Voortgang activiteiten

4. Majeure projecten

Voortgang activiteiten

Insteekhaven

Insteekhaven

Terug naar navigatie - Insteekhaven

GROTIK methode – project insteekhaven 23-03-2021

Hieronder wordt voor het project insteekhaven per onderdeel van de GROTIK-methode een nadere toelichting gegeven. Deze rapportage is een actualisatie van de GROTIK-toelichting van 23-08-2020.

Geld

Voor het uitvoeringstraject dat we ingaan is het door de raad beschikbaar gestelde krediet (raadsvergadering 12 september 2019) voor de aanleg van de insteekhaven en de vastgestelde exploitatieopzet voor de uit te geven gronden het uitgangspunt.

In het raadsvoorstel is uitgegaan van een uitsplitsing naar een krediet voor de aanleg van de insteekhaven en het vaststellen van een exploitatieopzet voor de uit te geven gronden aan de insteekhaven.

De aanbesteding heeft geresulteerd in een inschrijfprijs van € 24,2 miljoen (exclusief btw). Naast dit bedrag verwachten we nog andere kosten tijdens start- en de realisatiefase. In totaal een bedrag van € 29,5 mln. Dit bedrag is uitgesplitst naar kosten die betrekking hebben op de aanleg van de insteekhaven en kosten die betrekking hebben op de uit te geven gronden.

Investering aanleg insteekhaven

Op basis van deze uitsplitsing bedragen de totale kosten voor de investering € 22 miljoen.  Door de in 2015 ontvangen subsidiebeschikking van de provincie, is een bedrag van € 7,2 miljoen op het investeringsbedrag in mindering gebracht. Het restant bedrag van € 14,8 miljoen zal worden geactiveerd conform de nota waarderings- en afschrijvingsbeleid (annuïteit / 60 jaar / 1,5%).

In verband met het opschuiven van de geplande datum voor de definitieve gunning wordt in de meerjarenbegroting nu rekening gehouden met kapitaallasten met ingang van 2023.

Grondexploitatie insteekhaven

Voor de kosten en opbrengsten die betrekking hebben op de uit te geven percelen aan de insteekhaven is een inmiddels door de raad goedgekeurde exploitatieopzet opgesteld. Hierbij gaat het om een kavel voor de containerterminal en om een kavel voor haven gebonden logistieke bedrijvigheid. Naast de kosten zoals bouwrijp maken, aansluiten nutsvoorzieningen, infrastructuur, op hoogte brengen van het terrein en uiteindelijke woonrijp maken, is rekening gehouden met de verwervingskosten. Tegenover deze te maken en gemaakte kosten, zijn de opbrengsten van de uit te geven bedrijfspercelen opgenomen.

Globaal ziet de exploitatieopzet er als volgt uit:

 

Bedragen in €

Verwerving

1.869.000

Bouwrijp maken

6.395.000

Plankosten

551.000

Onvoorzien

791.000

Rente

156.000

Totaal kosten

9.762.000

 

 

Totaal opbrengsten

16.954.000

 

 

Resultaat per eind 2021

7.192.000


Dit bedrag van € 7,2 miljoen is gereserveerd en zal gedurende een periode van 60 jaar ten gunste komen van product 208 Exploitatie haven. Dit betekent per jaar een bedrag van € 120.000. Enerzijds verlagen we hiermee de  jaarlijkse rente- en afschrijvingslasten en anderzijds wordt hiermee  de jaarlijkse storting in de onderhoudsvoorziening voor de insteekhaven gedekt. Voor de grondexploitatie verwijzen we naar de Nota grondexploitatie die gelijktijdig met het vaststellen van de jaarrekening 2020 in juli in de raad komt. Ook tijdens de realisatiefase blijft kredietbewaking het instrument om afwijkingen tijdig te kunnen signaleren en daar tijdig maatregelen voor te treffen.

