Onderwerp KN25 /  NV2.01   Implementatieplan samen redzaam
Portefeuillehouder D. Odabasi
Team TMAO en TWIJZ
Beleidsveld / programma 6  Sociaal Domein
Productnummer/-naam 631    Implementatie Koers Sociaal Domein
  Jaar van uitvoering en totale jaarlast
Bedragen x € 1.000 2025 2026 2027 2028

Lasten

Baten

N 2.403

 N  1.185  N  953 N   753
Saldo N 2.403 N   1.185  N   953  N   753 
Algemene toelichting met betrekking tot het nieuwe voorstel

De implementatie van de koers sociaal domein is uitgewerkt in het implementatieplan ‘Samen Redzaam’ 2024-2027. Voor de kadernota hebben we een integraal voorstel uitgewerkt waarin alles in tekst staat toegelicht. In dit format onderbouwen we de bedragen die horen bij het implementatieplan, zowel de structurele als de incidentele middelen, zoals die in de bijlage van het integrale voorstel zijn opgenomen. We werken alleen de onderdelen uit waarvoor we aanvullende middelen nodig hebben.

Cluster Sociale Basis

Community Building: € 150.000 voor 2025, 2026 en 2027.

Hiervoor is een separaat formulier aangeleverd. Op hoofdlijnen gaat het over middelen voor een projectleider, onderzoek/businesscase en de kosten voor het uitvoeren van inwonersinitiatieven. Omdat het gaat over een ‘innovatieve’ lijn wordt hier een businesscase aan gekoppeld.

Jongerenparticipatie: € 75.000 voor 2025.

Eind 2023 is er een kwartiermaker jongerenparticipatie gestart, later dan verwacht vanwege capaciteit en de inkoopprocedure. Hierdoor zijn de beschikbare middelen voor 2023 nauwelijks ingezet en vrijgevallen in het jaarrekeningresultaat. Eén jaar is echter te kort om dit traject goed op te zetten en te borgen. Daarom vragen we ook voor 2025 budget aan voor jongerenparticipatie. Daarmee zorgen we ervoor dat jongerenparticipatie een structureel onderdeel wordt van onze werkwijze en organisatie.

Cluster Indicatievrije Ondersteuning

Team Jeugd en Gezin en indicatievrije ondersteuning Wmo: € 633.000 voor 2025 e.v.

Indictievrije ondersteuning, ofwel trede 3, vraagt investering omdat dit het substituut wordt voor die onderdelen waar we nu individuele zorg inzetten waarbij we zien dat het effectiever en efficiënter is om dat voorliggend te organiseren. Daarnaast ligt er vanuit de hervormingsagenda jeugd ook de opdracht onder om sterke lokale toegangsteams te ontwikkelen. Dit ‘moeten’ we ontwikkelen. Met Team Jeugd en Gezin doen we dat.

Omdat het hier gaat over fte’s en structurele functies (het is geen tijdelijk project maar structurele uitvoering) gaat het meteen over een hoger bedrag. We hebben heel kritisch gekeken naar wat we vanuit de huidige inzet kunnen verschuiven en wat er daarnaast nog nodig is. Dat leidt tot het volgende:

€ 252.000 voor 3 gezinscoaches in het team jeugd en gezin. Daarbij gaan we uit van 32 uur per week, schaal 10 is 3 x € 84.000.

€ 252.000 voor 3 wmo specialisten t.b.v. de opbouw van een wmo team, vergelijkbaar met Team Jeugd en Gezin. Hier gaat het over specialisten die zich richten op ouderen, dementie en GGZ problematiek. Hierbij maken we dezelfde berekening als voor de gezinscoaches.

€ 129.000 voor 1,49 fte school maatschappelijke ondersteuning (SMO). Hiervoor is een separaat format ingevuld. Het komt er op neer dat we met onderbezetting werken en de ondersteuning in de scholen essentieel is om snel en indicatievrij vragen op te kunnen pakken van kinderen en jongeren. SMO heeft ook een belangrijke preventieve functie en een essentiële positie in het voorliggend veld, namelijk in de scholen. Dat is de belangrijkste ‘vindplaats’ als het gaat over jeugd.   

