4. Majeure projecten

Insteekhaven

Insteekhaven

Terug naar navigatie - Insteekhaven

Tijdens de behandeling van het raadsvoorstel op 12 september 2019 is toegezegd om de raad per kwartaal te informeren over de voortgang en financiële afwijkingen van de aanleg van de insteekhaven.

Met raadsinformatiebrief  041-24 (d.d. 16 mei 2024) heeft u de eerste voortgangsrapportage over de insteekhaven ontvangen .

Gebiedsontsluiting Oostelijke Langstraat (GOL)

Gebiedsontsluiting Oostelijke Langstraat (GOL)

Terug naar navigatie - Gebiedsontsluiting Oostelijke Langstraat (GOL)

Project: Gebiedsontwikkeling Oostelijke Langstraat (GOL).
Fase: Voorbereiding door aannemer.
Doel: Het  verbeteren van de veiligheid rondom gevaarlijke op- en afritten en meer doorstroming van het verkeer op de A59 met behoud van de natuur, meer mogelijkheden voor recreatie en economische activiteiten en een betere leefbaarheid in de kernen.

Vooraf, leeswijzer

Voorliggende voortgangsrapportage is samengesteld ten behoeve van de projectbeheersing door de gemeenteraad. Met deze rapportage kan de gemeenteraad vaststellen en controleren of het project GOL  binnen de door haar vastgestelde beleidskaders ten uitvoer wordt gebracht. Het GOL is  een gemeentegrens overstijgend integraal project.  Gemeente Waalwijk, Heusden en waterschap Aa-en Maas zijn samen met de provincie risicodragende partijen. Er is gekozen voor een geïntegreerd contractvorm (UAV-GC) met een aanbesteding op prijs/kwaliteit. De aannemerscombinatie Mourik/Besix heeft het werk aangenomen. De combinatie is verantwoordelijk voor het ontwerp en de realisatie van het project.

De Provincie Noord Brabant is opdrachtgever en  stuurt het project aan. Samen met de stakeholders is er een ambtelijke (ABG) en politieke (stuurgroep) rapportagelijn opgezet.

Deze voortgangsrapportage is samengesteld aan de hand van de GROTICK-methodiek voor projectbeheersing. De letters van het woord GROTICK staan voor de verschillende aspecten waaraan in de voortgangsrapportage aandacht wordt besteed. Deze aspecten zijn respectievelijk:
-    Geld
-    Risico's
-    Organisatie
-    Tijd
-    Informatie
-    Communicatie
-    Kwaliteit
Binnen de projectorganisatie zijn het dezelfde aspecten die worden bewaakt om daarmee maximaal zeker te stellen dat het project zich binnen de kaders ontwikkeld die door de Raad zijn aangegeven en die de projectorganisatie zichzelf ten doel heeft gesteld. 
Hieronder wordt over elk van bovengenoemde GROTICK-aspecten verslag gedaan.

Geld
De onderhandelingen met de combinatie Mourik-Besix over de vertragingskosten, stand-stil periode, Vtw’s, scope en indexering worden na besluit van de Raad van State opgestart. 
Dit alles leidt tot een aanvullende financieringsvraag voor alle betalende partners en dus een nieuw besluit van de gemeenteraden. 

Hierna een opsomming van de reeds genomen besluiten;
In de raadsvergadering van 14 april 2020 zijn door de raad de benodigde middelen voor het GOL beschikbaar gesteld. In de raadsvergadering van 7 juli 2021 is een aanvullend krediet beschikbaar gesteld.
In de raadsvergadering van 22 juni 2023 is bij het Voorjaarsbericht 2023 de investering in het GOL in de begroting 2 jaar doorgeschoven.

Raadsbesluit 14 april 2020 (begrotingswijziging 2020/06)
De totale bijdrage van het GOL door de gemeente Waalwijk bedraagt € 26,6 miljoen. Hierop kunnen een bedrag voor nog te verrekenen kosten met de provincie en de waarde van de door de gemeente voor het project ingebrachte gronden in mindering worden gebracht. Daarnaast is op 14 november 2013 al een krediet van € 1,6 miljoen beschikbaar gesteld. Verder dient rekening te worden gehouden met een bedrag voor interne kosten tijdens de realisatiefase. Er is een krediet beschikbaar gesteld van € 23.195.000. De totale jaarlijkse kapitaallasten met ingang van 2024 bedragen € 992.000.
Het afwaarderen van de ingebrachte gronden wordt ten laste gebracht van de reserve mobiliteit. Met ingang van 1 januari 2020 bedraagt het saldo van deze reserve dan € 4.927.732.
Ter (gedeeltelijke) dekking van de kapitaallasten is een geblokkeerde reserve gevormd. Hierin is het restant gestort van de reserve mobiliteit (€ 4.927.732) en een bedrag van € 4,7 miljoen vanuit de algemene reserve.

