Insteekhaven
Terug naar navigatie - InsteekhavenTijdens de behandeling van het raadsvoorstel op 12 september 2019 is toegezegd om de raad per kwartaal te informeren over de voortgang en financiële afwijkingen van de aanleg van de insteekhaven. Met bestuurdersbrief 68-21 heeft u de derde kwartaalrapportage over de insteekhaven over het jaar 2021 ontvangen; dit is de zevende in totaal. Op het moment van opstellen van dit Najaarsbericht is dit de meest actuele kwartaalrapportage.
3e kwartaalrapportage 2021
Stikstofdossier
Zoals in de eerdere kwartaalrapportages vermeld is de aankoop van (rechten van) stikstofemitterende bedrijven, met name veehouderijen, ten behoeve van externe saldering een belangrijk onderdeel van de oplossing. Dit is inmiddels gebeurd en de aanvraag Wnb-vergunning is op 30 april jl., ingediend. Vanwege achterstanden bij de Omgevingsdienst Brabant Noord (ODBN) is onze aanvraag echter nog niet in behandeling genomen. Door ambtelijke en bestuurlijke inspanning is onze aanvraag voor de Wnb-vergunning recent door Gedeputeerde Staten prioritair gemaakt. Dit betekent dat de aanvraag de komende weken inhoudelijk wordt opgepakt door de ODBN.
Wat dit exact voor de doorlooptijd gaat betekenen, valt nog niet te zeggen. Dit heeft te maken met een uitspraak van de Raad van State over het berekenen van effecten van wegverkeer (ViA15-uitspraak). Deze effecten werden op 5 kilometer ‘afgekapt’, terwijl dat bij andere stikstofbronnen niet gebeurt. De Minister heeft de opdracht gekregen dit verschil beter uit te leggen of met een nieuwe rekenmethodiek te komen. Het is het laatste geworden en nu is het wachten totdat de nieuwe rekenmethode in Aerius beschikbaar komt. Dat zou in het najaar gebeuren, toen eind van het jaar en inmiddels wordt gesproken over begin volgend jaar. De landelijke lijn schijnt te zijn dat aanvragen die hiermee te maken hebben tot die tijd blijven wachten. De verwachting is overigens wel dat de nieuwe berekeningen voldoende zijn voor de stikstofsaldering.
Zoals in de vorige rapportage vermeld treedt dan de wettelijke behandeltermijn in van maximaal 20 weken. Zolang er geen duidelijkheid is over de start van de behandeling kan er nu ook geen tijdstermijn gekoppeld worden aan deze proceduretijd.
Financiële consequenties
- Het afgelopen kwartaal is er nog een aantal optimalisaties berekend. Het gaat dan met name over het gebruik van andere buispalen, andere systeemmaten van de damwanden en andere verankeringen. Deze optimalisaties hebben een positieve invloed op de businesscase. De hoogte van het bedrag kan pas definitief bepaald worden bij de inwerkingtreding van de overeenkomst.
- Door de vertraging moet er, conform de aanbestedingsvoorwaarden, een GWW (grond-weg- en waterbouw) indexatie worden toegepast. De combinatie heeft aangegeven dat er rekening moet worden gehouden met forse prijsstijgingen als gevolg van de recente marktontwikkelingen. We zijn nog in gesprek met de combinatie maar men verwacht een stevige prijsstijging (op basis van huidige prijspeil), met name voor de zand- en staalkosten. Wanneer bij definitieve inwerkingtreding duidelijk wordt wat de consequenties gaan zijn zal er een extra krediet aangevraagd moeten worden.
De huidige reservering in het risicodossier is namelijk onvoldoende om dit op te vangen. Zodra we dichter bij het moment van inwerkingtreding zijn aanbeland zal een voorstel richting uw raad worden opgesteld. Op dit moment is dat nog niet zinvol om te doen.
Kredietvotering
Voor het uitvoeringstraject is het door de raad beschikbaar gestelde krediet (raadsvergadering 12 september 2019) voor de aanleg van de insteekhaven en de vastgestelde exploitatieopzet voor de uit te geven gronden het uitgangspunt.
In het raadsvoorstel is uitgegaan van een uitsplitsing naar een krediet voor de aanleg van de insteekhaven en het vaststellen van een exploitatieopzet voor de uit te geven gronden aan de insteekhaven.
De aanbesteding heeft geresulteerd in een inschrijfprijs van € 24,2 miljoen (exclusief btw). Naast dit bedrag verwachten we nog andere kosten tijdens start- en de realisatiefase. In totaal een bedrag van € 29,5 mln. Dit bedrag is uitgesplitst naar kosten die betrekking hebben op de aanleg van de insteekhaven en kosten die betrekking hebben op de uit te geven gronden.
Investering aanleg insteekhaven
Op basis van deze uitsplitsing bedragen de totale kosten voor de investering € 22 miljoen. Door de in 2015 ontvangen subsidiebeschikking van de provincie, is een bedrag van € 7,2 miljoen op het investeringsbedrag in mindering gebracht. Het restant bedrag van € 14,8 miljoen zal worden geactiveerd conform de nota waarderings- en afschrijvingsbeleid (annuïteit / 60 jaar / 1,5%).
In verband met het opschuiven van de geplande datum voor de definitieve gunning wordt in de meerjarenbegroting nu rekening gehouden met kapitaallasten met ingang van 2024.
Grondexploitatie insteekhaven
Voor de kosten en opbrengsten die betrekking hebben op de uit te geven percelen aan de insteekhaven is een inmiddels door de raad goedgekeurde exploitatieopzet opgesteld. Hierbij gaat het om een kavel voor de containerterminal en om een kavel voor haven gebonden logistieke bedrijvigheid. Naast de kosten zoals bouwrijp maken, aansluiten nutsvoorzieningen, infrastructuur, op hoogte brengen van het terrein en uiteindelijke woonrijp maken, is rekening gehouden met de verwervingskosten. Tegenover deze te maken en gemaakte kosten, zijn de opbrengsten van de uit te geven bedrijfspercelen opgenomen Het verwachte resultaat van de grondexploitatie, een bedrag van € 7,2 miljoen, wordt gereserveerd en zal gedurende een periode van 60 jaar ten gunste komen van product 208 Exploitatie haven. Dit betekent per jaar een bedrag van € 120.000. Enerzijds verlagen we hiermee de jaarlijkse rente- en afschrijvingslasten en anderzijds wordt hiermee de jaarlijkse storting in de onderhoudsvoorziening voor de insteekhaven gedekt. Voor de grondexploitatie verwijzen we naar de Nota grondexploitatie die gelijktijdig met het vaststellen van de jaarrekening 2020 in juli door de raad is vastgesteld. Ook tijdens de realisatiefase blijft kredietbewaking het instrument om afwijkingen tijdig te kunnen signaleren en daar tijdig maatregelen voor te treffen.