Inmiddels is er een aanneemovereenkomst met opschortende voorwaarden ondertekend met de combinatie Mourik/FL BV. De opschortende voorwaarden bij de gunning zijn: het verkrijgen van een onherroepelijke vergunning Wet Natuurbescherming en het definitief vaststellen van de provinciale subsidie in het kader van de rijksuitkering BDU. Het lijkt er nu op dat de gemeente Waalwijk de Wnb-vergunning binnenkort kan aanvragen en ook de provincie Noord-Brabant voornemens is om de termijn van het vaststellen van de subsidie te verlengen. Er zijn echter nog geen definitieve (schriftelijke) toezeggingen gedaan. In dat kader heeft de gemeente Waalwijk aan de genoemde opschortende voorwaarden een termijn verbonden; indien niet aan één van deze voorwaarden, of niet aan beide voorwaarden wordt voldaan voor 1 februari 2023, dan zal de overeenkomst niet in werking treden.

De reden dat er voor gekozen is om de opdracht aan Mourik definitief te gunnen onder opschortende voorwaarden, is dat de gemeente Waalwijk, Mourik ondanks het lange uitstel, aan boord wil houden, zodat het project niet opnieuw moet worden aanbesteed.

Risico’s

Voor het project is een risicodossier opgesteld waarin de volgende onderdelen zijn opgenomen: aantal risico’s, kans dat deze zich voordoen, financiële consequenties, maatregelen en monitoring. Bij de kredietvotering is hiermee rekening gehouden. Vorig jaar zijn er nog 2 nieuwe risico’s toegevoegd nl., stikstof en PFAS. Deze laatste is inmiddels geen risico meer omdat er weer innamepunten zijn waar de PFAS-gronden naar afgevoerd kunnen worden.

Op dit moment wordt de laatste hand gelegd aan de berekeningen en passende beoordeling voor de vergunningaanvraag Wet natuurbescherming in verband met stikstof. Om de vergunning te kunnen verkrijgen moet externe saldering worden toegepast. Over de hiervoor benodigde stikstofruimte is overeenstemming bereikt met de provincie (besluit GS van 9 februari jl.) en een veehouder in Waalwijk. Afronding van de contractvorming en ondertekening van alle overeenkomst wordt binnenkort verwacht. Daarna kan in principe de aanvraag Wnb-vergunning worden ingediend.

De enige onduidelijkheid hierbij zijn de gevolgen van de ViA15-uitspraak. Stikstofeffecten van wegverkeer moet hierdoor mogelijk over een grotere afstand worden berekend dan standaard in de voorgeschreven rekentool AERIUS wordt gedaan, waarin uiteraard ook de berekeningen voor ons project zijn gemaakt. Een eerste alternatieve berekening laat zien dat deze effecten oplosbaar lijken binnen de beschikbare stikstofruimte.

Hierover zijn wij in gesprek met de Provincie (Ondersteuningsloket Stikstof). Uiteraard zijn wij afhankelijk van de feitelijke behandeltermijn bij de Omgevingsdienst Brabant-Noord, maar voorondersteld dat in april de aanvraag kunnen indienen en rekening houdend met de huidige ‘wachttijd’ en de wettelijke behandeltermijn van maximaal 20 weken, zouden wij in september over de benodigde Wnb-vergunning moeten kunnen beschikken.

Zoals gezegd is in de risicoreservering van de businesscase een voorziening getroffen. Dat betreft vooral extra onderzoek, vertraging in de planning, extra uren organisatie en aan- en verkoop van veehouderijen.

Organisatie

Gedurende de fase tot de feitelijke start van de werkzaamheden zal het aanbestedingsteam operationeel blijven maar met een lagere frequentie.   Waar nodig wordt het werk aan de insteekhaven voortgezet en op het dossier stikstof wordt nu meer werk verricht. Het aanbestedingsteam blijft dus nog actief voor de activiteiten die voor de definitieve gunning worden uitgevoerd.

