4. Majeure projecten

Insteekhaven

Insteekhaven

Terug naar navigatie - Insteekhaven

Tijdens de behandeling van het raadsvoorstel op 12 september 2019 is toegezegd om de raad per kwartaal te informeren over de voortgang en financiële afwijkingen van de aanleg van de insteekhaven.
Met ingang van het Najaarsbericht 2024 wordt de rapportage over de voortgang van het project insteekhaven voortaan opgenomen in het Voor- en Najaarsbericht.
Hieronder wordt voor het project insteekhaven per onderdeel van de GROTIK-methode een nadere toelichting gegeven. 

Geld                  
Voor het uitvoeringstraject dat we ingaan zal het door de raad beschikbaar gestelde krediet (raadsvergadering 12 september 2019) voor de aanleg van de insteekhaven en de vastgestelde exploitatieopzet voor de uit te geven gronden het uitgangspunt zijn.  In het raadsvoorstel is uitgegaan van een uitsplitsing naar een krediet voor de aanleg van de insteekhaven en het vaststellen van een exploitatieopzet voor de uit te geven gronden aan de insteekhaven en is het volgende opgenomen.

De aanbesteding heeft geresulteerd in een inschrijfprijs van € 24,2 miljoen (exclusief btw). Naast dit bedrag verwachten we nog andere kosten tijdens start- en de realisatiefase. In totaal een bedrag van € 29,5 miljoen. Dit bedrag is uitgesplitst naar kosten die betrekking hebben op de aanleg van de insteekhaven en kosten die betrekking hebben op de uit te geven gronden.

Investering aanleg insteekhaven
Op basis van deze uitsplitsing bedragen de totale kosten voor de investering € 22 miljoen.  Door de in 2015 ontvangen subsidiebeschikking van de Provincie, kan een bedrag van € 7,2 miljoen op het investeringsbedrag in mindering worden gebracht. Het restant bedrag van € 14,8 miljoen zal worden geactiveerd conform de nota waarderings- en afschrijvingsbeleid (annuïteit / 60 jaar / 1,5%). 
In verband met het opschuiven van de geplande datum voor de definitieve gunning wordt in de meerjarenbegroting 2025 -2028 nu rekening gehouden met kapitaallasten met ingang van 2028.

Grondexploitatie insteekhaven
Voor de kosten en opbrengsten die betrekking hebben op de uit te geven percelen aan de insteekhaven is een exploitatieopzet opgesteld. Hierbij gaat het om een kavel voor de containerterminal en om een kavel voor haven gebonden logistieke bedrijvigheid. Naast de kosten zoals bouwrijp maken, aansluiten nutsvoorzieningen, infrastructuur, op hoogte brengen van het terrein en uiteindelijke woonrijp maken, is rekening gehouden met de verwervingskosten. Tegenover deze te maken en gemaakte kosten, zijn de opbrengsten van de uit te geven bedrijfspercelen opgenomen. 

Voorgesteld wordt om het positieve saldo van deze grondexploitatie, een bedrag van € 7,2 miljoen, te reserveren en gedurende een periode van 60 jaar ten gunste te laten komen van product 208 Exploitatie haven. Dit betekent per jaar een bedrag van € 120.000. Enerzijds verlagen we hiermee de  jaarlijkse rente- en afschrijvingslasten en anderzijds wordt hiermee de jaarlijkse storting in de onderhoudsvoorziening voor de insteekhaven gedekt.

Door de opgelopen vertraging moet er, conform de aanbestedingsvoorwaarden, een GWW (grond-weg- en waterbouw) indexatie worden toegepast. De combinatie Mourik/F.L. bv heeft aangegeven dat er rekening moet worden gehouden met forse prijsstijgingen als gevolg van de  marktontwikkelingen met name op het gebied van zand- en staalkosten. Daarvoor hebben we met Mourik afspraken gemaakt over de methodiek van indexeren. Wanneer bij definitieve inwerkingtreding duidelijk is wat de consequenties gaan zijn, moet dit voor het beschikbaar gestelde krediet en de vastgestelde exploitatieopzet in beeld worden gebracht. Het gaat dan om het saldo van de optimalisaties en de extra kosten van de indexaties. 