Deze middelen vragen we structureel omdat:

  • We met incidentele middelen en bestaande middelen al veel andere onderdelen bouwen, zoals wijkteams. Ook daar moeten we uiteindelijk structurele middelen voor vrijmaken. We gaan ervoor dat we dat kunnen doen door de 3 genoemde lokale besparingslijnen.
  • We hebben nu professionals die de begeleiding niet zelf doen, waardoor zij minder tijd met een casus bezig zijn dan de professionals op trede 3, die wel zelf de begeleiding doen. Daardoor is de caseload van een professionals op trede 4 hoger dan die van een professional op trede 3. Tegelijkertijd is er bij de inzet van een professional op trede 4 ook altijd zorginzet (begeleiding) vanuit een specialistische aanbieder gekoppeld. Dat is bij de professional op trede 3 niet zo. Daarom is dit zeker een beter alternatief, maar is het ook zo dat we capaciteit niet 1 op 1 door kunnen schuiven.
  • Onze SMO’ers hebben op dit moment onderbezetting. Dat vraagt structurele inzet omdat zij op de belangrijkste vindplaats werken als het gaat over jeugd en daarmee de belangrijkste preventieve schakel zijn in het ombuigen van individuele zorgvragen naar voorliggende inzet.
  • De gevraagde middelen zijn niet genoeg om het geheel op trede 2 en 3 te bouwen. We leggen onszelf ook op om een deel van wat hier nodig is te halen uit een verschuiving van de huidige capaciteit op trede 4.
  • Tot slot: de inzet op trede 1, 2 en 3 vormt ‘het hart’ van de transformatie. Voor trede 1 kunnen we veel doen met bestaande middelen. Voor trede 2 en 3 moeten we echt investeren. Als we dat goed neerzetten is de kans van slagen het grootst. Als we dit proberen te bouwen met incidenteel geld, terwijl we ook taakstellingen moeten realiseren vanuit het Rijk en de regio, we onszelf al opleggen om voor een deel structurele middelen vrij te maken vanuit de besparingslijnen, en we weten dat we te maken hebben met een stijgende trend in kosten, nemen we vanuit de inhoud een onverantwoord groot risico.

Indicatievrije dagbesteding: € 500.000 voor 2025

De indicatievrije dagbesteding is een belangrijk substituut voor individuele begeleiding en individuele dagbesteding vanuit de Wmo. Dit is in 2024 opgestart. Hierbij wordt gebruik gemaakt van een specifieke subsidieregeling en er vanuit gegaan dat wat we aan subsidie verstrekken wordt terugverdiend aan zorgkosten. Het subsidieplafond is € 500.000.

Omdat we verwachten dat we de effecten nog niet (volledig) in 2025 gaan zien vragen we eenmalig € 500.000 aan om dit risico te beheersen. Dit is nodig om ervoor te zorgen dat we de subsidies wel kunnen verstrekken. Ook hier gaan de kosten voor de baten uit.

Cluster Inkoop en Indicatiestelling

Applicatie ZorgDomein: € 25.000 voor 2025 e.v.

Om ervoor te zorgen dat we meer invloed krijgen op de verwijzingen vanuit het medisch domein willen we in hun verwijsindex worden opgenomen met ons toegangsteam. Dat is mogelijk en wordt ook al door een aantal andere gemeenten gedaan. Op die manier kunnen medisch verwijzers ook naar onze toegang verwijzen via het eigen verwijssysteem. Wij ontvangen deze verwijzingen en hebben op die manier invloed op de zorg die wordt ingezet. De kosten ramen we op € 25.000 structureel voor de applicatie en licenties.

Cluster Beleid en Teamontwikkeling

(Her)inrichten en ontwikkelen inhoudelijke teams: € 50.000 voor 2025, 2026 en 2027. 

De transformatie vraagt een andere werkwijze van de inhoudelijke teams. Om dit goed in te richten en de teams te ontwikkelen vragen we dit bedrag aan. Hiervoor zetten we de opleiding projectmatig werken in en inspiratiesessies.

Herinrichten subsidieproces en accounthouderschap: € 100.000 voor 2025 en 2026.

We gaan met impactgericht subsidiëren aan de slag, gericht op maatschappelijke opgaven. Dit vraagt een andere werkwijze en aanpak, en daarmee een expert die goed in deze werkwijze zit, ons proces kan ombuigen naar dit proces en onze accounthouders hierin kan ‘opleiden’.

