De Begroting 2025 is door de gemeenteraad vastgesteld op 7 november 2024. Inmiddels is het Voorjaarsbericht 2025 opgesteld, waarbij ook is gekeken naar de afwijkingen bij de Jaarrekening 2024. Voor zover die doorwerking hadden naar 2025 en volgende jaren zijn deze meegenomen. De structurele effecten van het Voorjaarsbericht 2025 zijn in onderstaande tabel voor 2026 en verder weergegeven; alles uiteraard onder voorbehoud van besluitvorming van de raad over het Voorjaarsbericht 2025 (en Jaarrekening 2024).
3. Actualiseren begrotingspositie
3.2 Financieel beeld voorafgaan aan Kadernota 2026
Terug naar navigatie - 3.2 Financieel beeld voorafgaan aan Kadernota 2026In onderstaande tabel beginnen we met de stand van het Najaarsbericht 2024. Vervolgens is daaraan toegevoegd recente besluitvorming en de structurele effecten van het Voorjaarsbericht 2025, waarna de uitgangspositie voorafgaand aan de Kadernota 2026 wordt weergegeven.
Afgeronde bedragen x € 1000 N=Nadeel V=Voordeel | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 |
Najaarsbericht 2024 (raad 12 december 2024) | N 2.854 | N 3.596 | N 3.810 |
N 3.810 |
Begrotingswijzigingen 2024 en 2025 | ||||
Begrotingswijziging 2025-005: Reconstructie Winterdijk Sprang-Capelle | V 190 | V 60 | V 60 | |
Begrotingswijziging 2025-009: Renovatie zwembad Zidewinde | N 177 | N 174 | N 171 | N 168 |
Begrotingswijziging 2025-012: Aanvulling budget Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederland (SVN) | N 13 | N 13 | N 13 | N 13 |
Begrotingswijziging GOL |
N 364 |
|||
Begrotingswijziging 2025-016: Grondexploitatie (De Muzenkamer) | V 28 | V 28 | V 28 |
V 28 |
Totaal voorafgaand aan Voorjaarsbericht 2025 | N 3.016 | N 3.565 | N 3.906 | N 4.267 |
Voorjaarsbericht 2025 (raad 3 juli 2025) | N 1.542 | N 829 | N 602 | N 558 |
Totaal na Voorjaarsbericht 2025 / voorafgaand aan Kadernota 2026 | N 4.558 | N 4.394 | N 4.508 | N 4.825 |
De cijfers 2026 – 2029 van bovenstaand financieel beeld zijn het uitgangspunt voor deze Kadernota 2026, dus voorafgaand aan onontkoombaarheden en nieuwe voorstellen.
3.3 Proces Kadernota
Terug naar navigatie - 3.3 Proces KadernotaDe wereld staat niet stil. Maatschappelijke vragen moeten beantwoord worden. Ook zien we dat bestaande taken soms meer geld vragen. Afgelopen maanden is daarom uitgevraagd welke onontkoombaarheden we verwachten en welke nieuwe voorstellen in voorbereiding zijn. Daarbij kijken we ook naar investeringen die belangrijk zijn voor de leefbaarheid in onze gemeente, maar nog niet volledig financieel zijn vertaald. Bij het opstellen van de Kadernota hanteren we de datum van 14 april 2025 en verwerken de tot dat moment bekende voorstellen.
Onder onontkoombaarheden verstaan we voorstellen die onvermijdbaar zijn, we niet eerder voorzien hebben en in een meerjarenbegroting zijn opgenomen en we ook niet langer uit kunnen stellen. Er zijn ook voorstellen die vallen onder het op orde brengen van de basis. Deze voorstellen zijn strikt genomen niet onontkoombaar, maar wel randvoorwaardelijk om (basis)taken als gemeente uit te kunnen blijven voeren. Verder hebben we ook breed geïnventariseerd welke nieuwe wensen er leven binnen bestuur en organisatie. Dit leidt tot een overzicht met onontkoombaarheden, voorstellen om de basis op orde te brengen en nieuwe voorstellen die bijdragen aan de ontwikkeling van de gemeente.
Om het financiële beeld niet verder negatief te beïnvloeden, is door de organisatie zeer kritisch gekeken naar de eigen voorstellen. Daarbij is onder meer beoordeeld of een uitgave of investering direct gedaan moet worden en of binnen bestaande budgetten en reserves dekking te vinden is. Als sluitpost is er gekeken naar het verhogen van de OZB-opbrengsten. In hoofdstuk 4 “voorstellen per domein” wordt ingegaan op de voorstellen.