Raadsbesluit 7 juli 2021 (begrotingswijziging 2021/19)
Het huidige projectbudget is ontoereikend voor de uitvoering. Het tekort op het totale projectbudget wordt ingeschat op een bedrag van € 10,5 miljoen. Dit betekent voor de gemeente Waalwijk een extra bijdrage van € 3,1 miljoen (aandeel 29%).  Het in april 2020 beschikbaar gestelde krediet (begrotingswijziging 2020/06) is met deze aanvullende bijdrage verhoogd. In de bijgestelde meerjarenbegroting 2022 t/m 2025 voor de Kadernota 2022 (raad 15 juli 2021)  is rekening gehouden met een extra jaarlijkse kapitaallasten van € 120.000 met ingang van 2024. Dit geconstateerde tekort is gebaseerd op start uitvoering oktober 2021.
De dekking van de kapitaallasten is (met ingang van 2024) dan als volgt:
•    Een bedrag van € 188.000 als gevolg van een verhoging van de OZB-opbrengst;
•    Jaarlijkse onttrekking ten laste van de geblokkeerde reserve voor een bedrag van € 240.000;
•    Met ingang van 2024 een jaarlijkse kapitaallast in de begroting van € 684.000.

Raadsbesluit 22 juni 2023 (Voorjaarsbericht 2023: VJB23/O.08; bijstelling door latere investering GOL)
Bij het Voorjaarsbericht 2023 (voorstel VJB23/0.08) is aangegeven dat de investering GOL minstens 2 jaar doorschuift naar 2025 (met kapitaallasten met ingang van 2026). Zowel in 2024 als in 2025 betekent dat (netto, gelet op effect baten OZB en geblokkeerde reserve) een voordeel op kapitaallasten van € 684.000 per jaar (in 2024 en 2025), dat is verwerkt in de begroting 2024. 

=> Naar aanleiding van de 2e tussenuitspraak in februari 2024 (zie toelichting hieronder) zullen voor de Kadernota 2025 de ramingen van de kapitaallasten voor de meerjarenbegroting worden bijgesteld.

Risico’s
Beroep
Afgewacht dient te worden wanneer en hoe  de Raad van State een definitieve uitspraak doet.  Zodra de uitspraak is ontvangen, zal onderzocht worden wat dit betekent voor de planning en beschikbaar gestelde middelen.

Stikstof
Op 25 juli 2022 hebben Gedeputeerde Staten een vergunning Wet Natuurbescherming verleend en heeft tot en met dinsdag 20 september 2022 ter inzage gelegen. Hierop zijn drie beroepen ingediend. De inhoud van deze beroepen richt zich voornamelijk op de onderbouwing die is geleverd op de natuurvergunning (stikstof). Ze gaan in op het extern salderen, de Brabantse Ontwikkelaanpak Stikstof (BOS) en de onderliggende verkeerscijfers (verkeersmodel GOL). De Raad van State heeft in haar tweede tussenuitspraak veel van deze beroepen niet ontvankelijk verklaart, echter vraagt nog een reparatie van twee tekortkomingen. 

Communicatie
Rapportages via allerlei gremia waardoor informatie niet op tijd of onjuist wordt gedeeld.

Organisatie
De projectorganisatie valt onder de verantwoordelijkheid van de Provincie Noord Brabant. De gemeente heeft een toetsende en vergunningverlenende rol. De aannemer heeft inmiddels het uitvoeringsontwerp afgerond.  
Door de vertraagde uitspraak van de Raad van State zijn de projectorganisaties afgeschaald en beperkt in stand gehouden.

