid, landbouwvraagstukken en het realiseren van een concurrerende en circulaire economie. We werken integraal aan de opgaven onder de noemer ‘Vitale stad’. En daarmee bedoelen we het hele grondgebied van de gemeente: vitale centra in Waalwijk, Sprang-Capelle en Waspik, levendige en aantrekkelijke woonwijken en een leefbaar buitengebied.  

Aan deze opgaven werken we op verschillende schaalniveaus. In de Provincie Noord-Brabant werken Provincie, gemeenten en waterschappen samen aan een ruimtelijke visie (het ‘ruimtelijk voorstel’) voor de fysieke leefomgeving. Dit zijn onder meer het Brabants Programma Landelijk Gebied (BPLG), het provinciaal Meerjarenprogramma Infrastructuur Energie en Klimaat (pMIEK), de Regionale Energie en Klimaatstrategie en Novex Stedelijk Brabant. Deze bouwstenen vormen de basis voor drie perspectieven voor de fysieke leefomgeving:
1.    Natuur en landbouw
2.    Ordenende netwerken voor energie en (circulaire) economie
3.    Leefbare steden en regio’s

Deze opgaven werken we regionaal uit in de Stedelijke Regio Breda-Tilburg (SRBT). Om de Waalwijkse belangen goed in te brengen, is voortdurende aandacht nodig om voldoende te kunnen participeren; daar zijn we alert op. Om te sturen op de opgave, is een ontwikkelstrategie opgesteld. Doel van deze strategie is te zorgen dat we leven, wonen en werken in een groene, gezonde en inclusieve stedelijke regio en het vergroten van die brede welvaart in een goede verdeling over stad en land. Alleen door de kwaliteit van water, landschap en natuur te benutten en te versterken én de economie toekomstbestendig te maken én het vestigingsklimaat voor wonen en werken te verbeteren én de ruimtelijke kwaliteit te verhogen én samen gericht te investeren in de - voor de regio extra grote - mobiliteitstransitie lukt het om meer brede welvaart goed over het mozaïek van stad én land te verdelen. 

In dit Brabants mozaïek hebben middelgrote steden een positie als schakel tussen de grote steden, de kernen en het ‘ommeland’. Middelgrote steden hebben namelijk een bovenlokaal voorzieningenaanbod, voor eigen inwoners en de omliggend gebied. We zien dat voorzieningen zoals een ziekenhuis, goede OV-verbinding, theater, sportaccommodaties en winkels vragen om voldoende massa. Het aantal inwoners in een verzorgingsgebied moet groot genoeg zijn om voorzieningen haalbaar en betaalbaar te maken en te houden. We zien dat voorzieningen door opschaling en centralisatie enerzijds en verdunning van huishoudens anderzijds, om steeds meer massa vragen. Daarom wil Waalwijk een schaalsprong maken, sneller groeien in inwonersaantal en meer jongeren vasthouden of aantrekken.

Ruimte is echter schaars en ambities schuren en conflicteren in hun vraag om ruimte. Aan de ene kant hebben we vanwege de klimaatopgave meer ruimte nodig voor groen en water, aan de andere kant moeten we in verband met woningnood ook huizen bouwen. En dit alles vraagt ook ruimte voor mobiliteit, of het nu gaat om auto’s, fietsers, wandelaars of openbaar vervoer. En de woningen die we (gasloos) bouwen, moeten ook aangesloten worden op het elektriciteitsnetwerk. Al die zaken vragen ruimte. En die strijd om ruimte vindt ook buiten de bebouwde omgeving plaats. Ruimte voor agrariërs en voedselproductie kan strijdig zijn met de wens voor meer natuur of juist nieuwe woonwijken of bedrijventerreinen. Dat vraagt om keuzes maken en op een nieuwe manier kijken naar de opgaven die voor ons liggen. De oplossingen van gisteren zijn geen antwoord op de opgave van vandaag of morgen. Dat moeten we doen met het besef dat de opgaven ook zo groot zijn, dat we niet de tijd hebben om achterover te leunen. Actie is noodzakelijk. 

Om lokaal antwoord te geven op deze strijd om (fysieke) ruimte, werk t het college in 2024 en 2025 aan een Omgevingsvisie voor Waalwijk. Hierin komen de opgaven voor de fysieke leefomgeving samen en worden integraal afgewogen. De Omgevingsvisie kijkt breder dan alleen de fysieke ruimte. Het zoekt ook nadrukkelijk de relatie tussen de fysieke leefomgeving en het sociaal domein. Parallel aan de omgevingsvisie werkt het college aan een strategische visie. Dat is strategische paraplu die zorgt voor samenhang en perspectief. 

Proces tot een integraal voorstel
De grote opgave en hoge ambities in de fysieke leefomgeving zijn aanleiding geweest om bij het opstellen van collegewerkprogramma (CWP) de stand van zaken onder de loep te nemen. Inhoud staat centraal, maar is niet de enige factor. Daarom hebben we per thema gekeken naar de balans tussen inhoud, financiën en ambtelijke capaciteit. We constateren dat 80% van de ambities uit het collegewerkprogramma op dit moment daadwerkelijk uitgevoerd en gerealiseerd kunnen worden. De driehoek van inhoud, capaciteit en financiën is over het algemeen in balans, zij het dat deze balans enigszins wankel is en dat er per thema aanzienlijke verschillen zijn. Voor ongeveer 20% van de wensen is nog aanvullende inzet nodig om de benodigde financiën en capaciteit te vinden. Daarnaast is de inhoudelijke opgave nog niet altijd scherp geformuleerd of zijn de randvoorwaarden nog niet volledig vervuld. Een positieve uitspraak van de Raad van State met betrekking tot het GOL (Gebiedsontwikkeling Oostelijke Langstraat) is bijvoorbeeld een cruciale voorwaarde voor verdere ontwikkeling van Haven 8 Oost  Afronding.

Het college kiest voor een balans tussen een gezonde financiële positie en investeringen die in onze beleving noodzakelijk zijn om het hoofd te kunnen bieden aan de strategische opgaven voor Waalwijk. We realiseren ons daarbij dat alle voorstellen op zichzelf beschouwd weloverwogen, sympathiek en een bijdrage leveren aan het mooier en beter maken van de gemeente Waalwijk. Maar dat er wel keuzes gemaakt moeten worden. Daarvoor zijn de volgende afwegingscriteria voor prioritering en fasering gehanteerd.
1.    Wettelijke verplichting ;
2.    Afspraken (convenanten, cofinanciering, collegebesluiten) met partners ;
3.    De mate waarin projecten bijdragen aan strategische doelen en prioriteiten op het gebied van ‘duurzame verstedelijking’;
4.    Balans inhoud-capaciteit-financiën;
5.    (Langjarige) financiële investering;
6.    Samenhang op en bijdrage aan andere beleidsthema’s en doelen.