Voor de realisatiefase (na definitieve gunning) wordt het organisatieschema aangepast:

  • Uitvoeringsteam met projectleider civiele techniek, directievoering en toezichthouders.
  • Projectteam met algemene projectleider, omgevingsmanagement, civiele techniek, financiële mandatering en planning en control)
  • Wekelijks overleg projectleiding, civiel technisch projectleider en wethouder
  • Maandelijkse stuurgroep met de verantwoordelijke afdelingen (TREW en TOR/TOOR) en managers
  • College en raad informeren en consulteren door kwartaalrapportages

Tijd

De beslissing om definitief te gaan gunnen is inmiddels genomen en de aanneemovereenkomst is ondertekend. De Wnb-aanvraag wordt naar verwachting binnenkort aangevraagd. De planning wordt hiermee doorgeschoven het najaar. Dit heeft geen consequenties voor de opeenvolgende activiteiten in de planning en biedt voldoende mogelijkheden om in en buiten de stormseizoenen te kunnen opereren.

In deze voorbereidingsfase wordt zoveel mogelijk gedaan om in oktober 2021 voortvarend te kunnen beginnen met de realisatie van de insteekhaven. Naast deze vergunningaanvraag en de daaraan gekoppelde doorlooptijd gaat het vooral om het verkrijgen van uitvoeringsvergunningen (ook voor de exploitant), het uitwerken van optimalisaties, overleg met overige overheden (met name het Waterschap en Rijkswaterstaat), verplaatsing van de woonboot en zeeverkenners, aanleggen foerageergebied voor de bever en compensatie leefgebied voor wezel en hermelijn en het ontsluiten van reeds gevestigde bedrijven.

Continue worden raakvlakken met ander projecten beschouwd om zo economisch mogelijk deze werkzaamheden met die van de geplande werkzaamheden voor de insteekhaven af te stemmen.

Informatie

Projectdossiers op deelonderwerpen (civiele techniek, risicodossier, omgevingsmanagement en communicatie) geven inhoudelijke informatie over het project.

Daarnaast heeft het College toegezegd aan de raad om via kwartaalrapportages de voortgang te presenteren. En deze zijn het afgelopen jaar ook gepresenteerd.

Verder wordt er ook via de aannemer en de gemeentelijke website de omgeving geïnformeerd over de voortgang van het project.

Op dit onderdeel zijn geen wijzigingen te melden ten opzichte van de vorige GROTIK rapportage.

Kwaliteit

De kwaliteitseisen van stakeholders (o.a. RWS, WBD, toekomstige exploitant) zijn opgenomen in het definitief ontwerp, de bestekken en in de selectie- en aanbestedingsleidraad.

Voor de uitvoeringsfase bevatten de contractstukken met de aannemer de geëiste en gewenste kwaliteitseisen waar men aan moet voldoen. Deze zijn ook o.a. opgesteld aan de hand van 4 EMVI-criteria: planning, waterveiligheid, risico’s en projectcommunicatie.

Ook op dit onderdeel zijn geen wijzigingen te melden ten opzichte van de vorige GROTIK rapportage.

MuseumPlus

MuseumPlus

Terug naar navigatie - MuseumPlus

Voortgangsrapportage

Waalwijk, 1 maart 2021

Project:                Ontwikkeling Schoenenmuseum (Museum-Plus): Het realiseren van het nieuwe  schoenenmuseum aan het Raadhuisplein, wat na realisatie door de museumorganisatie geëxploiteerd en van de gemeente gehuurd zal worden.

Fase:                     Bouw van het museum, uitvoering van bouwkundige- en installatietechnische werken. Opdrachtverlening en start uitvoering van de inrichtingswerken.
                                Het inrichten van de organisatie en het opzetten van de exploitatie van het schoenenmuseum door de nieuwe directie, in lijn met de exploitatiebegroting.

Doel:                     Realisatie van de museumhuisvesting, realisatie van het museum en langjarig een succesvolle museumexploitatie.

 

Vooraf, leeswijzer

Voorliggende voortgangsrapportage is samengesteld ten behoeve van de projectbeheersing door de gemeenteraad. Met deze rapportage kan de gemeenteraad vaststellen en controleren of het project Schoenenmuseum/Museum-Plus (hierna te noemen: het project) binnen de door haar vastgestelde beleidskaders ten uitvoer wordt gebracht.

