KN25|NV 2.07 Bekostiging projecten onderwijshuisvesting

Lasten

Baten

V 172

Op 16 december 2021 heeft de gemeenteraad het Meerjaren Investeringsprogramma Onderwijshuisvesting 2022-2025 (hierna “MIP”) vastgesteld. In het MIP wordt aangegeven op welke wijze de gemeente haar wettelijke zorgplicht voor onderwijshuisvesting invult. Tevens zijn de kaders bepaald waarbinnen de gemeente Waalwijk, samen met de schoolbesturen voor primair onderwijs die actief zijn in de gemeente, investeert in de huisvesting van het basisonderwijs en speciaal basisonderwijs.

Het MIP geeft een overzicht van de investeringen die in periode van het MIP aan de orde zijn:

• Permanente uitbreiding basisschool De Brug Waspik met 168 m2;
• Gedeeltelijke (een deel van het gebouw kan worden gerenoveerd) vervangende nieuwbouw voor OBS De Hoef in Waalwijk;
• Vervangende nieuwbouw voor basisschool De Veste in Waspik.

Het MIP vermeldt dat het om indicatieve bedragen gaat, enerzijds (voor de kosten van

uitbreiding, nieuwbouw en eerste inrichting) gebaseerd op de normvergoedingen uit bijlage IV van de Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs Waalwijk, anderzijds op ervaringscijfers (kosten sloopkosten en tijdelijke huisvesting) De normvergoedingen zijn gebaseerd op de bouwkosten 2021. Er is nog geen rekening gehouden met de marktwerking in de bouw, extra meters voor de kinderopvang (waar, ter dekking van de kapitaallasten een huur tegenover staat) maar ook bijkomende kosten als aanleg parkeerplaatsen, aanpassen van de infrastructuur en het vervallen van de boekwaarde van de te vervangen gebouwen.

Op het moment van de vaststelling van het MIP waren twee nieuwbouwprojecten al in voorbereiding (uitvoering van het door de raad op 17 december 2018 geactualiseerde MIP 2015-2020): de nieuwbouw van KC Meerdijk en de nieuwbouw van KC Landgoed Driessen, waarin de basisscholen RKBS Vrijhoeve en PC Koningsschool worden gehuisvest. Voor KC Meerdijk is het definitieve budget inmiddels bepaald (raadsbesluit d.d. 21 september 2023); voor KC Landgoed Driessen is dit nog niet het geval.

Op basis van het MIP is vanaf 2023 de jaarlijkse storting in de reserve onderwijshuisvesting opgehoogd naar € 492.000.

Ten opzichte van het MIP zijn alle begrotingsramingen en de ramingen voor de nog te verwachten investeringen geactualiseerd. De exploitatiecijfers 2024-2027 zijn conform de begroting 2024, met toepassing van indexering en na herberekening van de kapitaallasten van bestaande investeringen, waarbij rekening is gehouden met een omslagrente van 1,5% (was in begroting 2023 nog 1,0%). Voor de nieuwe projecten is voor de bouwkosten gerekend met het prijspeil juni 2023, waarbij niet is uitgegaan van het Bouwbesluit (uitgangspunt normvergoedingen), maar van de gemeentelijke hogere duurzaamheidsambities én de ervaringen met bouwkosten bij de nieuwbouw van Kindcentrum Meerdijk. Voor wat betreft de nieuwbouw van KC Landgoed Driessen is rekening gehouden met de extra kosten van het realiseren van een gymzaal. In het MIP was met deze kosten geen rekening gehouden. Bij de nieuwbouwprojecten wordt met het oog op de in het MIP opgenomen beleidsambitie “samenwerking onderwijs en kinderopvang” ook geïnvesteerd in m2 voor kinderopvang. In de geactualiseerde cijfers is met deze m2 rekening gehouden. Tot slot is in de actualisering van de bedragen ook rekening gehouden met de invulling van een enkele p.m.-post in het MIP (grondkosten KC Landgoed Driessen). Als gevolg hiervan is de jaarlijkse storting van € 492.000 niet meer toereikend om de komende jaren de kosten van de onderwijshuisvesting te blijven dekken uit de reserve onderwijshuisvesting.

Per project worden de verschillen hieronder in beeld gebracht:

ten opzichte van het MIP wordt voor 1.351 m2 een huur ter dekking van de kapitaallasten ontvangen. 

De in het MIP geraamde kapitaallasten voor de nieuwe investeringen nemen hiermee als volgt toe:

Toelichting 'inhoud': Wat is de (politieke) prioriteit (conform CWP / eerdere college of raadsbesluiten) / Wat gebeurt er als we het niet doen?

Bij de behandeling van de begroting 2024 is toegezegd dat het college bij de Kadernota een voorstel zou doen om de reserve onderwijshuisvesting zo mogelijk op te heffen. Eind 2023 heeft het Bestuurlijk Overleg Financiële verhoudingen (BOFv) echter, met het oog op de negatieve meerjarenbegroting van de meeste gemeenten, geadviseerd om meer gebruik te maken van de systematiek van kapitaallastenreserves om met behulp van incidentele middelen structurele lasten te dekken. Naar aanleiding van dit advies willen we in voorbereiding op de begroting 2025 nader onderzoeken welke oplossing het beste past bij onze budgettaire situatie. We onderzoeken derhalve onder meer of deze reserve kan worden omgezet in een kapitaallastenreserve en wat de budgettaire gevolgen hiervan zijn en komen hier bij de begrotingsbehandeling 2025 bij u op terug.