Samenvattend advies

Terug naar navigatie - Samenvattend advies

Op basis van de bovenstaande methode, zijn alle wensen en projecten inzichtelijk gemaakt. Dit geeft samengevat het volgende beeld:

Mobiliteit
Mobiliteit verandert. We geven inwoners meer mogelijkheden. Een grote opgave is het openbaar vervoer. In de visie van het Rijk en Provincie vindt toekomstige verstedelijking voornamelijk plaats rondom OV-knooppunten. Om op lange termijn relevant te blijven, is het noodzakelijk om hierin te investeren. Om de mogelijkheden voor een hoogwaardig openbaar vervoerssysteem en de realisatie van stevige OV-knooppunten met stedelijke interactiezones te onderzoeken, reserveren we voor 2025 en 2026 € 175.000 per jaar. Ook reserveren we een substantieel bedrag uit toekomstige grondopbrengsten om een OV-hub te kunnen realiseren. Dit gaat niet alleen om de inrichting van een hub zelf, maar een echte OV-sprong vraagt ook aanpassingen aan kruispunten en wellicht vrij liggende busbanen. Ook investeren we in reguliere zaken, zoals onderhoud wegen. Door stijgende prijzen is het noodzakelijk om vanaf 2025 minimaal € 300.000 per jaar extra te reserveren voor onderhoud. 

Woningbouw en huisvesting doelgroepen
Om de grote woningbouwopgave het hoofd te bieden, werken we met marktpartijen en Casade aan de realisatie van (betaalbare) woningen. Grote projecten zijn onder andere De Els, de Gedempte Haven, het ETZ-terrein en Landgoed Driessen. De Els is meer dan alleen woningbouw, het is een grote gebiedsopgave, die essentieel is voor de toekomst van de binnenstad. De realisatie van deze ontwikkeling is daarom van groot belang. Een bijzondere opgave is de huisvesting van speciale doelgroepen. Hiervoor werken we aan de realisatie van Skaeve Huse. Ook de opvang van Oekraïense vluchtelingen vraagt om actie. Eind 2025 moeten de Oekraïense vluchtelingen vertrekken uit het Van der Valk-hotel. We investeren in 2025 een bedrag van € 80.000 om te zoeken naar een geschikte locatie.  

Economische ontwikkeling
De realisatie van het GOL is randvoorwaardelijk voor de verdere ontwikkeling van Haven. Door het uitblijven van groen licht door de Raad van State, is dit project vertraagd. Door prijsstijgingen zijn aanvullende middelen noodzakelijk.  We reserveren aanvullende middelen voor de opgelopen kosten van het GOL.  Aanvullend stellen we een (werk)budget van € 84.000 per jaar beschikbaar voor economische ontwikkeling, omdat na de beëindiging van het programma economie het werkbudget is vervallen. Voor de ontwikkeling van een regionaal / provinciaal havenbedrijf investeren we de komende jaren € 45.000 per jaar.

Duurzaamheid
We werken aan een transitie op het gebied van energie. De raad heeft inmiddels twee voorkeurslocaties aangewezen voor de plaatsing van windturbines. Aan de oostzijde zetten we in op zelfrealisatie van deze windmolens. Komende jaren werken we hiervoor een strategie uit. Ook stellen we voor € 200.000 een soortenmanagement plan op, te dekken uit de reserve duurzaamheid. De benodigde capaciteit financieren we uit de ontvangen CDOKE-middelen. Verder werken we aan de invulling van ons groenblauwe opgave. Bij herinrichtingen en ruimtelijke ontwikkeling willen we blijvend meer aandacht voor biodivers groen en het opvangen en vasthouden van water. Het nieuwe integraal waterplan geeft hiervoor het kader. 

Sporten, recreatie en vrije tijd
Leisure, of vrije tijd, is essentieel voor het welzijn van individuen. Het biedt een kans om te ontspannen, stress te verminderen en de kwaliteit van leven te verbeteren. Sporten en ontspanning kunnen bijdragen aan fysieke gezondheid, mentale helderheid en emotioneel welzijn. We werken daarom aan een nieuwe sporthal in Waspik. We vervangen de bestaande sporthal en kijken naar de mogelijkheden om beperkte aanvullende (sport)voorzieningen aan te leggen.

Het is gezond om buiten te zijn en te bewegen. Daarom komen we met een nieuwe uitvoeringsagenda voor het speelruimteplan (in afgeslankte vorm). We investeren de komende jaren onder meer € 2,3 miljoen in (achterstallig) onderhoud. Verder reserveren we middelen voor toekomstige vervanging en onderhoud. Ook investeren we in sporten in de openbare ruimte.

We creëren nieuwe plekken om te recreëren of verbeteren de bestaande infrastructuur. Bij het Lido willen we een stadsstrand aanleggen. Hiervoor gaat nog in 2024 een voorstel naar de raad. We werken aan een visie op het Hoefsven-gebied om de toekomstige recreatieve waarde van dit gebied inzichtelijk te maken. 

In de Westelijke Langstraat werken we al enige tijd aan het beleefbaar maken van de natuur en de cultuurhistorie van het gebied. Onder meer met wandelingen, speciale routes en met de slagkrachtprojecten is hier al een eerste aanzet voor gedaan. Daarnaast wordt er een pleisterplaats gerealiseerd om veilig te parkeren. Hiervoor trekken we € 100.000 uit, wat over meerdere jaren uitgegeven zal worden. 

Geluidsscherm A59
We kiezen ervoor om niet over te gaan tot de aanleg van een verhoogd en verlengd geluidsscherm langs de A59 ter hoogte van Baardwijk. Er is geen wettelijke noodzaak, de gemeente is niet primair verantwoordelijk en heeft bovendien onvoldoende kennis en kunde om dit scherm te kunnen realiseren. De investering is met circa. € 13,5 tot € 17 miljoen zeer hoog. We kiezen voor alternatieven om de overlast te beperken. Hierover is uw raad via raadsinformatiebrief 044-24 geïnformeerd.  

We doen voorstellen om besparingen en verhogen opbrengsten te verkennen 
Voor de periode na vaststelling van de Kadernota 2025 zijn ook enkele voorstellen opgenomen die nadere uitwerking vragen. We onderzoeken of deze op termijn kunnen leiden tot structurele besparingen of hogere opbrengsten. 