Binnen de projectorganisatie, die verantwoordelijk is voor de uitvoering van het project, wordt het project min of meer continu volgens een fijnmazige fasering beheerst. Alhoewel voorliggende rapportage een voortgangsrapportage is voor de gemeenteraad, geeft deze tevens een goed inzicht hoe het project op het niveau van de projectorganisatie wordt beheerst.

Deze voortgangsrapportage is samengesteld aan de hand van de GROTICK-methodiek voor projectbeheersing. De letters van het woord GROTICK staan voor de verschillende aspecten waaraan in de voortgangsrapportage aandacht wordt besteed. Deze aspecten zijn respectievelijk:

  • Geld.
  • Risico's.
  • Organisatie.
  • Tijd.
  • Informatie.
  • Communicatie.
  • Kwaliteit.

Binnen de projectorganisatie zijn het dezelfde aspecten die worden bewaakt om daarmee maximaal zeker te stellen dat het project zich binnen de kaders ontwikkeld die door de Raad zijn aangegeven en die de projectorganisatie zichzelf ten doel heeft gesteld.

Hieronder wordt over elk van bovengenoemde GROTICK-aspecten verslag gedaan, waarbij een logische volgorde van de aspecten is gehanteerd. Bij elk van de aspecten worden significante risico's benoemd en wordt de gang van zaken tot op heden kort verwoord.

Organisatie

De Raad stelt de beleidskaders vast waarbinnen de projectorganisatie het project uitwerkt.

De projectorganisatie bestaat uit een stuurgroep waarin vertegenwoordigd zijn de verantwoordelijk wethouder, medewerkers uit de gemeentelijke organisatie, het museumbestuur en de gemeentelijk projectleider. Daaraan is toegevoegd de nieuw aangetreden museumbestuurder, mw. Anouk van Heesch MA. In de stuurgroep worden besluiten genomen en faseresultaten vastgesteld; bij voorkeur in consensus, indien dit niet lukt heeft de wethouder de doorslaggevende stem.

In verband met de richtlijnen i.v.m. het coronavirus worden besprekingen indien mogelijk per video gedaan.

Vanuit de projectorganisatie zijn vanaf het moment dat de bouw gestart is drie werkgroepen actief. In deze werkgroepen worden plannen verder uitgewerkt en/of uitgevoerd, welke onderwerpen ter discussie en besluitvorming aan de stuurgroep worden voorgelegd.

  • Uitvoering/bouwvergaderingen; de gemeentelijk projectleider, de directievoerder, de bouwende partijen, de programmamanager binnenstad, beleidsmedewerker beheer vastgoed, de museumdirecteur en een afvaardiging van het museumbestuur, architect en installatieadviseur.
  • Museumconcept en -exploitatie; museumdirectie, teammanager maatschappelijke ontwikkeling en de gemeentelijk financieel adviseur. Naarmate de opening van het nieuwe museum nadert wordt binnen deze werkgroep de museumdirectie steeds bepalender.
  • Communicatie; gemeentelijk communicatieadviseur en de museumdirectie.

De museumdirectie laat zich in haar taken bijstaan door haar adviseur (oud-directeur van het Onderwijsmuseum), het museumbestuur, de museumstaf en door adviseurs met een specifiek kennisgebied (bijvoorbeeld op het gebied van de horecavoorziening).

De museumdirectie (mw. Anouk van Heesch MA) legt verantwoording af aan het museumbestuur (dhr. Harrie de Werd, mw. Margo Strik en mw. Astrid Hertog).

Bovenbeschreven organisatie functioneert goed. Taken en verantwoordelijkheden zijn duidelijk gedemarqueerd. De organisatie is transparant en relatief klein, daarmee doelmatig en slagvaardig.

Significante risico's: geen.