Tijd
De zitting van de Raad van State is uitgesteld door de corona crisis en heeft een jaar na oorspronkelijke planning plaatsgevonden (20 en 21 januari 2021 ). Zoals in de raadinformatiebrief op 15 december 2020 is gemeld heeft deze vertraging financiële gevolgen.
Op 15 juli 2022 hebben Provinciale Staten de gewijzigde Provinciaal Inpassingsplannen (PIP) voor de Gebiedsontwikkeling Oostelijke Langstraat Oost en West vastgesteld. En op 25 juli 2022 hebben Gedeputeerde Staten een vergunning Wet Natuurbescherming verleend. 
Op 14 september 2023 hebben wij voor de tweede maal een brief ontvangen waarin de Raad van State de termijn voor het doen van een uitspraak verlengd. Als reden geven zij op dat de Afdeling meer tijd nodig heeft in verband met ziekte. Aanvullend geven zij ook aan dat zij zich het grote belang van deze zaak realiseert en dat zij er alles aan doet om uiterlijk eind december 2023 een uitspraak te doen.
Op 15 december 2023 hebben wij voor de derde keer een brief ontvangen waarin de Raad van State de termijn voor het doen van een uitspraak verlengd.
Op 14 februari 2024 is een tweede tussenuitspraak gekomen van de raad van State en constateert – in haar eigen woorden – “een kleine technische omissie in een van de planregels twee tekortkomingen in de aangepaste plannen.” Op basis van deze tweede tussenuitspraak: 
•    Worden de provinciale inpassingsplannen GOL Oost en West gewijzigd door Provinciale Staten.
•    Zal een nadere onderbouwing worden aangeleverd aan de afdeling waarin wordt onderbouwd dat wordt voldaan aan de eisen die worden gesteld aan extern salderen.

Informatie
Informatie wordt door de provincie gedeeld met de risicodragende partijen en relevante stakeholders (waaronder gemeente Waalwijk). Hiervoor zijn diverse bestuurlijke en ambtelijke overleggen geïnitieerd. Het project wordt door diverse externe partijen kritisch gevolgd. Dit zijn stichtingen ( waaronder “Van GOL naar Beter”, “Federatie Behoudt de Langstraatspoorbruggen”) en personen. Gedurende de voorbereiding van het project zijn er zienswijzen, bezwaren en beroep ingesteld. Het beroep tegen het provinciaal inpassingsplan en de daarmee gecoördineerde vergunningen wordt door de Raad van State behandeld.  

Communicatie (resultaten, activiteiten)
De projectcommunicatie wordt door de Provincie gedaan. De uitvoeringscommunicatie door de aannemerscombinatie. Periodiek vindt er een omgevingsoverleg plaats met de risicodragende partijen waarbij team communicatie is aangehaakt.

Kwaliteit 
Door de risicodragende partijen zijn kwaliteitseisen meegegeven. Deze zijn verwerkt in het UAV-GC contract en daarop is de aannemerscombinatie geselecteerd. Op naleving van deze eisen wordt door de Provincie gestuurd en getoetst. Eventuele afwijkingen worden gedeeld met de risicodragende partijen.

Tussenvoorziening / opvanghotel

Tussenvoorziening / opvanghotel

Terug naar navigatie - Tussenvoorziening / opvanghotel

Sinds 12 september 2022 vangen we Oekraïense vluchtelingen en statushouders op in het hotelgebouw aan de Bevrijdingsweg 1 in Sprang-Capelle. Op deze opvanglocatie hebben we: 231 plekken voor Oekraïense vluchtelingen en 35 plekken voor statushouders.
Op 1 december 2023 verscheen raadsinformatiebrief 135-23 over de voortgang van de tussenvoorziening/opvanghotel. 

Met ingang van het Voorjaarsbericht 2023 wordt ten behoeve van de projectbeheersing door de gemeenteraad via de P&C-cyclus gerapporteerd als majeur project . Met deze rapportage kan de gemeenteraad vaststellen en controleren of het project tussenvoorziening / opvanghotel binnen de door haar vastgestelde beleidskaders ten uitvoer wordt gebracht.

In deze GROTICK-rapportage staat GROTICK  voor: 
•    Geld.
•    Risico's.
•    Organisatie.
•    Tijd.
•    Informatie.
•    Communicatie.
•    Kwaliteit

Geld
De uitgaven van de opvang in het hotelgebouw in 2024 hebben we geraamd op € 9,7 miljoen. Van het rijk ontvangen we een normbedrag voor de opvang van Oekraïense vluchtelingen. Voor deze locatie gaat het om € 5,1 miljoen. Voor de opvang van statushouders ontvangen we een vergoeding van het COA. We ramen die op € 1 miljoen. 
Hierdoor blijft een tekort over van € 2,6 miljoen. Dit tekort dekken we met het overschot van de opvang van Oekraïense vluchtelingen in de andere opvanglocaties in onze gemeente. Daar houden we naar verwachting € 2,4 miljoen over. Voor de resterende € 0,2 miljoen doen we een beroep op de Bekostigingsregeling opvang ontheemden Oekraïne. Die garandeert gemeenten dat ze de voor opvang van Oekraïense vluchtelingen gemaakte kosten vergoed krijgen.
We verwachten geen gevolgen voor de gemeentebegroting.