Onontkoombaarheden
Binnen de keten zijn voor deze Kadernota allereerst onontkoombaarheden uitgevraagd. Dit zijn zaken die we sowieso moeten opnemen en waarin we geen of beperkte keuze hebben. De achterliggende individuele voorstellen met toelichting zijn opgenomen in de bijlage van dit advies. Voor domein 1 Vitale stad zijn de volgende onontkoombaarheden opgehaald:

  Bedragen  x € 1.000         N=Nadeel    V=Voordeel 2025 2026 2027 2028
  Domein 1 Vitale stad        
O1.01 Verhoging onderhoudskosten in exploitatie t.b.v. klein en jaarlijks onderhoud N       175 N      175  N       175  N      175 
O1.02  Verhoging dotatie voorziening onderhoud  N      250  N      250  N       250  N      250 
O1.03 Uitfasering TL - verlichting (nood- en vluchtwegverlichting)  N          65 N         36  N          36  N         36 
O1.04 Uitfasering TL - verlichting (reguliere verlichting)  0 N         70  N          70  N         70 
  Totaal onontkoombaarheden domein 1 Vitale stad N      490 N      531 N        531 N       531

Details betreffende deze onontkoombaarheden zijn opgenomen in  bijlage 1 Formulieren Onontkoombaarheden.

Nieuwe voorstellen
Naast bovengenoemde onontkoombaarheden zijn ook nieuwe voorstellen voor deze Kadernota opgehaald. Voor deze voorstellen is dekking gevonden naar aanleiding van een analyse van de budgetten van domein 1 Vitale stad. De voorstellen en dekkingen staan weergegeven in onderstaande tabel. De individuele voorstellen met toelichting zijn ook hier weer opgenomen in de bijlage van dit advies.

 

Bedragen x € 1.000          N=Nadeel     V=Voordeel

 2025 2026 2027 2028
  Raadsvoorstellen 30 mei, 27 juni en najaar 2024         
NV1.01 Aankoop grond Baanbrekers     N        87 N         87
NV1.02 Project ‘Weide-Akker’ - Skaeve Huse en flexwoningen – samenwerking met Casade   N         43 N        43 N         43
NV1.03 Vergroenen Vredesplein N      221 N         37 N        37 N         37
NV1.04 Integraal Waterplan Waalwijk (IWW) 2025 - 2027 0 0 0 0
NV1.05 Aankoop pand Olympiaweg 16 N         14 N         14 N        14 N         14
NV1.06 Aanleg zwemlocatie Surfvijver en Stadsstrand N         31 N         31 N        31 N         31
NV1.07 Aanbrengen verharding paden begraafplaatsen N         14 N            5 N           5 N         21
NV1.08 Integraal UitvoeringsProgramma (IUP) 2025 - 2028 p.m. p.m. p.m. p.m.
  Overige voorstellen        
NV1.09 Beheer en onderhoud speel en sporttoestellen N       153 N      119 N     184 N      258
NV1.10 Sport en cultuur in de openbare ruimte   N            8 N        25 N         41
NV1.11 Renovatie jachthaven Waspik   N         56 N        56 N         56
NV1.12 Onderhoud wegen N       300 N      300 N     300 N      300
NV1.13 Robuust en toekomstbestendig Belastingen heffen N          28 N         28 N        28 N         28
NV1.14 Gebiedsontwikkeling Oostelijke Langstraat (GOL)   V      684 V     684  
NV1.15 Doorschuiven kapitaallasten Insteekhaven V       470 V      470 V     470  
NV1.16 Continuering co-financieringsmiddelen BIZ N         75 N        75    
NV1.17 Voorbereidingsbudget Mobiliteitshub N      175 N     175    
NV1.18 Mobiliteitshub       p.m.
NV1.19 Monitoring (fiets) parkeren 0   0  
NV1.20 Huisvesting doelgroepen  0      
NV1.21 Inrichten en voorfinanciering entiteit voor private rol gemeente
bij ontwikkeling wind-/zonnepark. 
p.m. p.m. p.m. p.m.
NV1.22 Opstellen en actueel houden Soortenmanagement plan 0 0 0 0
NV1.23 Klimaatadaptatiefonds 0 0 0 0
NV1.24 Werkbudget Economie N         84 N       84 N        84 N         84
NV1.25 Bijdrage aan Brabant Ports N         45 N       45 N        45 N         45
NV1.26 Sporthal Waspik en beach-accommodatie   V    233    
NV1.27 Leges graafmeldingen voor klein geprogrammeerd werk V         60 V       60 V        60 V         60
NV1.28 Muzenkamer Landgoed Driessen   N       28 N        28 N         28
NV1.29 Leisure InvesteringsFonds (LOF) N         12 N       12    
NV1.30 Geluidsscherm A59 alternatief   N       28 N        28 N         28
NV1.31 Westelijke Langstraat - recreatieve projecten N     100      
           
  Totaal nieuwe voorstellen domein 1 Vitale stad N     728 V   359 V     219 N  1.041

Details betreffende deze nieuwe  voorstellen zijn opgenomen in bijlage 2 nieuwe voorstellen Vitale Stad.

Risico’s en vervolgstappen

Terug naar navigatie - Risico’s en vervolgstappen

Bij het opstellen van deze Kadernota bleek dat het maken van keuzes in alle wensen en ambities soms een ingewikkelde opgave is. Want de opgaven en uitdagingen zijn groot en de politieke en maatschappelijke verwachtingen zijn hoog. De grenzen aan financiële mogelijkheden en personele capaciteit dwingen ons steeds meer tot het maken van een afweging waar we de beperkte middelen op in willen zetten. We denken daarover een weloverwogen voorstel te hebben gedaan die in lijn is met de grote strategische opgaven waar Waalwijk de komende jaren voor staat. 

Met het maken van deze keuzes zijn niet persé alle risico's volledig weggenomen.  Dit zijn vooral risico's die in zijn algemeenheid te maken hebben met ruimtelijke ontwikkelingen in bredere zin. Sowieso hebben we bij de realisatie van ruimtelijke en economische ontwikkelingen altijd te maken met de ontwikkelingen in de markt. Op dit moment zijn de prijzen nog steeds aan het stijgen en de verwachting is dat de opgenomen inflatiecorrecties niet voldoende zullen zijn om die prijsstijgingen volledig op te kunnen vangen. Ook zijn we voor de realisatie van ruimtelijke projecten meestal afhankelijk van marktpartijen, zoals projectontwikkelaars, bouwers en adviesbureaus op bijvoorbeeld milieugebied. Daar staat de capaciteit ook onder druk. Ook zijn we op veel thema's afhankelijk van de medewerking van andere overheden zoals Provincie en Waterschap. De gewenste toenemende betrokkenheid van inwoners heeft daarnaast tot gevolg dat er meer en betere participatie trajecten worden uitgevoerd. Dat leidt vaak tot langere processen waardoor de kosten zullen toenemen. We constateren ook dat beroeps- en bezwaarprocedures lang duren. 