Communicatie (resultaten, activiteiten)

Communicatie tussen alle deelnemers van de projectorganisatie vindt periodiek plaats in de werkgroepen en in de stuurgroep. Van deze besprekingen worden verslagen gemaakt, waarbij afspraken worden vastgelegd. In werkgroepen en stuurgroep wordt afgesproken/gemeld wanneer zaken één op één tussen deelnemers worden/zijn overlegd. Het resultaat hiervan wordt in het betreffende overleg ingebracht (waarvan verslag).

De communicatie en samenwerking tussen deelnemers tot op heden is goed in prettige sfeer. Veel van de besprekingen worden op dit moment gedaan per video.

Resultaten tot en met heden, activiteiten nu.

  • Alle voor de bouw vereiste vergunningen (nog niet verstrekt waren omgevingsvergunning, wnb-vergunning en watervergunning) zijn verstrekt.
  • Bouw: de bouw van het nieuwe museumgebouw aan het Raadhuisplein en haar inrichting is eind oktober 2020 gestart. Er wordt gebouwd conform de plannen die d.d. 27-08-2020 gepresenteerd zijn aan de Raad.
  • De toekomstige exploitatie voor 2020 tot en met 2025 van het schoenenmuseum is begroot. Deze begroting is een nadere uitwerking van de begroting op hoofdlijnen die op 27-08-2020 gepresenteerd is aan de Raad.
  • De werktekeningen t.b.v. productie en uitvoering van de (museale) inrichting worden nu afgerond. Opdrachten voor productie en levering zijn deels al / worden nu verstrekt. Het plaatsen van de inrichting vindt plaats tot twee maanden na afronding van de bouw.
  • De museumorganisatie en -formatie wordt nu ingericht conform plannen en de museumexploitatie wordt geïmplementeerd.
  • De werkgroep 'Communicatie' organiseert dat het toekomstige schoenenmuseum in toenemende mate in de aandacht komt. Richting opening van het museum wordt door de museumdirectie het daartoe afgeronde marketingplan ten uitvoer gebracht.

Significante risico's:

  1. Onvoorziene verdere omstandigheden a.g.v. het coronavirus (de kans dat dit zich voordoet wordt nog maar klein ingeschat).
    Beheersmaatregelen:
    - Actualiteit volgen. Wanneer zich a.g.v. regelgeving onvoorziene belemmeringen voordoen,
      n.t.b. oplossingen vinden waardoor doorgewerkt kan worden zonder vertraging en
      kwaliteitsverlies.

Informatie

Informatie wordt gedeeld op de volgende wijzen:

  • Mondeling in stuurgroep- en werkgroepbesprekingen/bouwvergaderingen (waarvan schriftelijk verslag).
  • Eén op één overleggen en -contacten per tel., video, mail, etc.. De resultaten hieruit worden vastgelegd in stukken (bijv. mails) of in de verslagen (van werkgroepen of stuurgroep).
  • Per mail in de vorm van mededelingen, verslagen en stukken.

Projectleider houdt een totaal-dossier bij en draagt er zorg voor dat elke projectdeelnemer beschikt over de voor hem/haar relevante informatie.

Informatie-uitwisseling tot op heden verloopt naar ieders tevredenheid.

Significante risico's: geen.

Kwaliteit en Geld

De realisatie van het schoenenmuseum, de kosten van realisatie en de toekomstige exploitatie, worden continue door de projectorganisatie bewaakt door de ontwikkelingen tijdens realisatie doorlopend te toetsen aan de uitgangspunten die door de gemeenteraad zijn gesteld (de beleidskaders).

  • Beschikbaar totaalkrediet voor de realisatie van het museum van €10.044.000 door de Raad beschikbaar gesteld resp. d.d. juli 2015, juni 2019 en september 2020.
  • De plannen voor het museum, de begroting voor de toekomstige exploitatie en de in de toekomst benodigde gemeentelijke subsidie, door de Raad vastgesteld d.d. september 2020.

De kwaliteit van het toekomstige Schoenenmuseum ligt vast in de bestekken en (voor inrichting) de plannen. De bestekken zijn aanbesteed en opgedragen, uitvoering is gaande. De plannen zijn voor de inrichting zijn ten tijde van het schrijven van deze rapportage (01-03-2021) op een haar na afgerond, een deel van de realisatie (bouw, plaatsen) van deze plannen zijn reeds opgedragen.