Het bestek waarop de inschrijving is gebaseerd, wordt ook door de gemeente  doorgerekend op de effecten van de meest actuele stand van de indexaties. Op basis van de tot nu toe verantwoorde en nog te verwachten kosten en de huidige indexatiecijfers (december 2024) is op dit moment per saldo een stijging van de kosten te verwachten van ca. € 5,9 miljoen. Ten opzichte van het Najaarsbericht 2024 is dat een stijging van € 0,7 miljoen.
Het geraamde bedrag voor kapitaallasten waarmee in de huidige meerjarenbegroting rekening wordt gehouden is toereikend. Wel is in de Kadernota 2025 op basis van de meest recente inzichten de startdatum voor de raming van de kapitaallasten bijgesteld. In de meerjarenbegroting 2025-2028 wordt nu uitgegaan van kapitaallasten met ingang van 2028.
Voor de nota grondexploitatie 2024 (raadsvergadering 27 juni 2024) is de exploitatieopzet voor de insteekhaven bijgesteld. In de raadsvergadering van 26 juni 2025 zal, gelijktijdig met de jaarrekening 2024, de nota grondexploitatie 2025 worden voorgelegd. Een bijgestelde exploitatieopzet voor de insteekhaven maakt hiervan dan onderdeel uit.
Op het moment van definitieve inwerkingtreding van de gunning zal bekeken moeten worden in hoeverre de huidige risicoreserveringen (krediet en grondexploitatie) bijgesteld moeten worden. Naast het effect van de hierboven vermelde optimalisaties en indexaties dient dan ook gekeken te worden naar de nog te maken kosten tijdens de fase van de gunning tot aan de start van definitieve uitvoering van het werk. 

Risico’s
Voor het project is een risicodossier opgesteld waarin de volgende onderdelen zijn opgenomen: aantal risico’s zoals extra onderzoek, vertraging in de planning, extra uren organisatie en de risico’s die in het addendum zijn genoemd. 

De risico’s komen nu vooral voort uit het stikstofdossier: er wordt geen Wnb-vergunning afgegeven, de bijdrage van de Provincie komt te vervallen en de raad gaat niet akkoord met de geïndexeerde aanneemsom. Voor deze risico’s zijn beheersmaatregelen getroffen in de vorm van opschortende voorwaarden, waarmee het financiële risico wordt beperkt tot € 200.000 tot € 400.000 afhankelijk van de toepasselijke voorwaarde. Er bestaat slechts recht op één van deze bedragen; er kan geen sprake zijn van cumulatie als meerdere voorwaarden van toepassing zijn.

Stikstof
Op 30 april 2021 hebben wij voor het project insteekhaven een vergunning op basis van de Wet natuurbescherming (Wnb-vergunning) aangevraagd bij Gedeputeerde Staten (GS) vanwege stikstofdepositie (> 0,00 mol/ha/j) op verschillende Natura 2000-gebieden. De Wnb-vergunning is op 30 september 2022 namens GS verleend door de Omgevingsdienst Brabant-Noord (ODBN). De Stichting Van GOL naar Beter (VGNB) heeft vervolgens beroep ingesteld tegen deze vergunning bij de rechtbank Oost-Brabant. Op 18 april 2024 heeft de rechtbank een tussenuitspraak gedaan. 
De rechtbank heeft een aantal gebreken in de vergunning geconstateerd en GS de mogelijkheid geboden deze gebreken te herstellen. GS hebben aangegeven hiervan gebruik te willen maken en op 10 september 2024 heeft de ODBN namens GS een nieuw (positief) besluit genomen op de vergunning. De Stichting VGNB heeft op dit herstelbesluit gereageerd en de ODBN heeft daarop weer verweer gevoerd. 

De rechtbank heeft partijen begin dit jaar gevraagd of en in hoeverre de Raad van State-uitspraak van 18 december jl. over intern salderen in hun ogen gevolgen heeft voor deze zaak. De ODBN heeft hierop gereageerd. De rechtbank zal nu bepalen hoe de zaak verder wordt behandeld. Mogelijk volgt er een nieuwe zitting of de rechtbank doet opnieuw een tussen- of een einduitspraak. Tegen een einduitspraak van de rechtbank staat hoger beroep open bij de Raad van State. De Wnb-vergunning heeft pas formele rechtskracht na een positieve einduitspraak van de rechtbank dan wel bij hoger beroep na uitspraak van de Raad van State.
 