Dat betekent dat voor alle projecten het risico aanwezig is dat de kosten kunnen gaan stijgen als gevolg van vertraging of als gevolg van inhoudelijke tegenvallers. We proberen dit zoveel als mogelijk te beheersen door strategieën te ontwikkelen voor risicobeheer, zoals het opstellen van gedegen financiële analyses, het creëren van reserves voor onvoorziene opgaven en zorgvuldig plannen van projecten om risico's te spreiden. 

Daarnaast weten we ook dat de wereld niet stil staat en dat er nieuwe vragen en wensen vanuit de politiek en samenleving zullen blijven komen. Het streven is uiteraard om deze vragen en wensen serieus te overwegen, maar tegelijkertijd ook realistisch te blijven kijken naar de financiële, capacitaire en inhoudelijke mogelijkheden voor de uitvoering van deze plannen. De Omgevingsvisie kan daarbij helpend zijn als een permanent en integraal afwegingskader voor het maken van keuzes en het stellen van prioriteiten. 

Domein 2. Mens en samenleving

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

Er zit enorm veel kracht in de Waalwijkse samenleving. Als gemeente willen we daar met onze inzet gericht op bestaanszekerheid, publieke (mentale) gezondheid, gelijke kansen en zorg en veiligheid een actieve bijdrage aan leveren. Daarom hebben we gekozen voor  een nieuwe koers  – want ondanks al onze inspanningen van de afgelopen jaren neemt de zorgvraag van onze inwoners toe, worden problemen complexer en zijn er onvoldoende mensen om die zorg ook daadwerkelijk uit te voeren. Het moet anders, en dat kan ook: door nóg meer gebruik te maken van de kracht van onze inwoners, en door dingen anders te organiseren; slimmer, dichterbij en samen met onze professionele partners én onze inwoners.

Deze nieuwe koers is uitgewerkt in het implementatieplan ‘Samen Redzaam’ 2024-2027. Daarmee geven we vorm aan de transformatie van het sociaal domein: we sluiten nóg beter aan bij de kracht van onze samenleving. We ontwikkelen met, voor en door inwoners voorzieningen en activiteiten, toegankelijk voor iedereen. En voor wie dat niet genoeg is, bieden we maatwerk: we blijven als gemeente de toegang tot jeugdhulp, Wmo en schuldhulpvelening.

Het implementatieplan ‘Samen Redzaam’ richt zich op de beweging van zorg met een indicatie naar samenredzaamheid van inwoners en gemeenschappen. Het gaat op hoofdlijnen over:

  • Het versterken van de sociale basis. We doen op dit vlak veel, maar is dat allemaal ook écht nodig?  Hoe zetten we onze capaciteit en middelen slimmer en beter in voor en door inwoners? In de sociale basis richten we inloopvoorzieningen en ontmoetingsplekken in en gaan we aan de slag met wijkteams. We gaan sport, cultuur en vrije tijd nadrukkelijk als middel inzetten om onze doelen binnen het sociaal domein te bereiken. We maken hierbij hoofdzakelijk gebruik van beschikbare middelen en capaciteit. Community Building voegen we toe als innovatief element.
  • We investeren in indicatievrije ondersteuning, waarmee we inwoners veel dichterbij en laagdrempelig ondersteunen. We zorgen ervoor dat ze niet afhankelijk worden van hulpverlening maar werken nauw samen met de sociale basis om het eigen netwerk van inwoners op te bouwen of te versterken. De indicatievrije dagbesteding en team jeugd en gezin zijn hier voorbeelden van.  
  • Voor die zorg waarbij een indicatie écht nodig is, richten we de indicatiestelling zo efficiënt mogelijk in. We kijken naar mogelijkheden om zorg indicatievrij aan te bieden en naar de capaciteit die daarvoor nodig is. Hiermee verwachten we een besparing te realiseren zodat het sociaal domein ook in de toekomst beheersbaar blijft in zowel capaciteit als financiële middelen. De samenwerking met medisch verwijzers is hierbij van groot belang. 

De sociale basis bouwen we dus hoofdzakelijk op met bestaande middelen. Voor de indicatievrije ondersteuning is een investering nodig, en op individuele zorg met indicaties beogen we een besparing te realiseren. Daarbij is er uiteraard veel samenhang tussen de onderdelen uit het implementatieplan en de reguliere werkzaamheden binnen het sociaal domein. Om die reden hebben we voor deze Kadernota een integraal voorstel gemaakt voor het hele sociale domein. Dat stelt het college en de raad in staat om vanuit samenhang een afweging te maken.

Dit voorstel bevat de volgende onderdelen:

  • de ontwikkeling van uitgaven in het sociaal domein;
  • voorstellen die volgen uit het implementatieplan;
  • voorstellen die volgen uit vastgesteld beleid;
  • voorstellen vanuit de reguliere taken;
  • dekkingsmiddelen;
  • het verwachte besparingspotentieel. Daarin onderscheiden we drie lijnen: landelijk, regionaal en lokaal.

Voor wat betreft de onontkoombaarheden, voorstellen en besparingen maken we inzichtelijk of het gaat om structurele of incidentele middelen.

  • Daarnaast hebben we een aantal uitgangspunten benoemd waarop dit voorstel is gebaseerd:
    Als we de implementatie niet voldoende kunnen vormgeven, is de kans dat de lasten in het sociaal domein stabiliseren zeer beperkt. De lasten zullen hoe dan ook stijgen en als we niks doen, worden ze onbeheersbaar.
  • We werken aan een 0-lijn: we willen het financiële meerjarenbeeld niet negatiever laten worden en streven naar een positief resultaat.
  • Eén onderdeel daarvan is een kritische analyse op onze huidige inzet en aanbod. Wat gaan we niet meer doen? Wat gaan we anders doen? Hoe werken we? En sluit dat aan bij de behoefte van inwoners? We verwachten daardoor een deel van de middelen en capaciteit vrij te maken voor de verdere implementatie.
  • Het voldoende vormgeven van de implementatie betreft voornamelijk investeringen op trede 2 en 3.
  • We stellen voor om de middelen die we structureel besparen op trede 4 in te zetten voor de verdere investeringen op trede 2 en 3.
  • We bekijken waar we de huidige middelen effectiever kunnen inzetten gericht op de doelen uit de implementatie. Dat zit met name in trede 1. Als dit betekent dat we middelen moeten herbestemmen, vraagt dit een raadsbesluit.
  • Met het ‘ravijnjaar’ in het vooruitzicht is het van belang om het overgrote deel van de investering in de implementatie in 2024 en 2025 vorm te geven. Daarbij gaan de kosten voor de (financiële) baten uit. In het voorstel vragen we daarom om een impuls in 2025.
  • We willen zowel op inhoud als op financiën op korte termijn effect zien omdat op beide fronten de onbeheersbaarheid toeneemt. Ook dat vraagt om een impuls in 2025.
  • In de besparingen, landelijk en regionaal is er een taakstelling,  zien we risico’s. Om die risico’s te ondervangen stellen we voor om een bestemmingsreserve sociaal domein te vormen. Die vullen we enerzijds met middelen die bestemd waren voor het sociaal domein vanuit het rekeningresultaat 2023 en anderzijds met de incidentele investeringsmiddelen die vanuit het Rijk beschikbaar worden gesteld voor de transformatie. 