3.4 Overige investeringen en ontwikkelingen
Terug naar navigatie - 3.4 Overige investeringen en ontwikkelingenNaast de te verwachten maatregelen, zijn er ook nog toekomstige investeringen en te verwachten mee- en tegenvallers. Die zijn op dit moment uitsluitend kwalitatief te duiden. De komende jaren hebben we grote investeringen te verwachten voor onder andere:
• Mobiliteitshub(s);
• Bereikbaarheid, verkeers-en fietsveiligheid bedrijventerrein Haven;
• Sportvoorziening(en) in Waspik;
• Een integrale ontwikkeling bij Zidewinde;
• Windmolen(s);
• Ontsluiting Landgoed Driessen;
• Een vierde sociale ontmoetingsplek.
Ook zien we de afgelopen jaren een forse stijging van de kosten voor regulier onderhoud in de openbare ruimte, wegonderhoud en voor onze vastgoedportefeuille. We verwachten daar tegenvallers, die nog niet te kwantificeren zijn. Daar tegenover staan mogelijke meevallers vanwege gedeeltelijke compensatie voor de uitvoering van de jeugdzorg en middelen van het Rijk voor woningbouw en mobiliteit, zoals de realisatiestimulans.
3.5 Knoppen ter dekking tekort
Terug naar navigatie - 3.5 Knoppen ter dekking tekortIn de aanloop naar de Kadernota 2026 is de afgelopen jaren voorgesorteerd op het ravijnjaar. Ondanks de voorbereiding en reeds ingerekende bezuinigingen resteert een (substantieel) financieel tekort. Bovendien zijn er nog een aantal grote investeringen in voorbereiding die nog niet (volledig) gedekt zijn. Om dit resterende tekort te dekken, zijn drie oplossingsrichtingen in kaart gebracht. Dit zijn:
• Ombuigingen uit het Financieel Robuust Perspectief;
• Verlaging ambitieniveau;
• Verhoging lokale lasten.
3.6 Ombuigingen 'financieel robuust perspectief'
Terug naar navigatie - 3.6 Ombuigingen 'financieel robuust perspectief'In de verkenning FRP zijn is voor ca. € 7,5 miljoen aan verwachte potentiële besparingen onderzocht op haalbaarheid en wenselijkheid. In 2024 is vooruitlopend op de Kadernota 2026 voor ongeveer € 0,5 miljoen structurele bezuinigingen op het IUP en de financiering onderwijshuisvesting doorgevoerd. Vervolgens is het aan het college voor circa € 6 miljoen aan potentiële ombuigingen voorgelegd. Het college heeft op basis van dit deze besparing voor een bedrag tot € 5,17 miljoen aan ombuigingen overgenomen.
Op 13 maart 2025 heeft het college de gemeenteraad geïnformeerd over de mogelijke maatregelen. Per categorie hebben we die hieronder opgenomen. Voor de volledige lijst met ombuigingen klik hier. Het college stelt voor om deze maatregelen in te zetten als dekking. Er resteren nog maatregelen die ingezet kunnen worden als aanvullende dekking.
Voor de GOL was een ombuiging opgenomen van € 1 miljoen. Op basis van meest recente inzichten is ervoor gekozen om pas kosten te gaan toerekenen aan Haven 8 Oost Afronding zodra deze exploitatie er is. Dit betekent een bijstelling van de ombuiging met € 330.000. Daarnaast bekijken we het inzetten van de 10% algemene reserve, als dekking van het begrotingstekort, in z'n algemeenheid en koppelen we dit niet aan de GOL. Dit betekent een bijstelling van deze ombuiging met € 390.000. Datzelfde doen we voor de reserve onderwijshuisvesting.
De bijstelling van de ombuiging GOL en de reserve onderwijshuisvesting vullen we in door het vrij besteedbare deel van de algemene reserve voor 10% in te zetten voor structurele dekking van de begroting. Per saldo komen we op dezelfde bedragen uit.
3.7 Verlagen ambtitieniveau
Terug naar navigatie - 3.7 Verlagen ambtitieniveauHet huidige – bewust gekozen – ambitieniveau vertaalt zich in extra uitgaven en investeringen op de beleidsvelden met relatief veel beleidsruimte. Die zijn immers direct gerelateerd aan het zijn van een stad met een hoog voorzieningenniveau voor de regio (economisch) als het directe ommeland (onderwijs, sport, cultuur en vrije tijd). Het verlagen van het ambitieniveau is mogelijk, maar vraagt om scherpe keuzes om geen afbreuk te doen aan de strategische doelstellingen en positie van de gemeente.
Alle langere tijd constateren we dat de ambities groter zijn dan de organisatie met bestaande capaciteit aankan. Daarom voeren college en organisatie gesprekken over prioritering en fasering. Eventuele bezuinigingen op de organisatie kunnen alleen worden gerealiseerd als dat ook betekent dat ambities naar beneden worden bijgesteld. De raad is over de prioritering en fasering ook over geïnformeerd via raadsinformatiebrief 010-25.