Organisatie
Gedurende de fase tot de feitelijke start van de werkzaamheden zal het aanbestedingsteam operationeel blijven maar met een lagere bezetting en frequentie.  Waar nodig wordt het werk aan de insteekhaven voortgezet en op het dossier stikstof wordt nu meer werk verricht. 

Voor de realisatiefase (na definitieve gunning) wordt het organisatieschema aangepast: 
-    Uitvoeringsteam met projectleider civiele techniek, directievoering en toezichthouders. 
-    Projectteam met algemene projectleider, omgevingsmanagement, civiele techniek, financiële mandatering en planning en control).
-    Wekelijks overleg projectleiding, civiel technisch projectleider en wethouder.
-    Maandelijkse stuurgroep met de verantwoordelijke afdelingen (OBL en RBL) en managers.
-    College en raad informeren en consulteren via regulier P&C-cyclus in Voor- en Najaarsbericht. 

Tijd
Op dit moment is de voortgang afhankelijk van het al dan niet onherroepelijk worden van de verleende Wnb-vergunning. Zoals hiervoor vermeld, is dit dossier nu bij de rechtbank die daar binnenkort een uitspraak over gaat doen, waarna de mogelijkheid tot hoger beroep bestaat. Een concrete tijdsplanning is daarom nog niet te geven. 

Informatie
Projectdossiers op deelonderwerpen (civiele techniek, risicodossier, omgevingsmanagement, stikstofdossier en communicatie), geven inhoudelijke informatie over het project. Daarnaast worden de eerder genoemde kwartaal- en voortgangsrapportages nu 2 maal per jaar, via de reguliere P&C cyclus in het Voor- en Najaarsbericht gepresenteerd. 

Kwaliteit
De kwaliteitseisen van stakeholders (o.a. RWS, WBD, toekomstige exploitant) zijn opgenomen in het definitief ontwerp, de bestekken en in de selectie- en aanbestedingsleidraad. 
Voor de uitvoeringsfase bevatten de contractstukken met de aannemer de geëiste en gewenste kwaliteitseisen waar men aan moet voldoen. Deze zijn ook o.a. opgesteld aan de hand van 4 EMVI-criteria: planning, waterveiligheid, risico’s en projectcommunicatie.

Gebiedsontwikkeling Oostelijke Langstraat (GOL)

Gebiedsontwikkeling Oostelijke Langstraat (GOL)

Terug naar navigatie - Gebiedsontwikkeling Oostelijke Langstraat (GOL)

Project: Gebiedsontwikkeling Oostelijke Langstraat (GOL).
Fase: Voorbereiding door aannemer.
Doel: Het  verbeteren van de veiligheid rondom gevaarlijke op- en afritten en meer doorstroming van het verkeer op de A59 met behoud van de natuur, meer mogelijkheden voor recreatie en economische activiteiten en een betere leefbaarheid in de kernen.

Uitspraak Raad van State en voorbereiding raadsvoorstel
De Raad van State heeft nu ook geoordeeld dat de borging en de onderbouwing voldoende is en dat het project Gebiedsontwikkeling Oostelijke Langstraat (GOL) uitgevoerd kan worden. In raadsinformatiebrief 024-25 is de raad over deze uitspraak nader geïnformeerd.

Momenteel wordt gewerkt aan een raadsvoorstel Gebiedsontwikkeling Oostelijke Langstraat (GOL) voor de raad van 26 juni 2025.
Aangezien dit in dezelfde raadscyclus als dit Voorjaarsbericht 2025 wordt besproken, is nu hier geen GROTICK voor het GOL opgenomen.

Tussenvoorziening / opvanghotel

Tussenvoorziening / opvanghotel

Terug naar navigatie - Tussenvoorziening / opvanghotel

Sinds 12 september 2022 vangen we Oekraïense vluchtelingen en statushouders op in het hotelgebouw aan de Bevrijdingsweg 1 in Sprang-Capelle. Op deze opvanglocatie hebben we: 231 plekken voor Oekraïense vluchtelingen en 35 plekken voor statushouders. De opvang op deze locatie loopt in ieder geval door tot 12 september 2026.

Met ingang van het Voorjaarsbericht 2023 wordt ten behoeve van de projectbeheersing door de gemeenteraad via de P&C-cyclus gerapporteerd als majeur project . Met deze rapportage kan de gemeenteraad vaststellen en controleren of het project tussenvoorziening / opvanghotel binnen de door haar vastgestelde beleidskaders ten uitvoer wordt gebracht.