Significante risico's:

  1. Voor de totaalinvestering: Meerwerk tijdens de bouw.
    Beheersmaatregelen:

    - Meerwerken minimaliseren door planwijzigingen te vermijden.
    - Compenserende minderwerken zoeken.
    - Indien onvermijdbaar: bekostigen uit het -in de investeringsbegroting opgenomen- budget
      onvoorzien.
  2. Voor de totaalinvestering: tijdens de bouw wordt aannemer met onvoorziene overheidsmaatregelen geconfronteerd a.g.v. het coronavirus(de kans dat dit zich voordoet wordt nog maar klein ingeschat). Dit zou kostenverhogend kunnen uitpakken. Omdat er in zo'n geval sprake is van overmacht is dit risico niet (geheel) voor de aannemers.
    Beheersmaatregelen:
    - Actualiteit volgen. Wanneer deze situatie zich tijdens de bouw voor zou doen, op dat  moment de n.t.b. beste oplossing hiervoor vinden (bijvoorbeeld alternatieve uitvoering  waardoor geen kostenverhoging optreedt, compenserende bezuinigingen zoeken,  afwachten tot situatie voorbij is, kostenverhoging accepteren t.l.v. budget onvoorzien).
  3. Voor de toekomstige exploitatie: Voortdurende 'social distancing'-maatregelen a.g.v. het coronavirus na 01-01-2021 (de kans dat dit zich voordoet wordt nog maar klein ingeschat).
    Beheersmaatregelen:
    - Actualiteit volgen. Wanneer zich onvoorziene verdere (dan waar nu rekening mee is gehouden) belemmeringen voordoen, n.t.b. oplossingen vinden waardoor de exploitatie minimaal geraakt wordt.

Tijd

Alle projectbetrokkenen hebben zich aan de volgende planning gecommitteerd; het museum als toekomstig gebruiker, de gemeente als opdrachtgever, de aannemers en Tinker als museaal inrichter.

De bouw is nu gaande. De planning voorziet samengevat in het volgende vervolg:

  • Medio September 2021 (2e verd.) tot medio oktober (b.g.)    oplevering gebouw.
  • Medio September 2021 (2e verd.) tot medio oktober (b.g.)    start (museale) inrichting.
  • Ultimo december 2021                                                                                oplevering inrichting.
  • Januari 2022                                                                                                       proefdraaien, instructie personeel
  • Februari 2022                                                                                                    opening schoenenmuseum

De ontwikkelingen met het coronavirus hebben tot op heden beperkt invloed gehad op de werkzaamheden en de planning; er moest in kleine ploegjes gesloopt worden.

Significante risico's:

  1. Vertragingen tijdens de bouw die veroorzaakt worden door opdrachtgever a.g.v. extra wensen of doordat opdrachtgever noodzakelijke informatie later aan aannemers verstrekt dan in het bestek aan aannemers toegezegd is.
    Beheersmaatregelen:

    - Planwijzigingen als gevolg van extra wensen vermijden.
    - Compenserende tijdwinst zoeken.
  2. Tijdens de bouw wordt aannemer met onvoorziene overheidsmaatregelen geconfronteerd a.g.v. het coronavirus (de kans dat dit zich voordoet wordt nog maar klein ingeschat). Dit zou bouwtijd verlengend kunnen uitpakken. Omdat er in zo'n geval sprake is van overmacht is dit risico niet (geheel) voor de aannemers.
    Beheersmaatregelen:
    - Actualiteit volgen. Wanneer deze situatie zich tijdens de bouw voor zou doen, op dat
      moment de n.t.b. beste oplossing hiervoor vinden (bijvoorbeeld alternatieve uitvoering
      waardoor geen vertraging optreedt, bouwtijdverlenging accepteren).