Cluster Ondersteuning en Randvoorwaarden 

Financiële structuur en ondersteuning: €150.000 voor 2025.

In 2024 werken we met een business controller naar een nieuwe financiële structuur toe die past bij de transformatie en de ‘nieuwe’ situatie die daarna ontstaat. Daarnaast werken we aan businesscases om de effecten van de transformatie in beeld te brengen en goed te volgen. De belangrijkste jaren voor de implementatie zijn 2024 en 2025, daar hoort ook de ontwikkeling van businesscases en strakke financiële sturing en monitoring bij. Tot slot een stuk borging hiervan in de lijnorganisatie. Daarom vragen we ook voor 2025 middelen aan voor deze ondersteuning.

Strategische communicatie en communicatie uitvoering: € 100.000 voor 2025.

Goede communicatie is essentieel. Zowel intern als extern. Het is van belang om de goede boodschap over te brengen én dat op de juiste momenten via de juiste wegen te doen. Daarnaast is er behoefte aan structureel inzicht en overzicht in het sociaal domein. Daarom geldt ook hiervoor dat we deze ondersteuning in 2025 nog nodig hebben om het geheel goed neer te kunnen zetten.

Inrichten monitor sociaal domein: € 95.000 2025 e.v.

Een goede monitor is essentieel om te kunnen sturen op zowel de transformatie als op de ‘reguliere’ ontwikkelingen in het sociaal domein. We merken dat we nu soms met halve of onvoldoende informatie proberen onze inzet te richten. Het kan veel opleveren als je goed zicht hebt op hoe het sociaal domein er voorstaat, waar de trends en ontwikkelingen zitten en waar die over gaan. Omdat we al best wat systemen en applicaties in huis hebben kunnen we daar gebruik van maken. Wel hebben we externe inzet nodig om het "narratief evalueren” op te zetten en uit te voeren.

Programma organisatie

Programmamanager: € 50.000,- voor 2025 en € 132.000 voor 2026.

De transformatie vraagt integrale aansturing op de inhoud. Ook hier geldt dat de belangrijkste transformatiejaren 2024 en 2025 zijn. In 2026 zetten we de laatste elementen naar implementatie en zorgen we voor borging en overdracht aan de lijn waar dat kan. Omdat we de grootste opgave zien in 2024, 2025 en 2026 vragen we hier budget voor. In 2026 bekijken we hoever we zijn en of het nodig is deze rol voort te zetten in 2027, of dat dit kan worden overgedragen aan de lijnorganisatie.

Voor 2025 is het bedrag van € 50.000 enkel toereikend als er een bedrag van € 82.000 van het programmabudget jeugd van 2024 wordt overgeheveld naar 2025 zodat er een totaal bedrag van € 132.000 beschikbaar is voor salariskosten in 2025. We gaan hierbij uit van schaal 13, 36 uur. Voor 2026 hebben we geen middelen die we kunnen inzetten en vragen we het volledige bedrag aan.

Programmasecretaris: € 75.000 voor 2025.

Deze rol is nodig voor de ondersteuning van de programma-organisatie en de werkgroepen, daarnaast voor het programma overzicht en inzicht. We hopen dat we na 2025 zover zijn dat deze werkzaamheden minder vragen en kunnen worden ingevuld door managementondersteuning.

Innovatieve lijnen en ondersteuning: € 300.000 voor 2025.

We hebben in het implementatieplan 7 innovatieve lijnen opgenomen waarmee we beogen duurzaam effect te realiseren in het sociaal domein, dingen anders te doen dan hoe we dat nu doen, op zoek naar wat er nu wél echt werkt voor inwoners, op de langere termijn.

