VJB25|6.02 Bijzondere bijstand

614

615

Inkomensvoorziening

Minimabeleid / armoedebeleid

185

In het Najaarsbericht 2024 is gerapporteerd over een structureel tekort op de bijzondere bijstand. In 2023 en 2024 zijn, via de Meicirculaires 2023 en 2024, extra rijksmiddelen voor de bijzondere bijstand ontvangen. Deze extra middelen zijn echter incidenteel en zijn de afgelopen jaren ingezet als maatregel het structurele tekort op de bijzondere bijstand te dempen. Er is dus geen extra beleid voor ontwikkeld, omdat op voorhand duidelijk was dat deze middelen tijdelijk zijn. Vanaf 2025 is er sprake van een structureel tekort van € 185.000 (vanaf 2026 iets hoger).  Dit bedrag is gebaseerd op afrekening bijzondere bijstand 2024.

De kostenstijging is vooral toe te schrijven aan een toenemend beroep op bijzondere bijstand eigen bijdrage bewindvoering. Sinds 2024 is verkwisting een reden om bewindvoering toe te kennen. Sindsdien zijn de uitgaven bijzondere bijstand flink gestegen. Op het moment dat een inwoner met een beschikking van de rechtbank aan beroep op bijzondere bijstand doet moet de bijzondere bijstand verleend worden.

De enige mogelijkheid om de stijgende curve af te vlakken is – om aan de voorkant – uitvoerders in het sociaal domein voor te lichten en alternatieven te bieden in plaats van te adviseren bewind aan te vragen.  Dit is echter wel een lange termijn oplossing, de verwachting is dat komende jaren de uitgaven zullen stijgen, maar dat we op deze wijze de instroom kunnen afremmen.

 Voorgesteld wordt om op bijzondere bijstand algemeen en individuele inkomstentoeslag een structureel nadeel te verwerken van € 185.000 in 2025 en van € 190.000 per jaar in 2026 en verder.