Insteekhaven
Terug naar navigatie - InsteekhavenTijdens de behandeling van het raadsvoorstel op 12 september 2019 is toegezegd om de raad per kwartaal te informeren over de voortgang en financiële afwijkingen van de aanleg van de insteekhaven.
Met raadsinformatiebrief 041-24 (d.d. 16 mei 2024) heeft u de eerste voortgangsrapportage 2024 over de insteekhaven ontvangen.
Met ingang van dit Najaarsbericht wordt de rapportage over de voortgang van het project insteekhaven voortaan opgenomen in het Voor- en Najaarsbericht.
Hieronder wordt voor het project insteekhaven per onderdeel van de GROTIK-methode een nadere toelichting gegeven.
Geld
Voor het uitvoeringstraject dat we ingaan zal het door de raad beschikbaar gestelde krediet (raadsvergadering 12 september 2019) voor de aanleg van de insteekhaven en de vastgestelde exploitatieopzet voor de uit te geven gronden het uitgangspunt zijn.
In het raadsvoorstel is uitgegaan van een uitsplitsing naar een krediet voor de aanleg van de insteekhaven en het vaststellen van een exploitatieopzet voor de uit te geven gronden aan de insteekhaven en is het volgende opgenomen.
De aanbesteding heeft geresulteerd in een inschrijfprijs van € 24,2 miljoen (exclusief btw). Naast dit bedrag verwachten we nog andere kosten tijdens start- en de realisatiefase. In totaal een bedrag van € 29,5 miljoen. Dit bedrag is uitgesplitst naar kosten die betrekking hebben op de aanleg van de insteekhaven en kosten die betrekking hebben op de uit te geven gronden.
Investering aanleg insteekhaven
Op basis van deze uitsplitsing bedragen de totale kosten voor de investering € 22 miljoen. Door de in 2015 ontvangen subsidiebeschikking van de provincie, kan een bedrag van € 7,2 miljoen. op het investeringsbedrag in mindering worden gebracht. Het restant bedrag van € 14,8 miljoen. zal worden geactiveerd conform de nota waarderings- en afschrijvingsbeleid (annuïteit / 60 jaar / 1,5%).
In verband met het opschuiven van de geplande datum voor de definitieve gunning wordt in de meerjarenbegroting nu rekening gehouden met kapitaallasten met ingang van 2023.
Grondexploitatie insteekhaven
Voor de kosten en opbrengsten die betrekking hebben op de uit te geven percelen aan de insteekhaven is een exploitatieopzet opgesteld. Hierbij gaat het om een kavel voor de containerterminal en om een kavel voor haven gebonden logistieke bedrijvigheid. Naast de kosten zoals bouwrijp maken, aansluiten nutsvoorzieningen, infrastructuur, op hoogte brengen van het terrein en uiteindelijke woonrijp maken, is rekening gehouden met de verwervingskosten. Tegenover deze te maken en gemaakte kosten, zijn de opbrengsten van de uit te geven bedrijfspercelen opgenomen.
Voorgesteld wordt om het positieve saldo van deze grondexploitatie, een bedrag van € 7,2 miljoen, te reserveren en gedurende een periode van 60 jaar ten gunste te laten komen van product 208 Exploitatie haven. Dit betekent per jaar een bedrag van € 120.000. Enerzijds verlagen we hiermee de jaarlijkse rente- en afschrijvingslasten en anderzijds wordt hiermee de jaarlijkse storting in de onderhoudsvoorziening voor de insteekhaven gedekt.
Door de opgelopen vertraging moet er, conform de aanbestedingsvoorwaarden, een GWW (grond-weg- en waterbouw) indexatie worden toegepast. De combinatie Mourik/F.L. bv heeft aangegeven dat er rekening moet worden gehouden met forse prijsstijgingen als gevolg van de marktontwikkelingen met name op het gebied van zand- en staalkosten. Daarvoor hebben we met Mourik afspraken gemaakt over de methodiek van indexeren. Wanneer bij definitieve inwerkingtreding duidelijk is wat de consequenties gaan zijn, moet dit voor het beschikbaar gestelde krediet en de vastgestelde exploitatieopzet in beeld worden gebracht. Het gaat dan om het saldo van de optimalisaties en de extra kosten van de indexaties.
Het bestek waarop de inschrijving is gebaseerd wordt ook door de gemeente doorgerekend op de effecten van de meest actuele stand van de indexaties. Op basis van de tot nu toe verantwoorde en nog te verwachten kosten en de huidige indexatiecijfers (juni 2024) is op dit moment per saldo een stijging van de kosten te verwachten van ca. € 5,2 miljoen. Ten opzichte van de vorige voortgangsrapportage (mei 2024) is dat een verlaging van € 0,5 miljoen.
Het geraamde bedrag voor kapitaallasten waarmee in de huidige meerjarenbegroting rekening wordt gehouden is toereikend. Wel is in de Kadernota 2025 op basis van de meest recente inzichten de startdatum voor de raming van de kapitaallasten bijgesteld. In de meerjarenbegroting 2025-2028 wordt nu uitgegaan van kapitaallasten met ingang van 2028.