Het totaal van deze uitgangspunten zorgt ervoor dat we verantwoord de koers kunnen implementeren en dus ook op lange termijn de juiste ondersteuning en zorg aan onze inwoners kunnen blijven bieden. 


Ontwikkeling van uitgaven in het sociaal domein
We zien al enkele jaren onze financiële lasten op het sociaal domein stijgen; vanaf 2018 t/m 2022 met ongeveer 39%. Hier zijn verschillende redenen voor, waaronder:

  • autonome groei;
  • jaarlijkse indexatie;
  • toenemende complexiteit van zorgvragen.

De verwachting is dat bij gelijkblijvende inzet, deze stijging doorgaat.



We hebben een eerste vertaling gemaakt van de begrote lasten voor 2024 naar de treden. 
Dat ziet er als volgt uit:



Hierbij wordt zichtbaar dat er relatief veel middelen worden ingezet op trede 1 en het meeste op trede 4. Op trede 2 en 3 zijn de uitgaven zeer beperkt. Dat sluit aan op de constateringen in de Koers en het implementatieplan: een lichte ondersteuningsvraag wordt al vrij snel naar trede 4 verwezen. Om trede 4 te verkleinen, moeten we trede 2 en 3 versterken. Het onderdeel ‘wettelijke taken’ gaat bijvoorbeeld over gemeenschappelijke regelingen en specifieke uitkeringen. Dit kunnen we financieel niet beïnvloeden.

Landelijke ontwikkelingen met onzekere impact op gemeente Waalwijk
Landelijk zijn er een aantal grote ontwikkelingen die betrekking hebben op het sociaal domein. Omdat we hier een voorstel voor de Kadernota uitwerken gaan we in op de ontwikkelingen die van invloed zijn op de financiën. Dat lichten we hoofdzakelijk vanuit financiën toe en minder vanuit de inhoud. Het gaat over de hervormingsagenda jeugd, de eigen bijdrage bij Wmo, het Integraal Zorgakkoord (IZA) en het Gezond en Actief Leven Akkoord (GALA). Overigens zien we dat de inhoudelijke lijnen in deze ontwikkelingen aansluiten op onze eigen transformatieopgave en -inzet in het implementatieplan.

Besparingspotentieel hervormingsagenda
De maatregelen zoals opgenomen in de Hervormingsagenda tellen op tot een landelijk besparingspotentieel van ongeveer € 1 miljard vanaf het jaar 2026. Voor een deel van de maatregelen (ruim € 650 miljoen) is er overeenstemming tussen het Rijk en de VNG over de mogelijke haalbaarheid van deze maatregelen. 
Voor de overige € 380 miljoen zijn er meer onzekerheden. Voor de Kadernota wordt voorgesteld een stelpost op te nemen ten behoeve van een verwachte besparing voor de hervormingsagenda Jeugd. Het Rijk heeft aangegeven om voor een stuk van de stelpost garant te staan.

Inkomensafhankelijke eigen bijdrage WMO
Met de invoering van de inkomensafhankelijke eigen bijdrage wordt de hoogte van de eigen bijdrage bij alle maatwerkvoorzieningen afhankelijk van het inkomen. Deze wijziging gaat per 1 januari 2026 in. De invoering van de inkomensafhankelijke eigen bijdrage zal helpen om de druk bij gemeenten op (het gebruik van) Wmo-voorzieningen te verlagen en de (financiële) houdbaarheid van de Wmo 2015 te verbeteren. Hiervoor heeft het Rijk een korting op het gemeentefonds berekend. In onze meerjarenbegroting is naar aanleiding van deze korting van het Rijk via de algemene uitkering een taakstellende bezuiniging opgenomen. In het Integraal Zorgakkoord is echter afgesproken dat gemeenten per 2025 gezamenlijk € 110 miljoen euro per jaar extra krijgen voor Wmo-voorzieningen, waardoor compensatie plaatsvindt. Mogelijkerwijs brengt dit een nadeel vanaf 2026 voor de gemeente Waalwijk. Er wordt echter verwacht dat de gemeente Waalwijk nog nader wordt gecompenseerd. Om deze reden wordt er nog geen mutatie voor de Kadernota 2025 voorgesteld. Daarnaast wordt er voorgesteld om de opgenomen ombuiging WMO ad. 130.000 euro meerjarig te laten vervallen. Reden hiervan is dat het besparingspotentieel van WMO met business cases nader wordt uitgewerkt in opmaat naar de begroting 2025.
 
Integraal zorgakkoord (IZA) – Gezond en Actief Leven Akkoord (GALA)
De financiële vertaling van IZA wordt op dit moment uitgewerkt. Daardoor weten we niet wat de bedragen zijn, maar wel dat deze nog komen. We verwachten dat het ook hier gaat over een incidentele investering waar een structurele besparing tegenover wordt gezet. Dit komt mogelijk pas na de formatie van een nieuw kabinet.
Vanuit GALA worden diverse specifieke uitkeringen beschikbaar gesteld die kunnen worden geïnvesteerd voor specifieke doeleinden. Het gaat hier over incidentele middelen voor de jaren 2024, 2025 en 2026. Voor de IZA gelden nemen we daarom voor nu niks op in de Kadernota. De SPUK gelden vanuit GALA worden waar mogelijk als dekkingsmiddelen ingezet voor de implementatie van de Koers. 

Inkoopbesparing regio
Zowel eind 2019 als in 2020 zijn beheersmaatregelen voor de kosten jeugdzorg als taakstelling opgenomen in de meerjarenbegroting van de regio. In de huidige meerjarenbegroting was hiervoor met ingang van 2024 structureel een ombuiging van € 1.385.000 per jaar opgenomen. In het Voorjaarsbericht 2023 is deze geraamde ombuiging met een bedrag van € 1.085.000 verlaagd inzake Persoons Gebonden Budget (€ 500.000) en bijstellen begroting 2024 Hart van Brabant (€ 585.000). Op basis van de concept begroting 2025 komt ook het resterende bedrag van de ombuiging (€ 300.000) te vervallen in de meerjarenbegroting. In die zin kan worden geconcludeerd dat de gewenste ombuiging is gerealiseerd.

Voor de inkoop WMO geldt dat we een eventuele besparing lokaal gaan organiseren, waarbij we in de loop van 2024 gaan kijken naar de mogelijkheden die regionale inkoop biedt. 