In deze GROTICK-rapportage staat GROTICK  voor: 
•    Geld.
•    Risico's.
•    Organisatie.
•    Tijd.
•    Informatie.
•    Communicatie.
•    Kwaliteit

Geld
De uitgaven van de opvang in het hotelgebouw in 2025 hebben we geraamd op € 10 miljoen.
De inkomsten bestaan uit een aantal componenten. Van het rijk ontvangen we een normbedrag voor de opvang van Oekraïense vluchtelingen in 2025 gaat het om € 48 per opvangplek per dag. Voor deze locatie ontvangen we € 4 miljoen. Oekraïense vluchtelingen die werken, betalen een eigen bijdrage aan de kosten van hun opvang. In 2025 verwachten we voor € 630.000 aan facturen te versturen aan de werkende Oekraïners die in het hotel verblijven. Statushouders die we opvangen in het hotel betalen voor de kosten van eten en drinken. Dit bedrag komt uit op € 458.000. Het totaal aan vergoedingen komt zo uit op € 5,1 miljoen.
Voor het tekort van € 4,9 miljoen doen we een beroep op de Bekostigingsregeling opvang ontheemden Oekraïne. Die garandeert gemeenten dat ze de voor opvang van Oekraïense vluchtelingen gemaakte kosten vergoed krijgen. Er zijn geen gevolgen voor de gemeentebegroting.

Voor de opvang van statushouders ontvangen we een vergoeding van het COA. We ramen die voor 2025 op € 666.000. De kosten voor eten en drinken brengen we hierop in mindering. Het resterende bedrag van € 209.000 storten we in de reserve integratie en huisvesting van noodverblijfsituaties

Risico's
We zien de volgende risico’s:

1.  Exit-strategie
We vangen nu een grote groep vluchtelingen en statushouders op in het hotel. Dit is een tijdelijke situatie die vooralsnog duurt tot 12 september 2026. Wanneer de opvang op deze locatie stopt, ligt er een aanzienlijke opgave om de Oekraïense vluchtelingen te begeleiden naar hun thuisland en/of hen op een andere locatie onderdak te bieden. (De statushouders zijn gekoppeld aan een gemeente en volgen de reguliere huisvestingsroute.) Dit vraagt vroegtijdig onderzoek en handelen om alternatieve huisvesting te organiseren.

2.  Doorstroom statushouders
We zien dat het moeilijk is om voor statushouders passende woningen te vinden. Dit betekent dat gezinnen steeds vaker voor een langere periode in het opvanghotel verblijven. Alhoewel de kinderen alvast naar school gaan in Waalwijk en de volwassenen kunnen starten met inburgeren, is dit geen bevorderlijke situatie. Door statushouders in het hotel op te vangen, willen we ook de asielketen ontlasten. Wanneer er weinig doorstroming is, bereiken we dat doel in mindere mate.


Organisatie
In het opvanghotel werken we samen met het Rode Kruis, het hotel en de beveiliging. De gemeente voert de regie. De betrokken medewerkers namens de gemeente zijn hiervoor ingehuurd of vrijgemaakt. Deze inzet leidt niet tot organisatorische problemen in het gemeentelijke apparaat. De kosten van deze inzet vergoedt het rijk.

Tijd
De huidige overeenkomst met het hotel verloopt op 12 september 2025. Op 18 maart jl. besloot het college de opvang met een jaar te verlengen. De nieuwe einddatum is 12 september 2026. De brief hierover is hier te vinden: raadsinformatiebrief 030-25.

Informatie
Via de reguliere P&C-cyclus en op verzoek delen we de voortgang in het opvanghotel.

Communicatie
We hebben geïnvesteerd in het betrekken van inwoners bij de opvang in het hotel. Sinds de start hebben we 3 brieven aan inwoners gestuurd.

Kwaliteit
Uit onderzoek blijkt dat de vluchtelingen in de opvang zeer tevreden zijn. Zowel de statushouders als de Oekraïense vluchtelingen voelen zich veilig in de opvanglocatie, ervaren weinig stress en doen naar vermogen mee in de samenleving. Tot nu toe verloopt de opvanglocatie zonder noemenswaardige problemen. 

