2. Uitgangspunten voor de samenstelling van de Begroting 2026

2.1 Inleiding

Terug naar navigatie - 2.1 Inleiding

Vanaf 2025 zijn de uitgangspunten voor de Begroting opgenomen in de Kadernota en niet meer separaat via een aparte Nota van Uitgangspunten. De volgende uitgangspunten worden gehanteerd bij het opstellen van de Begroting 2026:

2.2 Indexering kosten

Terug naar navigatie - 2.2 Indexering kosten

Indexering personeelslasten (lonen)
De VNG en de vakbonden hebben een akkoord bereikt over de nieuwe cao gemeenten. De salarissen van 220.000 gemeentemedewerkers gaan in 2 jaar met gemiddeld 7,64% omhoog. De nieuwe cao heeft een looptijd van 1 april 2025 tot 1 april 2027. Het resultaat volgt op een eindbod dat de VNG donderdag 17 april heeft neergelegd bij de bonden. Het eindbod wordt nog voorgelegd aan de leden van de vakbonden.
 
Kijkend naar de salarisstijging en wat reeds in de meerjarenraming is opgenomen moeten de salarisbudgetten met 1,4% worden geïndexeerd in 2026.
 
Daarnaast houden we in de berekening van de salarislasten 2026 rekening met:
-    € 16 minimum uurloon;
-    Verhoging van Toelage Onregelmatige Dienst (TOD);
-    Verhoging van de thuiswerkvergoeding;
-    Aanpassing Regeling Vervroegd Uittreden (RVU);
-    De laatst bekende werkgeverspremies.
 
Indexering prijzen
Voor bepaling van het accres in de algemene uitkering wordt rekening gehouden met de volgende indexen:
-    Loonvoet sector overheid voor 60% => voor 2026: 2,0%;
-    Prijs materiële overheidsconsumptie voor 20% => voor 2026: 2,1%;
-    Prijs bruto overheidsinvesteringen voor 20% => voor 2026: 3,0%.
Rekening houdend met de weging van deze 3 factoren komt de verwachte index voor 2026 uit op afgerond 2,2%.
 
Indexering subsidies
In de vastgestelde Algemene Subsidieverordening Waalwijk 2025 wordt geen onderscheid meer gemaakt tussen budgetsubsidies en overige subsidies. Daarom wordt voorgesteld om alle subsidies te indexeren voor 70% loongevoelig en 30% prijsgevoelig op basis van de CPB-ramingen. De indexering voor 2026 wordt dan 70% van 2,0% + 30% van 2,2% = 2,06%, afgerond 2,1%.
 
Indexering gemeenschappelijke regelingen
Gemeenschappelijke regelingen sturen hun ontwerpbegroting ter goedkeuring naar de gemeenteraden. De indexeringen die de gemeenschappelijke regelingen hanteren in hun begroting kunnen afwijken van onze uitgangspunten. De nieuwe begrotingen van de gemeenschappelijke regelingen worden getoetst en eventuele afwijkingen worden toegelicht in de raadsvoorstellen van de Begrotingen 2026. In onze Begroting 2026 nemen wij de vastgestelde bijdrage van de gemeenschappelijke regelingen op. 
 
Specifieke indexeringen
De Begroting van de gemeente Waalwijk kent een aantal posten waarvoor een specifieke indexering geldt. De belangrijkste posten betreffen de budgetten jeugd, regiovervoer en onderwijshuisvesting. Voor de budgetten jeugd en regiovervoer wordt in het voorjaar de indexering voor 2026 bekend, waarop wij moeten aansluiten. Voor jeugd is die afkomstig van de regio Hart van Brabant op basis van hun Kadernota. Voor regiovervoer komt de indexering van bureau regiovervoer Midden-Brabant op basis van hun contractafspraken. Op basis van de in de modelverordening en de beleidsregel ‘Bekostiging lokalen bewegingsonderwijs primair en (voortgezet) speciaal onderwijs' vastgelegde systematiek worden de normvergoedingen (inclusief indexering) van onderwijshuisvesting aangepast.

Indexering gemeentelijk vastgoed
Huurverhoging van de gemeentelijke panden (niet zijnde woningen) worden met de geraamde prijsindexatie van 2,2% verhoogd, tenzij op basis van eerdere besluitvorming of contractueel anders is overeengekomen. Huurverhoging woningen conform maximaal wettelijk toegestane percentage.
De huurindexatie van gemeentelijke panden die gehuurd worden door een vereniging/ instelling waarmee de gemeente een subsidierelatie heeft, wordt gelijkgesteld aan het indexatiepercentage van de subsidies, te weten 2,1%.

2.3 Indexering tarieven en rechten

Terug naar navigatie - 2.3 Indexering tarieven en rechten

Alle gemeentelijke tarieven (zowel privaatrechtelijke als publiekrechtelijke) worden met de geraamde prijsindexatie van 2,2% verhoogd. Aanpassing van tarieven met de prijsindexatie wordt in de begroting op de functionele posten verwerkt. Bij de berekening van de (kostendekkendheid van de) tarieven wordt de overhead (op grond van BBV-regelgeving) extracomptabel meegenomen. Uitgangspunt hierbij is kostendekkende tarieven.
 