Deze innovatieve lijnen moeten worden opgezet, ontwikkeld, en gemonitord met een businesscase. Een aantal zijn hierboven al genoemd, dat zijn community building, indictievrije dagbesteding en impact gericht subsidiëren. Daarnaast hebben we herstelgericht werken, de proeftuin toekomstscenario kind- en gezinsbescherming, inzet vanuit neurowetenschap en maatpact. Het vraagt capaciteit om deze elementen goed te ontwikkelen, te onderzoeken met een businesscase en wanneer het effectief is, ook te borgen in de organisatie. Daarnaast verwachten we ook in 2025 nog wat ondersteuning nodig te hebben voor de inhoudelijke teams omdat er in dat jaar veel geïmplementeerd wordt. Het is lastig precies in te schatten wat hier nodig is. Dat hangt af van offertes van experts die we inzetten vanuit de innovatieve ontwikkeling, de capaciteit in de teams en de mate waarin we erin slagen om ook met dingen te stoppen.

Organisatie activiteiten en bijeenkomsten, ontwikkelbudget en onvoorzien: € 100.000.

We gaan bijeenkomsten en activiteiten organiseren met samenwerkingspartners en met inwoners. Dit zal regelmatig op externe locaties zijn met bijbehoren, dat kost geld. Daarnaast hebben we ontwikkelbudget nodig en een potje om onvoorziene kosten mee op te vangen. We benadrukken dat we heel scherp hebben gekeken naar de bedragen in deze aanvraag, en al op veel punten hebben bijgeschaafd. Iets van werkbudget is echt nodig om dit goed te kunnen doen.

Toelichting 'inhoud': Wat is de (politieke) prioriteit (conform CWP / eerdere college of raadsbesluiten) / Wat gebeurt er als we het niet doen?

De politieke prioriteit is hoog. De raad heeft eerder de gewenste koerswijziging vastgesteld in november 2022. We zien dat als we ‘niks’ doen de onbeheersbaarheid op zowel inhoudelijk vlak, als in capaciteit en op financieel vlak toeneemt. Feitelijk is het al onbeheersbaar omdat we in veel gevallen de wettelijke termijnen echt niet halen. Als we kijken naar de cijfers zien we dat de kosten in 2023 met ruim € 5 miljoen zijn gestegen ten opzichte van 2026. Die stijging komt voort uit vergrijzing, prijsstijgingen en de toenemende complexiteit van zorgvragen. Dat veranderd niet voorlopig, zeker niet als we niks doen. Dat zegt iets over wat er op ons afkomt als we nu de keuze maken om dit niet te doen.

Toelichting ‘capaciteit’: Wat zijn de directe en de indirecte capacitaire gevolgen? Hoe is dat in het voorstel opgenomen?
Om zoveel als mogelijk rekening te houden met de capaciteit is dat in de afweging van alle elementen meegenomen. We werken nu op onderdelen met onderbezetting, zien dat we de wettelijke termijnen niet halen, krijgen de wachtlijsten niet weggewerkt en er blijven taken bijkomen vanuit het Rijk. Het is daarom essentieel om keuzes te gaan maken in wat we wel doen en wat niet, prioriteren van de transformatie en te bekijken waar we dingen effectiever en efficiënter kunnen doen. Met deze beweging beogen we de sociale basis te versterken, de samenredzaamheid te vergroten en ook de afhankelijkheid van hulpverleners en zorg te verkleinen zodat het sociaal domein in zijn geheel beheersbaar blijft, en de zorg toegankelijk voor die mensen die dat echt nodig hebben. Omdat we op trede 2 en 3 zo weinig beschikbaar hebben is hier echt een investering nodig. Die komt zowel vanuit een ombuiging op trede 1 en een verschuiving vanuit trede 4, als vanuit de hier gevraagde middelen.
Toelichting ‘Geld’: als het voorstel wordt gehonoreerd kun je dan meteen aan de slag of zijn er nog uitvoeringskosten / capaciteit nodig?
We kunnen direct aan de slag. Er worden al stappen gezet met de middelen die voor 2024 beschikbaar zijn gesteld. Maar daarmee kunnen we de ‘grote’ beweging die nodig is niet maken.
Zijn er mogelijkheden om deze extra lasten te dekken en zo ja welke?
Deze zijn in het integrale voorstel meegenomen.
 Concretisering:
Investeringsbedrag exclusief BTW Investeringsbedrag exclusief BTW Omvang kapitaallasten Bedragen uit subsidies / reserves
n.v.t.        
Investeringsjaar

Ingangsjaar kapitaallasten  
Personele consequenties In FTE's In €  ICT-consequenties In €
         
Overige exploitatiekosten  
Totale exploitatiekosten