Lokale vertaling naar de Kadernota 2025 e.v.
Naast de vertaling van de landelijke en regionale ontwikkelingen zetten we lokaal in op drie besparingslijnen die in ieder geval gericht zijn op de 0-lijn. Dit zijn:

  • Van individuele inzet naar groepsaanbod.
  • Door meer indicatievrije voorzieningen is er minder inzet nodig gericht op indicatiestelling. Er zijn minder indicaties nodig en we versimpelen het proces voor die zorg waar wel een indicatie nodig is. Daarmee streven we naar een verlaging van de capaciteit op trede 4.
  • Door indicatievrije voorzieningen is minder inzet van specialistische zorgaanbieders nodig waardoor de zorgkosten voor deze inzet dalen.  

Deze besparingslijnen richten zich op het beïnvloedbare deel van de zorgkosten zoals begroot in 2024. De totale zorgkosten in trede 4 zijn € 29,1 miljoen, hiervan is ongeveer 40% direct te beïnvloeden, oftewel € 11,6 miljoen. We nemen hiervoor een besparingslijn op in dit voorstel.  

Dekkingsmiddelen
Daarnaast is er de afgelopen maanden gezocht naar dekkingsmiddelen in bestaande budgetten. Dit zijn onder andere de SPUK-middelen. Deze nemen we ook mee in het voorstel.

Samenvattend advies

Terug naar navigatie - Samenvattend advies

Financiële aanvraag
De financiële aanvraag is als volgt opgebouwd:

  • onontkoombaarheden;
  • voorstellen die volgen uit het implementatieplan;
  • voorstellen die volgen uit vastgesteld beleid;
  •  voorstellen vanuit de reguliere taken;
  • dekkingsmiddelen.

In onderstaande tabel is weergegeven welke voorstellen er worden gedaan. De eerste 3 voorstellen zijn onontkoombaarheden. Daaronder volgt een ‘blok’ met aanvragen die een directe relatie hebben met de implementatie van de koers. Het derde ‘blok’ bevat de voorstellen vanuit de lijn die in meer of mindere mate samenhangen met de implementatie. De tabel bevat een aantal p.m.-posten. Dat doen we omdat we deze ontwikkelingen al zien, maar nog niet weten of en wat de financiële vertaling moet zijn. 

Bij de nieuwe voorstellen treft u eerst investeringen aan die betrekking hebben op de implementatie van de Koers (NV2.01 t/m NV2.06) . Deze zijn randvoorwaardelijk om enerzijds de juiste en passende zorg te kunnen bieden en anderzijds om de beheersbaarheid te vergroten binnen het Sociaal Domein.

Integraal voorstel
Deze financiële aanvraag, met besparingslijnen vanuit het Rijk, de regio en de lokale vertaling inclusief dekkingsmiddelen, leidt tot het volgende integrale voorstel. 

Onontkoombaarheden
Binnen de keten zijn voor deze Kadernota allereerst onontkoombaarheden uitgevraagd. Dit zijn zaken die we sowieso moeten opnemen en waarin we geen of beperkte keuze hebben. De achterliggende individuele voorstellen met toelichting zijn opgenomen in de bijlage van dit advies. Voor domein 2 Mens en samenleving zijn de volgende onontkoombaarheden opgehaald:

  Bedragen  x € 1.000         N=Nadeel    V=Voordeel 2025 2026 2027 2028
  Domein 2: Mens en samenleving        
O2.01 Uitvoering Wet versterken regie volkshuisvesting p.m. p.m. p.m. p.m.
O2.02 Toezichthouder WMO en Jeugdwet  N          77 N          77  N          77  N         77 
O2.03 Hogere bijdrage Baanbrekers begroting 2025  N       968 N        968 N       968  N       968
  Totaal onontkoombaarheden domein 2 Mens en samenleving N   1.045 N    1.045 N    1.045 N  1.045

Details betreffende deze onontkoombaarheden zijn opgenomen in bijlage 1 Formulieren onontkoombaarheden.

Nieuwe voorstellen
Naast bovengenoemde onontkoombaarheden zijn ook nieuwe voorstellen voor deze Kadernota opgehaald. Voor deze voorstellen is dekking gevonden naar aanleiding van een analyse van de budgetten van domein 2 Mens en samenleving. De voorstellen en dekkingen staan weergegeven in onderstaande tabel. De individuele voorstellen met toelichting zijn ook hier weer opgenomen in de bijlage van dit advies.

  Bedragen x € 1.000          N=Nadeel     V=Voordeel  2025 2026 2027 2028
  Vastgesteld beleid i.r.t. implementatie koers        
NV2.01a Implementatieplan samen redzaam (incidenteel) N   1.650 N        432 N       200  
NV2.01b Implementatieplan samen redzaam (structureel) N       753 N        753 N       753 N       753
NV2.02 Implementatie WMO beleidsplan N       135 N        240    
NV2.03 Verhoging beleidsmatige armoedegrens naar 130% N       295 N        469 N       469 N       469
NV2.04 Beleidsadviseur zorg en veiligheid N          93 N           93 N          93 N          93
NV2.05 Uitbreiding team Consulenten Wmo N       347 N        147    
NV2.06 Structurele inzet 2e wijk GGZ’er   N           93 N          93 N          93
  Sub - totaal koers Sociaal Domein N   3.273 N   2.254 N   1.608 N   1.408
           
  Overige voorstellen        
NV2.07 Bekostiging projecten onderwijshuisvesting V        172 N        180 N        169 N       374
NV2.08 Wet Gemeentelijke Schuldhulpverlening N           82 N           82 N           82 N          82
NV2.09 Formatie Cluster Vrije Tijd  N           84 N           84 N           84 N          84
NV2.10 Structureel maken (opstart)subsidie Schoenenkwartier   N        203 N        203 N       203
NV2.11 Aanvullingen middelen lening volkshuisvesting  N           15 N           15 N           15 N          15
NV2.12 Verhoging subsidie kinderboerderij N           50 N           50 N           50 N          50
NV2.13 Vaste beleidsmedewerker sportaccommodaties N           93 N           93 N           93 N          93
NV2.14 Inzet mobiel cameratoezicht N           35 N           25 N           25 N          25
NV2.15 Aanleg extra woonwagenstandplaatsen p.m. p.m. p.m. p.m.
NV2.16 Verhuizing Bibliotheek  p.m. p.m. p.m. p.m.
NV2.17 Uitvoering n.a.v. onderzoek woningmarkt p.m. p.m. p.m. p.m.
NV2.18 Invulling vrijetijdsvisie p.m. p.m. p.m. p.m.
NV2.19 Kleedkamers WSC p.m. p.m. p.m. p.m.
NV2.20 Vervallen WMO ombuiging N        130 N        130 N        130 N        130
  Sub - totaal overige voorstellen domein 2 N        317 N        862 N        851 N    1.056
           
  Totaal nieuwe voorstellen domein 2 N   3.590 N    3.116 N    2.459 N   2.464
           
NV2.21 Dekking:        
  Dekkingsmiddelen SPUK en bestaande middelen V    1.046 V        817    
  Stelpost hervormingsagenda jeugd V    1.400 V    1.400 V    1.400 V   1.400
  Structureel besparingspotentieel Sociaal Domein lokaal V        694 V        926 V    1.157 V   1.389
  Totaal dekking voorstellen domein 2 V   3.140 V    3.143 V    2.557 V   2.789
           
  Totaal nieuwe voorstellen domein 2 Mens en Samenleving N       450 V           27 V           98 V       325

Details betreffende deze nieuwe  voorstellen zijn opgenomen in bijlage 2 Nieuwe voorstellen Mens en Samenleving.

