4. Majeure projecten

Insteekhaven

Insteekhaven

Terug naar navigatie - Insteekhaven

Tijdens de behandeling van het raadsvoorstel op 12 september 2019 is toegezegd om de raad per kwartaal te informeren over de voortgang en financiële afwijkingen van de aanleg van de insteekhaven. Met bestuurdersbrief 68-21 heeft u de derde kwartaalrapportage over de insteekhaven over het jaar 2021 ontvangen; dit is de zevende in totaal. Op het moment van opstellen van dit Najaarsbericht is dit de meest actuele kwartaalrapportage.

3e kwartaalrapportage 2021

Stikstofdossier
Zoals in de eerdere kwartaalrapportages vermeld is de aankoop van (rechten van) stikstofemitterende bedrijven, met name veehouderijen, ten behoeve van externe saldering een belangrijk onderdeel van de oplossing. Dit is inmiddels gebeurd en de aanvraag Wnb-vergunning is op 30 april jl., ingediend. Vanwege achterstanden bij de Omgevingsdienst Brabant Noord (ODBN) is onze aanvraag echter nog niet in behandeling genomen. Door ambtelijke en bestuurlijke inspanning is onze aanvraag voor de Wnb-vergunning recent door Gedeputeerde Staten prioritair gemaakt. Dit betekent dat de aanvraag de komende weken inhoudelijk wordt opgepakt door de ODBN.
Wat dit exact voor de doorlooptijd gaat betekenen, valt nog niet te zeggen. Dit heeft te maken met een uitspraak van de Raad van State over het berekenen van effecten van wegverkeer (ViA15-uitspraak). Deze effecten werden op 5 kilometer ‘afgekapt’,  terwijl dat bij andere stikstofbronnen niet gebeurt. De Minister heeft de opdracht gekregen dit verschil beter uit te leggen of met een nieuwe rekenmethodiek te komen. Het is het laatste geworden en nu is het wachten totdat de nieuwe rekenmethode in Aerius beschikbaar komt. Dat zou in het najaar gebeuren, toen eind van het jaar en inmiddels wordt gesproken over begin volgend jaar. De landelijke lijn schijnt te zijn dat aanvragen die hiermee te maken hebben tot die tijd blijven wachten. De verwachting is overigens wel dat de nieuwe berekeningen voldoende zijn voor de stikstofsaldering. 
 Zoals in de vorige rapportage vermeld treedt dan de wettelijke behandeltermijn in van maximaal 20 weken. Zolang er geen duidelijkheid is over de start van de behandeling kan er nu ook geen tijdstermijn gekoppeld worden aan deze proceduretijd.  

Financiële consequenties
-    Het afgelopen kwartaal is er nog een aantal optimalisaties berekend. Het gaat dan met name over het gebruik van andere buispalen, andere systeemmaten van de damwanden en andere verankeringen. Deze optimalisaties hebben een positieve invloed op de businesscase. De hoogte van het bedrag kan pas definitief bepaald worden bij de inwerkingtreding van de overeenkomst. 
-    Door de vertraging moet er, conform de aanbestedingsvoorwaarden, een GWW (grond-weg- en waterbouw) indexatie worden toegepast. De combinatie heeft aangegeven dat er rekening moet worden gehouden met forse prijsstijgingen als gevolg van de recente marktontwikkelingen. We zijn nog in gesprek met de combinatie maar men verwacht een stevige prijsstijging (op basis van huidige prijspeil), met name voor de zand- en staalkosten.  Wanneer bij definitieve inwerkingtreding duidelijk wordt wat de consequenties gaan zijn zal er een extra krediet aangevraagd moeten worden.
De huidige reservering in het risicodossier is namelijk onvoldoende om dit op te vangen. Zodra we dichter bij het moment van inwerkingtreding zijn aanbeland zal een voorstel richting uw raad worden opgesteld. Op dit moment is dat nog niet zinvol om te doen. 

 

Kredietvotering
Voor het uitvoeringstraject is het door de raad beschikbaar gestelde krediet (raadsvergadering 12 september 2019) voor de aanleg van de insteekhaven en de vastgestelde exploitatieopzet voor de uit te geven gronden het uitgangspunt.
In het raadsvoorstel is uitgegaan van een uitsplitsing naar een krediet voor de aanleg van de insteekhaven en het vaststellen van een exploitatieopzet voor de uit te geven gronden aan de insteekhaven.
De aanbesteding heeft geresulteerd in een inschrijfprijs van € 24,2 miljoen (exclusief btw). Naast dit bedrag verwachten we nog andere kosten tijdens start- en de realisatiefase. In totaal een bedrag van € 29,5 mln. Dit bedrag is uitgesplitst naar kosten die betrekking hebben op de aanleg van de insteekhaven en kosten die betrekking hebben op de uit te geven gronden.