Risico's
We zien de volgende risico’s:

1.  Exit-strategie
We vangen nu een grote groep vluchtelingen en statushouders op in het hotel. Dit is een tijdelijke situatie die vooralsnog duurt tot 12 september 2025. Wanneer de opvang op deze locatie stopt, ligt er een aanzienlijke opgave om de Oekraïense vluchtelingen te begeleiden naar hun thuisland en/of hen op een andere locatie onderdak te bieden. (De statushouders zijn gekoppeld aan een gemeente en volgen de reguliere huisvestingsroute.) Dit vraagt vroegtijdig onderzoek en handelen om alternatieve huisvesting te organiseren.

2.  Doorstroom statushouders
We zien dat het moeilijk is om voor statushouders passende woningen te vinden. Dit betekent dat gezinnen steeds vaker voor een langere periode in het opvanghotel verblijven. Alhoewel de kinderen alvast naar school gaan in Waalwijk en de volwassenen kunnen starten met inburgeren, is dit geen bevorderlijke situatie. Door statushouders in het hotel op te vangen, willen we ook de asielketen ontlasten. Wanneer er weinig doorstroming is, bereiken we dat doel in mindere mate.

3. Toenemende druk
De asielketen staat onder grote druk als het gaat om opvangplekken. Dit vertaalt zich in veelvuldige verzoeken vanuit de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, de Provincie en het COA aan gemeenten om extra opvangcapaciteit aan te bieden voor asielzoekers en/of statushouders. We zoeken naar evenwichtige inzet op alle groepen, waarbij we het zwaartepunt van onze inzet tot nu toe ligt op de opvang van Oekraïense vluchtelingen.

Organisatie

In het opvanghotel werken we samen met het Rode Kruis, het hotel en de beveiliging. De gemeente voert de regie. De betrokken medewerkers namens de gemeente zijn hiervoor ingehuurd of vrijgemaakt. Deze inzet leidt niet tot organisatorische problemen in het gemeentelijke apparaat. De kosten van deze inzet vergoedt het rijk.

Tijd
De huidige overeenkomst met het hotel verloopt op 12 september 2024. Op 12 maart jl. besloot het college de opvang met een jaar te verlengen. De nieuwe einddatum is 12 september 2025. De brief hierover is hier te vinden: raadsinformatiebrief 020-24.

Informatie
Via de reguliere P&C-cyclus en op verzoek delen we de voortgang in het opvanghotel.

Communicatie
We hebben geïnvesteerd in het betrekken van inwoners bij de opvang in het hotel. Sinds de start hebben we 3 brieven aan inwoners gestuurd.

Kwaliteit
Uit onderzoek blijkt dat de vluchtelingen in de opvang tevreden zijn. Zowel de statushouders als de Oekraïense vluchtelingen voelen zich veilig in de opvanglocatie, ervaren weinig stress en doen naar vermogen mee in de samenleving.

Invoering Omgevingswet

Omgevingswet

Terug naar navigatie - Omgevingswet

Op 1 januari 2024 is de Omgevingswet officieel ingevoerd, een mijlpaal na jarenlange voorbereiding. Ook de komende jaren volgen nog verschillende trajecten met een langer tijdpad zoals de omgevingsvisie en het omgevingsplan.  De volledige afronding van de invoering wordt voorzien in 2032.  

Op verzoek van de raad is met ingang van het Najaarsbericht 2023 een Grotick-rapportage toegevoegd, met een toelichting op de aspecten geld, risico's, organisatie, tijd, informatie, communicatie en kwaliteit.