Invoering Omgevingswet

Omgevingswet

Terug naar navigatie - Omgevingswet

Op 1 januari 2024 is de Omgevingswet officieel in werking getreden. We werken nu al een jaar met de nieuwe wetgeving. Er zijn enkele trajecten met een langere doorlooptijd, zoals de omgevingsvisie en het omgevingsplan.  De volledige afronding van de implementatie wordt voorzien in 2032, het moment waarop het omgevingsplan nieuwe stijl voor gemeente Waalwijk gereed moet zijn.  

Op verzoek van de raad is met ingang van het Najaarsbericht 2023 een Grotick-rapportage toegevoegd voor het onderdeel Omgevingswet, met een toelichting op de aspecten geld, risico's, organisatie, tijd, informatie, communicatie en kwaliteit.

Geld
De stand van zaken van de reserve voor de Omgevingswet per start van 2025 was afgerond € 948.000. Voor het jaar 2025 zijn er voldoende middelen beschikbaar. Het gaat hier om kosten voor externe ondersteuning voor projectleiding, de omgevingsvisie, het omgevingsplan, externe bureaus, vervangende inhuur en communicatie.  De opgedane ervaring met het werken aan het omgevingsplan nieuwe stijl maakt dat we vanaf 2026 komen met een nieuwe raming voor dit onderdeel. In de Kadernota 2026 hebben we hier reeds een voorzet voor gemaakt. Wat de eventueel structurele financiële effecten van de invoering van de Omgevingswet zijn is nog niet bekend, ook landelijk niet. 

Risico's
Net als in de eerdere rapportages geldt nog steeds dat overschrijding van de vergunning-termijn een te benoemen risico is, dat zich tot nu toe nog niet heeft voorgedaan. Voor het nieuwe digitale stelsel zijn we afhankelijk van de landelijke ontwikkelingen. De gemeente Waalwijk is aangesloten en voldoet aan alle beschikbare koppelingen. Tot op heden zijn er geen grote knelpunten ontstaan. De doelstelling van de Omgevingswet dat alles simpeler en sneller wordt, ligt nog in de toekomst. Dit geldt landelijk, en hangt ermee samen dat deze voordelen in beeld komen zodra het omgevingsplan nieuwe stijl gereed is.

Organisatie
Bij de invoering van de Omgevingswet zijn veel medewerkers betrokken en het betreft verschillende onderdelen. Een groot aantal implementatiewerkzaamheden zijn afgerond of belegd als regulier werk binnen de lijnorganisatie. Sommige onderdelen kennen een langere doorlooptijd. Door en voor het opstellen van het omgevingsplan nieuwe stijl komen nieuwe functies en rollen aan bod die voorheen nog niet bestonden. De verantwoordelijkheid hiervoor is belegd bij het lijn-management. Met oog op het integrale karakter en de samenhang tussen de verschillende Omgevingswet-onderdelen blijft de projectorganisatie nog deels in stand. 

Wat betreft het opstellen van het omgevingsplan zijn we aangehaakt bij het VNG-provinciaal initiatief van SPRONG (Samen bouwen met Partners in Regio’s aan Omgevingsplannen van Noord-Brabantse Gemeenten). Een samenwerking tussen verschillende Brabantse gemeenten om in samenwerking te komen tot bouwstenen voor lokale omgevingsplannen. Door samen te werken, gezamenlijke capaciteit te benutten en van elkaar te leren willen we effectief en efficiënt werken aan de bouwstenen voor een omgevingsplan. Het opstellen van het omgevingsplan nieuwe stijl zelf is een verantwoordelijkheid en actie van de gemeente zelf.

Tijd
De gemeente Waalwijk was op 1 januari 2024 klaar voor de invoering van de Omgevingswet.  Ook de onderdelen uit de transitieperiode (omgevingsvisie en omgevingsplan) verlopen op schema. 