De gemeente Waalwijk kent de volgende belastingen:
- Onroerende Zaakbelastingen (OZB);
- Hondenbelasting;
- Verblijfsbelasting;
- Precariobelasting;
- Parkeerbelasting;
- Forensenbelasting;
- BIZ (Bedrijveninvesteringszone) als opvolger van de reclamebelasting.

 De gemeente Waalwijk kent de volgende rechten:
- rioolheffing;
- afvalstoffenheffing;
- reinigingsrecht;
- leges;
- grafrechten;
- havengeld;
- marktgelden.

Afvalstoffenheffing en rioolrechten
Voor afvalstoffenheffing en rioolrechten mogen de tarieven maximaal kostendekkend zijn, rekening houdend met eventuele inzet van de middelen uit de bijbehorende voorzieningen. Dat zal op basis van de bij de Begroting 2026 bekende gegevens worden bezien.  In het Integraal Waterplan Waalwijk (IWW) 2025 -2027 (raad 27 juni 2024) is opgenomen dat vanwege toenemende investeringen de rioolrechten per jaar met 3% boven de inflatie (extra) stijgen.

2.4 Ophoging inkomsten van belastingen en rechten in het kader van ombuigingen

Terug naar navigatie - 2.4 Ophoging inkomsten van belastingen en rechten in het kader van ombuigingen

In de informatieavond op 13 maart 2025 (Robuust Financieel Perspectief) is de raad geïnformeerd over de resultaten van het onderzoek naar de verschillende mogelijke ombuigingen en de eerste uitwerkingen daarvan.  Deze uitwerkingen zijn in deze Kadernota overgenomen:

Belastingen
Areaaluitbreiding OZB met terugwerkende kracht. Dit betekent een meeropbrengst van € 300.000 en een tariefstijging van afgerond 2%. Daarnaast wordt voorgesteld om de OZB met 5% extra te verhogen om noodzakelijke investeringen te doen en de bestaande doelstellingen te realiseren . Het verhogen van de verblijfsbelasting met € 100.0000 betekent een extra procentuele stijging van 20%.

Rechten
Op basis van de berekening kan voor de afvalstoffen- en rioolheffing een extra kostentoerekening van de BTW  plaatsvinden van in totaal € 570.000. Dit betekent een voordeel voor de begroting. Het verhogen van de kostendekkendheid van de begraafplaatsen genereert een extra opbrengst van € 200.000.  De opbrengst leges omgevingswet worden structureel verhoogd met een bedrag van € 500.000 op basis van een toename van het aantal vergunningaanvragen van grote bouwprojecten.
Bij het samenstellen van de Begroting 2026 moet bekeken worden wat het effect is voor de hoogte van de tarieven. Welk bedrag kan doorberekend worden in de tariefstelling en wat is het effect op de jaarlijkse mutatie van de voorziening.

2.5 Overige uitgangspunten

Terug naar navigatie - 2.5 Overige uitgangspunten

Rentepercentages
De rentetoerekening is gebaseerd op het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV). Ingeschat wordt dat de in de Begroting 2026 te hanteren rente uitkomt rond 1,25%. Bij het samenstellen van de Begroting 2026 zal op grond van de BBV-regels het exacte percentage worden berekend.
Voor in het jaar 2026 aan te trekken geld zijn de rentepercentages gebaseerd op verwachtingen van deskundigen. De verwachting is dat de rente richting volgend jaar licht gaat dalen. Voor kortgeld gaan we uit van 2,25% en voor langgeld 2,75%.

Overige
Het aantal inwoners wordt per 1-1-2026 geraamd op 51.690 en het aantal woonruimten op 23.050.

2.6 Indicatieve lastendruk

Terug naar navigatie - 2.6 Indicatieve lastendruk

Op basis van de voorstellen in deze Kadernota komt de lastendruk voor de meerpersoonshuishoudens indicatief uit op: 

Ontwikkeling woonlasten 2022 2023 2024 2025 2026
OZB (Gemiddeld betaalde ozb woningen) € 338 € 365 € 378 € 391 € 426
Afvalstoffenheffing meerpersoonshuishouden € 229 € 232 € 237 € 245 € 270
Rioolheffing meerpersoonshuishouden € 163 € 175 € 189 € 201 € 217
Woonlasten meerpersoonshuishouden € 730 € 772 € 804 € 838 € 913
Positie ranglijst 14 19 20 nb nb

Bij de Begroting 2026 kan de raad nog nadrukkelijk de afweging maken over de voorgenomen tariefaanpassingen. 
In het najaar worden ook de bijbehorende belastingverordeningen aan de raad ter besluitvorming voorgelegd: onroerendezaakbelastingen en leges op 11 december 2025 en de overige belastingen en rechten tijdens de begrotingsververgadering op 6 november 2025.