Geld
In het vorige collegeprogramma (2018-2022) is voor de jaren 2019 tot en met 2022 een bedrag van € 600.000 opgenomen. Dit bedrag is toegevoegd aan de reeds bestaande reserve ruimtelijke beleidsplannen (saldo € 365.000). In totaal was hiermee een bedrag van € 965.000 beschikbaar. In totaal is er per eind 2022 een bedrag van € 565.000 ten laste van deze reserve gebracht. Het saldo per eind 2022 bedroeg daarmee € 400.000. In de begroting 2023 is incidenteel een bedrag van € 1,2 miljoen beschikbaar gesteld, per saldo was hiermee per begin 2023 een bedrag van € 1,6 miljoen beschikbaar.
Daarnaast is in de begroting 2023 incidenteel een bedrag van € 100.000 beschikbaar gesteld voor het opstellen van een stedenbouwkundige visie. Bij het Najaarsbericht 2023 is bij het onderdeel ‘budgetoverheveling’ voorgesteld om dit bedrag toe te voegen aan de reserve voor de omgevingswet. Eind 2023 is nog € 1.388.000 in de reserve beschikbaar.
Voor de implementatiekosten van álle onderdelen van de Omgevingswet zijn in ieder geval eind 2024 voldoende middelen beschikbaar.  Het gaat hier om kosten voor externe ondersteuning voor projectleiding, de omgevingsvisie, het omgevingsplan, vervangende inhuur, nieuwe functies, communicatie en ict.  Wat de eventueel structurele financiële effecten van de invoering van de Omgevingswet  zijn, wordt nog bezien.

Risico's
Na invoering van de Omgevingswet moet een vergunning binnen 8 weken worden afgegeven, met een verlenging van maximaal 6 weken. Het werkproces in de organisatie is daar inmiddels op ingericht. De Raad heeft in december 2021 aangegeven haar adviesrol voor ruimtelijke initiatieven op dezelfde manier te willen blijven invullen. Dat betekent dat in de periode van 8 weken de raad een uitspraak moet hebben gedaan. Op dit moment zijn we aan het verkennen hoe dat het beste binnen de raadscyclus kan worden ingevoegd. Bij het niet op tijd verlenen van een vergunning is er het risico van het opleggen van een dwangsom.  Tot op heden heeft zich een dergelijke situatie niet voorgedaan omdat er voor de invoeringsdatum nog veel aanvragen zijn binnengekomen die volgens de oude wetgeving kunnen worden afgehandeld. Samen met de raadswerkgroep Participatie RO wordt op dit moment gekeken hoe betrokkenheid van de Raad bij ruimtelijke initiatieven kan worden geoptimaliseerd, naar aanleiding van het Rekenkamer onderzoek over participatie en de Omgevingswet. 
Voor het nieuwe digitale stelsel zijn we afhankelijk van de landelijke ontwikkelingen. De gemeente Waalwijk is aangesloten en voldoet aan alle beschikbare koppelingen. Tot op heden zijn er geen grote knelpunten ontstaan.

Organisatie
Bij de invoering van de Omgevingswet zijn veel medewerkers betrokken. Het is een omvangrijke transitie en langjarige die veel effect heeft op de gehele organisatie. Een externe projectleider geeft sturing aan de projectorganisatie. 

Tijd
De gemeente Waalwijk was op 1 januari 2024 klaar voor de invoering van de Omgevingswet.  Ook de onderdelen uit de transitieperiode daarna verlopen op schema. 

Informatie
Op 30 november 2023 was er een raadsinformatiebijeenkomst over de Omgevingswet. Voor het project van de omgevingsvisie wordt de raad op verschillende manier en momenten betrokken. 

Communicatie
Inwoners en bedrijven worden op verschillende manieren geïnformeerd en ondersteund voor de gevolgen van de Omgevingswet. De website is aangepast, en er is een front-office voor vragen over ruimtelijke initiatieven. 
Voor de totstandkoming van de Omgevingsvisie is een communicatie- en participatieplan opgesteld. Daarover ontvangt de raad binnenkort een raadsinformatiebrief. 

Kwaliteit 

De invoering van de Omgevingswet moet op de langere termijn effect gaan krijgen op de kwaliteit van de dienstverlening voor wat betreft integraliteit, participatie en deregulering. 

Koers Sociaal Domein / Implementatie Samen Redzaam

Grotick

Terug naar navigatie - Grotick

1.    Inleiding

Ambities en doelen
Met het Implementatieplan Samen Redzaam werken we aan de volgende 3 ambities:
1.    We versterken de sociale veerkracht van onze inwoners en gemeenschappen/samenleving.
2.    We vergroten de impact die we maken voor onze inwoners en gemeenschappen.
3.    De integrale inzet op preventie leidt tot beter passende ondersteuning en zorg. 

