Omschrijving (toelichting)

NJB22|6.03

Budgetten jeugdzorg via Hart van Brabant en PGB

(sub) Beleidsveld

6.1 Sociaal domein / Integrale aanpak sociaal domein

Productnummer en naam

635

Maatwerkdienstverlening 18-

INCIDENTEEL

Budgethouder

 

Teammanager WIJZ

Portefeuillehouder

D. Odabasi

 

Bedragen * € 1.000            V = VOORDEEL N = NADEEL

 

2022

2023

2024

2025

2026

Lasten

ZIN (via HvB)
PGB
Ombuiging

Baten


V 560
V 350

N 910

 

 

 

 

 

 

 

 

Saldo

0

 

 

 

 

Toelichting:


ZIN (Zorg In Natura)
Vanuit Hart van Brabant wordt 3 keer per jaar (mei, augustus en november) een prognose opgesteld voor de te verwachten kosten jeugdzorg.
Het hierboven vermelde voordelige bedrag van € 560.000 is gebaseerd op de prognose van de kosten jeugdzorg per augustus (nadeel van € 480.000) en de definitieve vaststelling van de jaarcijfers 2021 door Hart van Brabant (voordeel van € 1.040.000).

Het nadeel van de prognose van augustus (€ 480.000) bestaat uit:

  • arrangementen € 240.000 (voordeel)
  • landelijke zorg € 370.000 (voordeel)
  • overige zorgproducten € 1.090.000 (nadeel)

De prognose laat een nagenoeg constante lijn zien voor de kosten van arrangementen.

Het voordelige verschil voor de kosten van landelijke zorg wordt met name veroorzaakt door het eerder stoppen van toewijzingen dan waarbij de raming vanuit werd gegaan.

Het nadelige verschil ten opzichte van de raming voor overige zorgproducten wordt met name veroorzaakt door verblijf-overig (stijging van aantal cliënten), niet gecontracteerde zorg (stijging van aantal cliënten en van de prijs per dag) en jeugdzorg-plus (stijging aantal zorgdagen en prijs per dag i.v.m. huisvestingskosten).
De invoering van het woonplaatsbeginsel per 1 januari 2022 heeft voor de gemeente Waalwijk een nadelig effect op de kosten voor deze categorie van overige zorgproducten. Op 1 januari 2022 is het woonplaatsbeginsel in de Jeugdwet veranderd. Het woonplaatsbeginsel is een hulpmiddel om te bepalen welke gemeente verantwoordelijk is voor de jeugdhulp aan een jeugdige. In de nieuwe definitie ligt de verantwoordelijkheid bij de gemeente waar de jeugdige zijn woonadres heeft volgens de Basisregistratie Personen (de BRP). Deze definitie is van toepassing voor jeugdhulp zonder verblijf. Bij jeugdhulp met verblijf is de woonplaats de gemeente waar de jeugdige onmiddellijk voorafgaande aan zijn verblijf zijn woonadres had in de zin van de Wet basisregistratie personen. De gemeente waar de jeugdige vandaan komt, blijft dus verantwoordelijk voor de jeugdige en voor de kosten van de jeugdhulp voor deze jeugdige.

Het voordelige verschil door de afwikkeling van de jaarrekening 2021 wordt met name veroorzaakt door lagere kosten voor arrangementen dan waarmee eerder rekening werd gehouden in de 3e prognose 2021. Deze 3e prognose wordt gebruikt voor het opstellen van de jaarrekening van de gemeente. De definitieve cijfers van de jaarrekening 2021 van Hart van Brabant komen pas op een later moment beschikbaar. Door op- en afschalen zijn arrangementen veel in beweging en is het maken van een goede raming lastig.

PGB (PersoonsGebonden Budget)
Op basis van de huidige stand van de beschikkingen en de verwachte besteding van deze toegekende budgetten wordt per eind 2022 een voordelig verschil verwacht van € 350.000.

Realisatie ombuiging
Naar aanleiding van te verwachten structureel hogere kosten voor de jeugdzorg in het Voorjaarsbericht 2019 zijn eind 2019 reeds beheersmaatregelen vastgesteld. In aanvulling hierop is bij het opstellen van de Actualisering Begroting 2021 (raad 19 november 2020) samen met een extern bureau gekeken naar extra beheersmaatregelen voor de kosten Jeugdzorg en zijn beheersmaatregelen voor de kosten WMO vastgesteld.
Met ingang van de begroting 2020 wordt voor zowel Jeugd als WMO rekening gehouden met een oplopende reeks ombuigingen in de meerjarenbegroting. In 2022 bedraagt de te realiseren ombuiging voor Jeugd ongeveer € 910.000.

Op basis van de mutaties voor 2022 zoals hierboven beschreven wordt naar verwachting de geraamde ombuiging voor 2022 gerealiseerd.
Gelet op de nieuwe inkoopsystematiek met ingang van 2023, meerjarig effect van het woonplaatsbeginsel en het feit dat kosten voor de Jeugdzorg worden beïnvloed door de omvang van de populatie en de mate van intensiteit van de benodigde zorg zal moeten blijken in hoeverre de ombuigingen vanaf 2023 en verder gerealiseerd kunnen worden.

Maatregel:

Voorgesteld wordt bovenstaande mutaties te verwerken in de begrotingswijziging bij het Najaarsbericht. De mutaties zijn budgettair neutraal.

Tijd (indicator)

--

Tijd (toelichting)