Risico’s en vervolgstappen

Terug naar navigatie - Risico’s en vervolgstappen

Het sociaal domein blijft een complex domein waarin meerdere afhankelijkheden spelen (met openeinde regelingen), zoals van het Rijk en de regio, en we hebben te maken met autonome groei. Daarom blijven we de voortgang en de beheersbaarheid volgen met de monitor, en gebruiken we de P&C-cyclus om continu bij te sturen. Vanaf 2018 vindt er een aanzienlijke kostenstijging plaats in het Sociaal Domein door autonome ontwikkelingen, complexere zorgvragen en indexatie. Aannemelijk is dat de lasten binnen het Sociaal Domein ook de komende jaren zullen gaan stijgen. We geloven erin dat we met het implementatieplan Samen Redzaam de juiste maatregelen treffen om deze stijging te stabiliseren en om te buigen naar een positief resultaat.

Risico hierin is of de juiste randvoorwaarden en investeringen (o.a. in capaciteit en middelen) kunnen worden geboden om besparingen te realiseren. Ter onderbouwing moeten hier business cases voor worden uitgewerkt. De bijsturingsmaatregelen moeten op termijn gaan leiden tot kostenreductie. In de Algemene Reserve labelen we € 1 miljoen euro om de financiële risico’s van de transformatie af te dekken.

Het verwachte besparingspotentieel lokaal wordt in opmaat naar de begroting 2025 met business cases nader uitgewerkt.

Tot slot
Met de Koers Sociaal Domein en het bijbehorende implementatieplan ‘Samen Redzaam’ versterken we de veerkracht van de gemeenschap en van al onze inwoners. Hun kracht, hun vragen en behoeften staan centraal. We bieden sneller en beter de juiste ondersteuning, nóg meer vanuit wederzijds vertrouwen en met minder
administratieve rompslomp. Dat klinkt eenvoudig, maar het vraagt om veel aandacht en energie, en om een andere manier van werken voor onze organisatie. We investeren enerzijds om de juiste en passende zorg te kunnen bieden, anderzijds proberen we de beheersbaarheid te vergroten binnen het Sociaal Domein. Hoe we dat precies gaan doen, zal de komende tijd steeds duidelijker worden. Dat dat geen luxe is maar pure noodzaak, staat vast: het moet écht anders.

Domein 3. Bedrijfsvoering en dienstverlening

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

Als bedrijfsvoering domein zitten we goed beschouwd al langere tijd ‘krap in ons jasje’. Daarnaast constateren we ook dat er de afgelopen jaren te weinig aandacht is geweest voor bedrijfsvoering. De focus heeft erg gelegen op de “uitvoering” van ambities en taken, waarbij het houden aan vaste werk- of bedrijfsvoering afspraken steeds verder is ondergesneeuwd. De capaciteit en middelen bij bedrijfsvoering teams is echter niet meegegroeid.

We merken meer en meer dat dit begint te schuren met de ambities van onze gemeente. Bedrijfsvoering dient namelijk het realiseren van deze ambities en de opgaven hiervoor goed te ondersteunen. Momenteel ervaren we de volgende nadelige effecten:

  • Er is steeds minder aandacht voor procesafspraken, hetgeen veel reparatiewerk vereist in de bedrijfsvoerings- of besluitvormingsprocessen;
  • Een bewuste PCDA-cyclus wordt niet doorlopen;
  • De beschikbaarheid van stuurinformatie is verslechterd;
  • Er is minder adviescapaciteit beschikbaar voor leidinggevenden, waardoor bedrijfsvoering aspecten geen vast onderdeel meer zijn van het afwegingskader/ besluitvorming;
  • De werkbelasting bij de bedrijfsvoering teams is exponentieel toegenomen (terug te zien in verzuim en verloop).
  • Ook in het bedrijfsvoering domein zijn processen steeds complexer geworden. De investeringen om hier adequate oplossingen voor te ontwikkelen (en ons te houden aan afspraken t.b.v. dit domein) zijn achtergebleven. Daarnaast is er ook te weinig op gestuurd. Zo is in Waalwijk in tegenstelling tot andere overheidsorganisaties nog maar weinig geïnvesteerd in datagericht werken, AI-toepassingen of de automatisering van administratieve processen;

Bedrijfsvoering dient als stabiel fundament te fungeren waarop de opgaven die er zijn op een goede manier gerealiseerd kunnen worden. Wendbaarheid is hiervoor essentieel. Dus in welke mate is bedrijfsvoering in staat mee te bewegen met de opgaven die er liggen? Steeds vaker constateren we dus dat onze huidige systemen, capaciteit en processen onvoldoende zijn ingericht om mee te bewegen met de uitdagingen die er zijn. 

Voornoemde effecten geven aan dat bedrijfsvoering nu vaak te reactief is, gefragmenteerd opereert en te weinig wendbaar is. Overigens is dit niet alleen een uitdaging voor Waalwijk maar speelt dit momenteel bij veel gemeenten in Nederland. Om de opgaven die er liggen goed te ondersteunen zijn verbeteringen noodzakelijk. De eerste stap die hiervoor genomen is, is om structureel overleg binnen het domein te organiseren en de krachten te bundelen. Dit om gecoördineerd samen opgaven op te pakken en minder gefragmenteerd te werken. De volgende stap zal zijn dat we in het tweede half jaar van 2024 leidende principes voor bedrijfsvoering gaan opstellen die bepalend zijn voor de werkzaamheden die we uitvoeren. Belangrijke kernwoorden daarin zullen van reactief naar proactief zijn, van produceren van P&C producten naar continu weten, van analyseren naar acteren maar ook afspraak is afspraak en daar mag je ons op aanspreken. Naast de bedrijfsvoering keten speelt de concernstaf hier ook een belangrijke rol in. 