Gebiedsontsluiting Oostelijke Langstraat (GOL)

Gebiedsontsluiting Oostelijke Langstraat (GOL)

Terug naar navigatie - Gebiedsontsluiting Oostelijke Langstraat (GOL)

Voortgangsrapportage

Waalwijk, 25 maart 2021

Project:                Gebiedsontwikkeling Oostelijke Langstraat (GOL

Fase:                     Voorbereiding door aannemer

Doel:                     Het  verbeteren van de veiligheid rondom gevaarlijke op- en afritten en meer doorstroming van het verkeer op de A59 met behoud van de natuur, meer mogelijkheden voor recreatie en economische activiteiten en een betere leefbaarheid in de kernen

 

Vooraf, leeswijzer
Voorliggende voortgangsrapportage is samengesteld ten behoeve van de projectbeheersing door de gemeenteraad. Met deze rapportage kan de gemeenteraad vaststellen en controleren of het project GOL  binnen de door haar vastgestelde beleidskaders ten uitvoer wordt gebracht. Het GOL is  een gemeentegrens overstijgend integraal project.  Gemeente Waalwijk, Heusden en waterschap Aa-en Maas zijn samen met de provincie risicodragende partijen. Er is gekozen voor een geïntegreerd contractvorm (UAV-GC) met een aanbesteding op prijs/kwaliteit. Inmiddels is de aannemerscombinatie Mourik/Besix geselecteerd. De combinatie is verantwoordelijk  voor het ontwerp en de realisatie van het project.

De Provincie Noord Brabant is opdrachtgever en  stuurt het project aan. Samen met de stakeholders is er een ambtelijke (ABG) en politieke (stuurgroep) rapportagelijn opgezet.

Deze voortgangsrapportage is samengesteld aan de hand van de GROTICK-methodiek voor projectbeheersing. De letters van het woord GROTICK staan voor de verschillende aspecten waaraan in de voortgangsrapportage aandacht wordt besteed. Deze aspecten zijn respectievelijk:

  • Geld.
  • Risico's.
  • Organisatie.
  • Tijd.
  • Informatie.
  • Communicatie.
  • Kwaliteit.

Binnen de projectorganisatie zijn het dezelfde aspecten die worden bewaakt om daarmee maximaal zeker te stellen dat het project zich binnen de kaders ontwikkeld die door de Raad zijn aangegeven en die de projectorganisatie zichzelf ten doel heeft gesteld. Hieronder wordt over elk van bovengenoemde GROTICK-aspecten verslag gedaan.

Geld

In de raadsvergadering van 14 april 2020 zijn door de raad de benodigde middelen voor het GOL beschikbaar gesteld.

De totale bijdrage van het GOL door de gemeente Waalwijk bedraagt € 26,6 miljoen. Hierop kunnen een bedrag voor nog te verrekenen kosten met de provincie en de waarde van de door de gemeente voor het project ingebrachte gronden in mindering worden gebracht. Daarnaast is op 14 november 2013 al een krediet van € 1,6 miljoen beschikbaar gesteld. Verder dient rekening te worden gehouden met een bedrag voor interne kosten tijdens de realisatiefase. Er is een krediet beschikbaar gesteld van € 23.195.000. De totale jaarlijkse kapitaallasten met ingang van 2023 bedragen €992.000.

Het afwaarderen van de ingebrachte gronden wordt ten laste gebracht van de reserve mobiliteit. Met ingang van 1 januari 2020 bedraagt het saldo van deze reserve dan € 4.927.732.
Ter (gedeeltelijke) dekking van de kapitaallasten wordt een geblokkeerde reserve gevormd. Hierin wordt het restant gestort van de reserve mobiliteit (€ 4.927.732) en een bedrag van € 4,7 miljoen vanuit de Algemene Reserve.

De dekking van de kapitaallasten (met ingang van 2023) is dan als volgt:
- Een bedrag van € 188.000 als gevolg van een verhoging van de OZB-opbrengst
- Jaarlijkse onttrekking ten laste van de geblokkeerde reserve voor een bedrag van € 240.000
- Met ingang van 2023 een jaarlijkse kapitaallast in de begroting van € 564.000

De zitting van de Raad van State is uitgesteld door de corona crisis en heeft een jaar na oorspronkelijke planning plaatsgevonden (20 en 21 januari jl.).  Zoals in de raadinformatiebrief op 8 december j.l. is gemeld heeft deze vertraging financiële gevolgen.