Daaronder hangen de volgende doelen, waarbij de nummering past bij de ambitie:
1.1.    De sociale veerkracht van inwoners neemt toe vanaf het moment van de nulmeting in 2024.
1.2.    De sociaal economische status van de aandachtswijken in Waalwijk is in 2026 toegenomen ten opzichte van de SES-WOA score van het CBS in 2021.
1.3.    Inwoners nemen de regie in het versterken van de sociale veerkracht van de eigen leefomgeving.

2.1    We kennen onze inwoners, buurten en wijken en we passen in gezamenlijkheid het aanbod continu aan op hun behoefte.
2.2    Er is continuïteit in de activiteiten voor alle inwoners en in de aanwezigheid van professionals in de wijken.
2.3    Onze sturing is gericht op het effect dat de inzet heeft voor onze inwoners.

3.1.    We hebben een dekkend ondersteuningsaanbod in de sociale basis en indicatievrije ondersteuning (trede 1, 2 en 3).
3.2.    De ondersteuning die we bieden creëert zo min mogelijk afhankelijkheid van professionals.
3.3.    Voor inwoners die enkel zorg kunnen ontvangen op basis van een indicatie en waar het gaat over een langdurige zorgvraag wordt actief gestuurd op inzet vanuit de Wlz. 

In deze rapportage geven we aan hoe we ervoor staan op het gebied van geld, risico’s, organisatie, tijd, informatie, communicatie en kwaliteit.

2.     GROTICK
2.1.    Geld
Met de inzet van deze middelen is een implementatieplan opgesteld en wordt het eerste deel van de implementatie bekostigd. Bij de Kadernota 2025 is het implementatieplan verder financieel vertaald. 

Voor de implementatie van de koers is voor 2023 en 2024 een bedrag van € 1,3 miljoen beschikbaar gesteld. De verwachting is dat dit bedrag volledig wordt besteed in 2024. Hieronder is een actuele stand van zaken weergegeven tot op heden:

 

2023

2023 besteed

2024 verplichting

Nog beschikbaar

Stand van zaken

Transformatiebudget voor 2023 en 2024 bestaat uit:

 € 1.300.000

 

     

Tijdelijke formatie; vrijmaken zittend personeel en toevoegen expertise

 

 €    600.000

 €    3.520

€    330.280

€    266.200

Dit betreft de ondersteuning binnen MAO, Wijz en LTH zodat we voldoende capaciteit vanuit de inhoudelijke teams beschikbaar hebben voor de implementatie, én lopende zaken.

Tijdelijke formatie ondersteunende teams

 

 €    300.000

 €    24.660

€    240.600

€    34.740

Er is een business controller sociaal domein en een communicatiestrateeg gestart. Daarnaast is er nog wat ruimte voor ondersteuning vanuit HR.

Opzetten en implementeren monitor Sociaal Domein

 

 €    300.000

 €    15.300

€    173.400

€    111.300

Pon Telos is gestart met de raadswerkgroep. Daarnaast werken we dit verder uit met een projectgroep.

Opleiding, communicatie en onvoorzien

 

 €    100.000

 €    15.320

€    61.000

€    23.680

Hiervoor wordt managementondersteuning, juridische ondersteuning en opleiding ingezet.

Het restantbedrag per 1 januari 2024 voor het transformatiebudget Koers Sociaal Domein is € 1.241.200. 
In de raadsvergadering van juni 2023 (begrotingswijziging 2023/19) was hiervoor een bedrag van € 1,3 miljoen beschikbaar gesteld. De dekking voor dit budget bestaat uit; een bedrag van € 375.000 (ten laste van Reserve Sociaal Domein), een bedrag van € 150.000 ten laste van het werkbudget programma jeugd (Beleidsreserve) en een bedrag van € 775.000 ten laste van de Algemene Reserve. De uitgaven vinden verspreid plaats in 2023 en 2024. In 2023 is een bedrag van bijna € 59.000 uitgegeven. Hiervoor heeft een onttrekking plaatsgevonden ten laste van de reserve sociaal domein. 