Samenvattend advies

Terug naar navigatie - Samenvattend advies

Dit advies is gericht op de Kadernota 2025 en geeft aan welke zaken op dit moment nodig zijn voor goede bedrijfsvoering. Het bestaat uit de volgende onderdelen:

  • Onontkoombaarheden;
  • Nieuwe voorstellen;
  • Voorstel om duurzaam de middelen voor continuïteit van de bedrijfsvoering te garanderen;
  • Vervolgstappen;
  • Risico's.

Onontkoombaarheden
Binnen de keten zijn voor deze Kadernota allereerst onontkoombaarheden uitgevraagd. Dit zijn zaken die we sowieso moeten opnemen en waarin we geen of beperkte keuze hebben. De achterliggende individuele voorstellen met toelichting zijn opgenomen in de bijlage van dit advies. Voor bedrijfsvoering zijn de volgende onontkoombaarheden opgehaald:

  Bedragen  x € 1.000         N=Nadeel    V=Voordeel 2025 2026 2027 2028
  Domein 3 Bedrijfsvoering en dienstverlening        
O3.01a Salarisverwerker en software N           85 N           85 N           85 N          85
O3.01b Robuuste HR-capaciteit salarisadministratie N        315 N        115    
O3.02  E-depot en huisvesting streekarchief SALHA N           32 N       131  N          82  N         82 
O3.03 Facilitaire zaken stadhuis N           81 N           81 N           81 N          81
  Totaal onontkoombaarheden domein 3 Bedrijfsvoering en Dienstverlening N        513 N        412 N        248 N       248

Details betreffende deze onontkoombaarheden zijn opgenomen in bijlage 1 Formulieren onontkoombaarheden.

Nieuwe voorstellen
Naast bovengenoemde onontkoombaarheden zijn ook nieuwe voorstellen voor deze Kadernota opgehaald. Voor deze voorstellen is dekking gevonden naar aanleiding van een analyse van de budgetten van domein 3 bedrijfsvoering en dienstverlening. De voorstellen en dekkingen staan weergegeven in onderstaande tabel. De individuele voorstellen met toelichting zijn ook hier weer opgenomen in de bijlage van dit advies.

  Bedragen x € 1.000          N=Nadeel     V=Voordeel  2025 2026 2027 2028
NV3.01 Nieuwe domeinstructuur organisatie N       600 N       200 N      200 N      200
NV3.02 Strategische communicatie adviseurs N       110 N       110    
NV3.03 Tijdelijke capaciteit team Financiën N       200 N       200    
NV3.04 Personeel TIBF facilitair en catering N          25 N          25 N         25 N         25
NV3.05 Vervangen en uitbreiden meubilair Stadhuis   N          14 N         21 N         29
NV3.06 Werkbudget strategie N          30 N          30 N         30 N         30
NV3.07 Contractmanagement (systeem en ondersteuning) N          35      
NV3.08 Communicatiebudget strategische visie N          50      
  Totaal nieuwe voorstellen domein 3 N   1.057 N       586 N      284 N      284
           
  Dekking:        
NV3.09 Rente schatkistbankieren V        100 V       100 V      100 V       100
  Deelnemingen V           20 V          20 V         20 V          20
  Stelpost arbeidsvoorwaarden V        100 V       100 V      100 V       100
  Stelpost periodieken V        100 V       100 V      100 V       100
  Totaal dekking domein 3  V        320 V       320 V      320 V       320
           
  Totaal nieuwe voorstellen domein 3 Bedrijfsvoering en Dienstverlening N        737 N       266 V        36 V          36

Details betreffende deze nieuwe  voorstellen zijn opgenomen in bijlage 2 nieuwe voorstellen Bedrijfsvoering en Dienstverlening.

Gezien het algemene beeld van bedrijfsvoering zoals eerder geschetst zijn bovenstaande voorstellen nog aan de minimale kant. Er is meer nodig om echt op orde te komen. Echter vraagt de huidige begrotingssituatie ook dat we prudent om gaan met de middelen die er zijn en ook om prioritering. Dus dit zijn voorstellen die we momenteel nodig hebben om “bij” te komen of zelfs ook iets van vooruitgang te boeken (capaciteit communicatie en capaciteit TFIN). Wanneer we straks daadwerkelijk aan de slag gaan in de domeinstructuur zal een algehele inventarisatie gemaakt worden en daar zullen op een later moment dan nog voorstellen voor volgen. 

Kijkend naar bovenstaande voorstellen kan allereerst worden gesteld dat door de dekkingsvoorstellen de voorstellen met een structurele impact op de begroting zijn afgedekt. Sterker nog: door de genoemde dekkingsvoorstellen in te zetten blijft er in 2027 en 2028 nog € 36.000 structureel beschikbaar. De kosten voor 2025 en 2026 zijn niet volledig afgedekt. Dit wordt vooral verklaard door de incidentele investering in fase 1 en 2 van de domeinstructuur, het tijdelijk versterken van TFIN en de strategische communicatieadviseur voor communicatie. Dit zijn investeringen die we op dit moment minimaal nodig hebben om vooruit te komen en deze renderen ook op de (midden)lange termijn.   

Risico’s en vervolgstappen

Terug naar navigatie - Risico’s en vervolgstappen

Vervolgstappen 
Zoals gezegd realiseren we met de onontkoombaarheden en de nieuwe voorstellen in dit advies ruimte om “bij” te komen en kunnen we ook de eerste stappen zetten om vooruit te gaan. Natuurlijk blijft het hier niet bij. Op korte termijn starten we daarom met het bepalen van leidende principes voor bedrijfsvoering. Deze principes moeten richting geven aan de ontwikkeling van bedrijfsvoering. Dit zal eind 2024 afgerond worden waarna doorvertaling in een uitvoeringsplan zal plaatsvinden. Deze zal medio 2025 afgerond zijn. Hierin bepalen we ook wat verder nodig is om een been bij te zetten. Een verdere doorvertaling hiervan zal plaatsvinden in de Kadernota 2026.

Risico's
Mochten er de komende tijd nieuwe ambities en opgaven bij komen in onze gemeente dan heeft bedrijfsvoering niet voldoende ruimte om deze goed te ondersteunen. Idealiter zou het natuurlijk zo moeten zijn dat verantwoordelijken zich hiervoor kunnen beroepen op de bedrijfsvoering lijn. Momenteel lukt dat echter niet en heeft elke extra vraag het gevolg dat er middelen uit projecten vrijgemaakt moeten worden voor extra ondersteuning. Het risico is er dus dat nieuwe vragen niet goed ondersteund kunnen worden zonder dat hier extra middelen voor vrijgemaakt moeten worden. In de bedrijfsvoering visie zullen we ook meenemen hoe we in de toekomst denken dit soort extra ambities en opgaven denken te kunnen realiseren.