  • € 3,6 miljoen als compensatie voor de opgelopen vertraging (hiermee worden de kosten gedekt voor het aanhouden van de afgeslankte uitvoeringsorganisatie en het uitwerken van optimalisaties).
  • € 1 miljoen voor extra indexering over de aanneemsom gedurende een periode van 1 jaar.

Verwacht wordt dat half april a.s. een (tussen)uitspraak komt. Op dit moment kunnen wij de  financiële gevolgen die deze uitspraak met zich mee kan brengen niet overzien.

Organisatie

De projectorganisatie valt onder de verantwoordelijkheid van de Provincie Noord Brabant. De gemeente heeft een toetsende en vergunningverlenende rol. De aannemer heeft inmiddels het uitvoeringsontwerp afgerond. Op dit moment worden deze documenten door de provincie getoetst.

Informatie

Informatie wordt door de provincie gedeeld met de risicodragende partijen en relevante stakeholders. Hiervoor zijn diverse bestuurlijke en ambtelijke overleggen geïnitieerd. Het project wordt door diverse externe partijen kritisch gevolgd. Dit zijn stichtingen ( waaronder “Van GOL naar Beter”, “Federatie Behoudt de Langstraatspoorbruggen”) en personen. Gedurende de voorbereiding van het project zijn er zienswijzen, bezwaren en beroep ingesteld. Het beroep tegen het provinciaal inpassingsplan en de daarmee gecoördineerde vergunningen wordt door de Raad van State behandeld.  

Tijd

De start van de realisatie is met een jaar vertraagd.

De afhandeling van de ingediende beroepen heeft vertraging (zie bovenstaand) .

Op dit moment wordt door de provincie, samen met de aannemerscombinatie onderzocht wat dit betekent voor de planning

Communicatie (resultaten, activiteiten)

De projectcommunicatie wordt door de provincie gedaan. De uitvoeringscommunicatie door de aannemerscombinatie. Periodiek vindt er een omgevingsoverleg plaats met de risicodragend partijen waarbij team communicatie is aangehaakt.

Kwaliteit

Door de risicodragende partijen zijn kwaliteitseisen meegegeven. Deze zijn verwerkt in het UAV-GC contract en daarop is de aannemerscombinatie geselecteerd. Op naleving van deze eisen wordt door de Provincie gestuurd en getoetst. Eventuele afwijkingen worden gedeeld met de risicodragende partijen

Risico’s

Beroep:

Het is niet uit te sluiten dat   de Raad van State op korte termijn geen definitieve uitspraak doet dat de betreffende besluiten (geheel) in stand blijven.  Zodra de uitspraak is ontvangen zal onderzocht worden wat dit betekent voor de planning en beschikbaar gestelde middelen.


Stikstof:
Wij achten het aannemelijk dat vanwege de nieuwe versie van het Aerius-rekenprogramma dat vanaf half oktober 2020 gebruikt moet worden, als een worst-case benadering vanuit de tussenuitspraak in de zaak ViA15 over de 5km-afkapgrens, voor de GOL nieuwe berekeningen noodzakelijk zullen zijn. Deze worden op dit moment gemaakt . Beide aspecten kunnen leiden tot verhoogde berekende stikstofdepositie en tot extra benodigde maatregelen. Afhankelijk van de uitspraak van de Raad van State kan dit er toe leiden dat:

  • Het PIP gewijzigd vastgesteld moet worden door Provinciale Staten;
  • De aanvraag en het besluit op de aanvraag Wet natuurbescherming moeten wijzigen. Hiervoor zijn Gedeputeerde Staten bevoegd.

Communicatie:
Rapportages via allerlei gremia waardoor informatie niet op tijd of onjuist wordt gedeeld.