Voor de nota grondexploitatie 2024 (raadsvergadering 27 juni 2024) is de exploitatieopzet voor de insteekhaven bijgesteld.
Op het moment van definitieve inwerkingtreding van de gunning zal bekeken moeten worden in hoeverre de huidige risicoreserveringen (krediet en grondexploitatie) bijgesteld moeten worden. Naast het effect van de hierboven vermelde optimalisaties en indexaties dient dan ook gekeken te worden naar de nog te maken kosten tijdens de fase van de gunning tot aan de start van definitieve uitvoering van het werk.
Risico’s
Voor het project is een risicodossier opgesteld waarin de volgende onderdelen zijn opgenomen: aantal risico’s zoals extra onderzoek, vertraging in de planning, extra uren organisatie en de risico’s die in het addendum zijn genoemd.
De risico’s komen nu vooral voort uit het stikstofdossier: er wordt geen Wet natuur bescherming-vergunning (Wnb) afgegeven, de bijdrage van de Provincie komt te vervallen en de raad gaat niet akkoord met de geïndexeerde aanneemsom. Voor deze risico’s zijn beheersmaatregelen getroffen in de vorm van opschortende voorwaarden, waarmee het financiële risico wordt beperkt tot € 200.000,- tot € 400.000,- afhankelijk van de toepasselijke voorwaarde. Er bestaat slechts recht op één van deze bedragen; er kan geen sprake zijn van cumulatie als meerdere voorwaarden van toepassing zijn.
Stikstof
Tegen de Wnb-vergunning voor de insteekhaven is beroep ingesteld door de Stichting van Gol naar Beter. De rechtbank Oost-Brabant heeft in zijn tussenuitspraak van 18 april 2024 een aantal gebreken geconstateerd in deze vergunning en het college van Gedeputeerde Staten (GS) de gelegenheid geboden deze gebreken te herstellen. Het gaat er met name om dat aan de hand van de meest recente natuurdoelanalyses moet worden onderbouwd dat de stikstofruimte die wij hebben gebruikt om de Wnb-vergunning voor ons project te krijgen niet reeds hoefde te worden ingezet om de instandhoudingsdoelen te halen en verslechtering tegen te gaan. Dit volgt uit Europese Habitatrichtlijn.
De rechtbank heeft een termijn gesteld voor het nemen van een nieuw besluit. GS hebben de rechtbank laten weten hiervan gebruik te willen maken. In week 40 is het herstelbesluit - na twee gehonoreerde verzoeken om uitstel - aan de rechtbank gezonden. Mogelijk vindt er nog een tweede zitting plaats. Dit zal leiden tot een einduitspraak. Hoe lang dat allemaal duurt, is nog niet duidelijk. Tegen de einduitspraak van de rechtbank staat hoger beroep open bij de Raad van State.
Organisatie
Gedurende de fase tot de feitelijke start van de werkzaamheden zal het aanbestedingsteam operationeel blijven maar met een lagere bezetting en frequentie. Waar nodig wordt het werk aan de insteekhaven voortgezet en op het dossier stikstof wordt nu meer werk verricht.
Voor de realisatiefase (na definitieve gunning) wordt het organisatieschema aangepast:
- Uitvoeringsteam met projectleider civiele techniek, directievoering en toezichthouders.
- Projectteam met algemene projectleider, omgevingsmanagement, civiele techniek, financiële mandatering en planning en control
- Wekelijks overleg projectleiding, civiel technisch projectleider en wethouder
- Maandelijkse stuurgroep met de verantwoordelijke afdelingen (TREW en TORV/TOOR) en managers
- College en raad informeren en consulteren via regulier P&C-cyclus in voor- en Najaarsbericht
Tijd
Op dit moment is de voortgang afhankelijk van het al dan niet onherroepelijk worden van de verleende Wnb-vergunning. Zoals hiervoor vermeld is dit dossier nu bij de rechtbank die daar binnenkort een uitspraak over gaat doen, waarna de mogelijkheid tot hoger beroep bestaat. Een concrete tijdsplanning is daarom nog niet te geven.
Informatie
Projectdossiers op deelonderwerpen (civiele techniek, risicodossier, omgevingsmanagement, stikstofdossier en communicatie), geven inhoudelijke informatie over het project.
Daarnaast worden de eerder genoemde kwartaal- en voortgangsrapportages nu 2 maal per jaar, via de reguliere P&C cyclus in het voor- en Najaarsbericht gepresenteerd.
Kwaliteit
De kwaliteitseisen van stakeholders (o.a. RWS, WBD, toekomstige exploitant) zijn opgenomen in het definitief ontwerp, de bestekken en in de selectie- en aanbestedingsleidraad.
Voor de uitvoeringsfase bevatten de contractstukken met de aannemer de geëiste en gewenste kwaliteitseisen waar men aan moet voldoen. Deze zijn ook o.a. opgesteld aan de hand van 4 EMVI-criteria: planning, waterveiligheid, risico’s en projectcommunicatie.