Informatie en communicatie
Inwoners en bedrijven worden op verschillende manieren geïnformeerd over en ondersteund op de gevolgen van de Omgevingswet. De website is aangepast en wordt actueel gehouden, en er is een frontoffice voor vragen over ruimtelijke initiatieven. 
Bij het opstellen van de omgevingsvisie wordt de raad en de samenleving op verschillende manier en momenten betrokken. Op 27 februari 2025 heeft de gemeenteraad het Koersdocument Omgevingsvisie Waalwijk vastgesteld. Begin april loopt een tweede participatietraject over de omgevingsvisie. De opgehaalde inbreng wordt op 15 mei met de raad gedeeld. Via het participatieplatform van de gemeente ‘Meedoen in Waalwijk’ kunnen alle processtappen van de Omgevingsvisie Waalwijk worden gevolgd, door de interne organisatie en door de samenleving. Op dit platform staan de lopende participatietrajecten en vindt ook een terugkoppeling plaats van afgeronde stappen. Het participatietraject voor de omgevingsvisie wordt gevoerd onder de naam "De toekomst van Gemeente Waalwijk".   
Voor het onderdeel participatie onder de Omgevingswet staat op 5 juni een raadsbijeenkomst gepland. De raad wordt dan ook geïnformeerd over de samenhang tussen de verschillende Omgevingswet-instrumenten en de beleidscyclus.

Kwaliteit 

De invoering van de Omgevingswet moet op de langere termijn effect gaan krijgen op de kwaliteit van de dienstverlening voor wat betreft integraliteit, participatie en deregulering. Dit zal wellicht onder anderen meer concreet vorm krijgen zodra het omgevingsplan nieuwe stijl het huidige omgevingsplan van rechtswege stap voor stap gaat vervangen. 

Implementatie Samen Redzaam

Grotick

Terug naar navigatie - Grotick

Het programma SamenRedzaam is aangemerkt als één van de majeure projecten van de gemeente. 
De voortgangsrapportage maakt onderdeel uit van het Voor- en Najaarsbericht. Onderstaand wordt per onderdeel van de GROTIK-methodiek een nadere toelichting gegeven op de stand van zaken.

Geld                  
Voor het programma SamenRedzaam is vanaf 2023 een bedrag van € 1,3 miljoen beschikbaar gesteld voor de uitvoering van de transformatie, van voorbereiding tot en met implementatie.


In 2025 zetten we deze middelen in voor de uitvoering van de voorstellen die in december 2024 door het college zijn vastgesteld op basis van het implementatieplan SamenRedzaam. Het betreft onder meer de ontwikkeling van de sociale basis (zoals participatietrajecten en onderzoek naar een vierde ontmoetingsplek), de start van de wijkteams, de doorontwikkeling van impactgericht subsidiëren en de inzet op indicatievrije ondersteuning.
Daarnaast worden valuecases uitgevoerd – bijvoorbeeld binnen het Stevig Lokaal Team – en zijn diverse projecten op het gebied van Zorg en Veiligheid gestart. Hiervoor is cofinanciering nodig, en is aanspraak gemaakt op rijksmiddelen. Bij alle inzet wordt bekeken of dit financieel zo efficiënt mogelijk kan worden ingericht.
Omdat het zwaartepunt van de implementatie in 2025 en deels in 2026 ligt, is het van belang dat de beschikbare middelen ook in die periode beschikbaar blijven. De financiële vertaling van het implementatieplan is opgenomen in de Kadernota 2025 en verwerkt in de begroting 2025 e.v., het Najaarsbericht 2024 en de jaarrekening 2024.
Bij elk P&C-product blijven we hierover rapporteren, met als uitgangspunt dat er géén aanvullende middelen worden aangevraagd voor deze transformatie.

 

Risico’s

Bemensing:
De implementatie vraagt om specifieke expertise die niet binnen de organisatie beschikbaar is, zoals op het gebied van business control, community building, impactgericht subsidiëren en data-analyse. Daarnaast zijn voor het voorliggend veld nieuwe type professionals nodig, zoals gezinscoaches voor het Team Jeugd en Gezin. Het aantrekken en inwerken van deze professionals kost tijd.

Overgang naar indicatievrije ondersteuning:
De transformatie van geïndiceerde zorg naar indicatievrije ondersteuning vraagt aanpassingsvermogen van zowel de organisatie als samenwerkingspartners. Vooral binnen het jeugddomein bestaat er financieel risico, aangezien deze zorg regionaal wordt ingekocht en afgerekend. Niet-benutte middelen worden pas na afsluiting van het boekjaar terugontvangen. We beïnvloeden de instroom naar geïndiceerde zorg deels en sturen hierop actief via onze regionale rollen.