3.8 Verhogen inkomsten
Terug naar navigatie - 3.8 Verhogen inkomstenDe derde onderzoeksrichting is het kijken naar de lokale lasten. Uit de generieke benchmark van het COELO blijkt dat Waalwijk de op twee na goedkoopste gemeente van Brabant is. De lokale lasten zijn bovendien het afgelopen jaar ook minder gestegen dan in andere gemeenten. Verder zijn we de dertiende (huiseigenaar) of 29ste (huurder) goedkoopste gemeente van Nederland. Met in het totaal van 352 gemeenten in Nederland is Waalwijk de top 5% of top 10% gemeenten met de laagste lasten. Andersom geformuleerd: 90% tot 95% van de gemeenten heeft gemiddeld hogere lasten dan Waalwijk. Ook uit de openbare begrotingsmonitor blijkt dat Waalwijk substantieel lagere lasten rekent dan andere middelgrote gemeenten.
3.9 Conclusies financieel beeld 2026-2029
Terug naar navigatie - 3.9 Conclusies financieel beeld 2026-2029De afgelopen jaren zijn (noodzakelijke) plannen uitgewerkt tot projecten en plannen en hieraan gekoppelde investeringen. Tegelijkertijd neemt de financiële bijdrage vanuit het Rijk af met € 6,5 miljoen. Als gevolg van deze ontwikkelingen heeft Waalwijk een forse financiële opgave. Bovendien verwachten we als uitwerking van de ingeslagen koers een aantal investeringen, die nodig zijn om aantrekkelijk en relevant te blijven richting de toekomst. Een deel van deze investeringen is nog niet gekwantificeerd.
Waalwijk heeft relatief lage woonlasten. Er is nog een ander belangrijk verschil tussen Waalwijk en vergelijkbare gemeenten. Waalwijk heeft in vergelijking met referentiegemeenten bovengemiddeld hoge uitgaven op (beleidsvrije) taken. In de afgelopen jaren is het door de verkoop van grond mogelijk geweest om met incidentele middelen te investeren en de lasten (zeer) laag te houden. Waalwijkers krijgen de afgelopen jaren dus veel, terwijl de lasten (zeer) laag zijn gebleven. Door onder meer de korting op het gemeentefonds is deze optelsom helaas financieel niet houdbaar. Waalwijk staat op middellange termijn voor een belangrijke en fundamentele keuze over haar toekomst:
• Hoge voorzieningenniveau en een goed vestigingsklimaat behouden: Dit betekent dat de belastingen omhoog moeten.
• Lage lasten houden: Dit betekent dat er minder voorzieningen zullen zijn en dat de positie en het vestigingsklimaat van Waalwijk slechter worden.
De combinatie van noodzakelijke investeringen en de ontwikkeling van het gemeentefonds maakt deze discussie extra urgent. Dit wordt versterkt doordat de mindere inkomsten vanuit het Rijk er toe (kunnen) leiden dat we eigen middelen moeten inzetten voor de uitvoering van wettelijke taken. Deze kunnen dan niet geïnvesteerd worden in de versterking van het lokale voorzieningenniveau en het creëren van Brede Welvaart voor onze inwoners. Daarom stelt het college voor om te kiezen voor een verhoging van de OZB van 5%. Ook kiezen we ervoor om de dekking van een wethouder structureel uit de begroting te halen. Indien de nieuwe raad kiest om dit toch te handhaven, zullen zij die aanstelling van dekking moeten voorzien. Dit geeft het volgende samenvattend financieel beeld:
Afgeronde bedragen x € 1000 N=Nadeel V=Voordeel | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 |
Totaal na Voorjaarsbericht 2025 | N 4.558 | N 4.394 | N 4.508 | N 4.825 |
Onontkoombaarheden | N 1.085 | N 329 | N 407 | N 763 |
Basis op orde | N 1.060 | N 370 | N 320 | N 320 |
Nieuwe voorstellen | N 1.515 | N 921 | N 538 | N 513 |
Totaal | N 8.218 | N 6.014 | N 5.773 | N 6.421 |
Ombuigingen | V 3.690 | V 4.040 | V 5.152 | V 5.152 |
Totaal | N 4.528 | N 1.974 | N 621 | N 1.269 |
Overige voorstellen | ||||
Toevoegen jaarschijf 2029 (met name Algemene Uitkering) | 0 | 0 | 0 | V 359 |
Wethouder minder | V 230 | V 230 | V 230 | |
OZB stijging 5% | V 750 | V 750 | V 750 | V 750 |
Totaal | N 3.778 | N 994 | V 359 | V 70 |