Voorstel Voorjaarsbericht 2024
Het restantbedrag € 1.241.200 blijft beschikbaar voor verdere uitvoering in 2024, waarvoor er op dit moment minimale kosten zijn geboekt. Voorgesteld wordt om op kostenplaats 6631100 / 438099 (implementatie koers) het restantbedrag te ramen voor 2024. Zoals hierboven vermeld staan hier ter dekking drie onttrekkingen tegenover vanuit de reserves op PR956. Voor de inzichtelijkheid wordt tevens voorgesteld in de begrotingswijziging van het voorjaarbericht 2024 de beschikbaar gestelde bedragen vanuit de Beleidsreserve en de Algemene Reserve toe te voegen aan de reserve Sociaal Domein.

2.2.    Risico’s
Bemensing:
De implementatie vraagt op specifieke onderdelen expertise die we niet in huis hebben. Bijvoorbeeld als het gaat over community building, impactgericht subsidiëren en data analyse. Daarnaast vraagt de inrichting van het voorliggend veld om andere typen professionals, zoals gezinscoaches voor het team jeugd en gezin. Deze hebben we niet in huis. Het vinden en inwerken van de juiste professionals kost tijd.

Werkdruk:
Omdat we de transformatie vormgeven terwijl de ‘reguliere’ werkzaamheden doorlopen geeft dat druk op de capaciteit. Een veranderopgave is an sich al lastig maar als dat gepaard gaat met hoge werkdruk maakt het dat moeilijker. Daarom starten we met de vraag ‘wat gaan we niet meer doen’. Belangrijkste kader daarvoor is de bijdrage van activiteiten aan de ambities en doelen. Zo beogen we rust en ruimte te creëren t.b.v. de transformatie en tegelijkertijd te werken aan die transformatie.

Autonome ontwikkelingen en financiële onzekerheden:
We hebben weinig tot geen invloed op een aantal grote ontwikkelingen die van invloed zijn op de beheersbaarheid, in aantallen en kosten, van het sociaal domein. De belangrijkste zijn de vergrijzing, indexaties, complexiteit van de zorgvragen en ontwikkelingen vanuit het Rijk en de regio. Met name de landelijke en regionale ontwikkelingen volgen we nauwlettend.
 

2.3     Organisatie
We hebben een tijdelijke programmaorganisatie ingericht voor de implementatie, als volgt:

Deze structuur biedt houvast tijdens de transformatie. De rollen en verantwoordelijkheden hebben we ook verder uitgewerkt.

2.4    Tijd
Op 20 februari 2024 heeft het college het implementatieplan “Samen Redzaam” vastgesteld. De ambities en doelen zijn vastgesteld in de raadsvergadering van 11 april
De implementatieperiode is 2024 t/m 2027, waarbij we in 2024 en 2025 zo’n 80% in implementatie willen hebben. De jaren 2026 en 2027 zijn voor de overige 20% en voor bijsturing, monitoring en structurele borging in de lijnorganisatie. Het tempo van de implementatie is mede afhankelijk van de besluiten die de gemeenteraad neemt in de kadernota 2025.

2.5    Informatie
Het intranet is ingericht zodat de organisatie geïnformeerd blijft over de voortgang en toegang heeft tot relevante documenten. Zie verder onder ‘communicatie’. 

2.6    Communicatie
Voor de interne communicatie is het plan gereed. Daarbij hoort de intranetomgeving, een maandelijkse nieuwsbrief en een overlegstructuur waarin de volgende actoren doorlopend worden geïnformeerd en geraadpleegd:

Gemeenteraad 1x per halfjaar
College 1x per kwartaal
Sociale Adviesraad 1x per kwartaal
Interne teams 1x per kwartaal
Stuurgroep 1x per maand
Programmateam 1x per week
Werkgroepen 1x per 2 weken
Kartrekkers werkgroepen 1x per maand
Kartrekkers werkgroepen 1 x per maand


Deze overleggen passen in de programmastructuur zoals hiervoor weergegeven. 

Voor de externe communicatie wordt het plan nu opgesteld. We organiseren voor de zomer 2024 de eerste bijeenkomst met externe partners. 
Het communicatieplan wordt uitgewerkt door een strategisch communicatieadviseur. 

2.7    Kwaliteit
We kiezen voor een programmatische aanpak, omdat het hier gaat over een complexe veranderopgave. Het is van groot belang om de juiste expertise in te zetten voor specifieke onderdelen. Daarnaast is monitoring van belang zodat we tijdig kunnen bijsturen om onze dienstverlening op orde te houden.