Werkdruk:
De transformatie vindt plaats naast reguliere werkzaamheden, wat leidt tot capaciteitsdruk. De combinatie van veranderopgaven en bestaande werkdruk vertraagt het tempo, al zien we dat de voortgang stabiel blijft. Concrete activiteiten helpen om de uitvoerbaarheid en betrokkenheid te vergroten.

Autonome ontwikkelingen en financiële onzekerheden:
Op ontwikkelingen zoals dubbele vergrijzing, zorgcomplexiteit, indexaties en rijks- of regionale beleidswijzigingen hebben we beperkt invloed. Deze kunnen het sociaal domein structureel financieel belasten en worden nauwlettend gevolgd.
 
Organisatie
We bouwen aan een organisatie die minder leunt op geïndiceerde zorg en meer op laagdrempelige ondersteuning vanuit het Stevig Lokaal Team. Alle niveaus ontwikkelen zich conform het implementatieplan. De organisatieontwikkeling sluit aan op de inhoudelijke aansturing binnen het Domein Mens en Samenleving. Het programma SamenRedzaam wordt hierin uiteindelijk structureel geborgd.

Tijd
De implementatieperiode is 2024 t/m 2027. De planning op hoofdlijnen ziet er als volgt uit:

 

 

Voor 2025 hebben we een uitvoerige planning gemaakt zodat we de voortgang goed kunnen volgen

Informatie en Communicatie

Interne communicatie
De nadruk heeft het afgelopen jaar voornamelijk op intern gelegen. De uitwerking betekent veel voor de medewerkers. Het betekent meer dan een andere manier van werken. Soms betekent het zelfs een nieuwe functie of werkplek. Hier is veel aandacht voor. Het afgelopen jaar, maar zeker ook nog de komende tijd nu de projecten concreter worden en daadwerkelijk worden uitgerold.

We maken gebruik van de intranetomgeving en digitale nieuwsbrieven. De belangrijkste communicatievorm is lijncommunicatie, via de afdelingshoofden en coördinatoren. De volgende groepen worden doorlopend geïnformeerd en/of geraadpleegd:  

Gemeenteraad 1x per kwartaal
College 1x per kwartaal
Sociale Adviesraad 1x per kwartaal
Interne teams doorlopend
Stuurgroep 1x per kwartaal
Programmateam 1x per 2 weken
Werkgroepen 1x per 2 weken
Kartrekkers werkgroepen 1 x per maand

Externe communicatie
Communicatie moet passen bij de doelgroep die we willen aanspreken. Deze doelgroep is per project dat vanuit Samen Redzaam wordt uitgevoerd anders. De communicatiestrategie is daarom op hoofdlijnen. De communicatiestrategie is de basis voor alle projecten die vanuit Samen Redzaam worden opgestart. Per project worden concrete communicatieplannen uitgewerkt. De communicatie rondom het programma Samen Redzaam beweegt mee met de inhoud van het programma. Hoe meer de inhoudelijke projecten en interventies vorm krijgen, hoe scherper we ook de bijbehorende communicatie kunnen vormgeven.  

Partners in het sociaal domein blijven we meenemen met digitale nieuwsbrieven en vooral in de warme directe contacten via medewerkers van de gemeente. Ook organiseren we in 2025 weer een netwerkbijeenkomst. 

Communicatie richting inwoners pakken we op als het de inwoners ook echt raakt (of op termijn gaat raken) en dus relevant is. Denk aan participatie in de wijken. Dit kan kleinschalige communicatie zijn in één-op-één gesprekken, maar ook breder via andere communicatiemiddelen. Dit wordt in het project bepaald, passend bij de doelgroep en opgave. Bij elk onderdeel van Samen Redzaam wordt de communicatieadviseur betrokken. 

Kwaliteit
In het programma is beheersing geborgd vanuit het perspectief van de inwoner. We geven inwoners meer regie en ruimte om ondersteuning mede vorm te geven. Dat zien we terug in innovatieve initiatieven als community building, de doorbraakmethodiek en participatie in de wijken, evenals in de inrichting van het wijkteam en het Stevig Lokaal Team.
Om de effectiviteit te monitoren werken we met valuecases en gerichte businesscases, bijvoorbeeld gekoppeld aan Team Jeugd en Gezin, De Kazerne, en indicatievrije dagbesteding. Ook het Stevig Lokaal Team krijgt een eigen businesscase.