Investering aanleg insteekhaven
Op basis van deze uitsplitsing bedragen de totale kosten voor de investering € 22 miljoen.  Door de in 2015 ontvangen subsidiebeschikking van de provincie, is een bedrag van € 7,2 miljoen op het investeringsbedrag in mindering gebracht. Het restant bedrag van € 14,8 miljoen zal worden geactiveerd conform de nota waarderings- en afschrijvingsbeleid (annuïteit / 60 jaar / 1,5%).
In verband met het opschuiven van de geplande datum voor de definitieve gunning wordt in de meerjarenbegroting nu rekening gehouden met kapitaallasten met ingang van 2024.

Grondexploitatie insteekhaven
Voor de kosten en opbrengsten die betrekking hebben op de uit te geven percelen aan de insteekhaven is een inmiddels door de raad goedgekeurde exploitatieopzet opgesteld. Hierbij gaat het om een kavel voor de containerterminal en om een kavel voor haven gebonden logistieke bedrijvigheid. Naast de kosten zoals bouwrijp maken, aansluiten nutsvoorzieningen, infrastructuur, op hoogte brengen van het terrein en uiteindelijke woonrijp maken, is rekening gehouden met de verwervingskosten. Tegenover deze te maken en gemaakte kosten, zijn de opbrengsten van de uit te geven bedrijfspercelen opgenomen Het verwachte resultaat van de grondexploitatie, een bedrag van € 7,2 miljoen, wordt gereserveerd en zal gedurende een periode van 60 jaar ten gunste komen van product 208 Exploitatie haven. Dit betekent per jaar een bedrag van € 120.000. Enerzijds verlagen we hiermee de  jaarlijkse rente- en afschrijvingslasten en anderzijds wordt hiermee  de jaarlijkse storting in de onderhoudsvoorziening voor de insteekhaven gedekt. Voor de grondexploitatie verwijzen we naar de Nota grondexploitatie die gelijktijdig met het vaststellen van de jaarrekening 2020 in juli door de raad is vastgesteld. Ook tijdens de realisatiefase blijft kredietbewaking het instrument om afwijkingen tijdig te kunnen signaleren en daar tijdig maatregelen voor te treffen.

Gebiedsontsluiting Oostelijke Langstraat (GOL)

Gebiedsontsluiting Oostelijke Langstraat (GOL)

Terug naar navigatie - Gebiedsontsluiting Oostelijke Langstraat (GOL)

Voortgangsrapportage

Waalwijk, 12 oktober 2021

Project:                Gebiedsontwikkeling Oostelijke Langstraat (GOL

Fase:                     Voorbereiding door aannemer

Doel:                     Het  verbeteren van de veiligheid rondom gevaarlijke op- en afritten en meer doorstroming van het verkeer op de A59 met behoud van de natuur, meer mogelijkheden voor recreatie en economische activiteiten en een betere leefbaarheid in de kernen

 

Vooraf, leeswijzer
Voorliggende voortgangsrapportage is samengesteld ten behoeve van de projectbeheersing door de gemeenteraad. Met deze rapportage kan de gemeenteraad vaststellen en controleren of het project GOL  binnen de door haar vastgestelde beleidskaders ten uitvoer wordt gebracht. Het GOL is  een gemeentegrens overstijgend integraal project.  Gemeente Waalwijk, Heusden en waterschap Aa-en Maas zijn samen met de provincie risicodragende partijen. Er is gekozen voor een geïntegreerd contractvorm (UAV-GC) met een aanbesteding op prijs/kwaliteit. Inmiddels is de aannemerscombinatie Mourik/Besix geselecteerd. De combinatie is verantwoordelijk  voor het ontwerp en de realisatie van het project.

De Provincie Noord Brabant is opdrachtgever en  stuurt het project aan. Samen met de stakeholders is er een ambtelijke (ABG) en politieke (stuurgroep) rapportagelijn opgezet.

Deze voortgangsrapportage is samengesteld aan de hand van de GROTICK-methodiek voor projectbeheersing. De letters van het woord GROTICK staan voor de verschillende aspecten waaraan in de voortgangsrapportage aandacht wordt besteed. Deze aspecten zijn respectievelijk:

  • Geld.
  • Risico's.
  • Organisatie.
  • Tijd.
  • Informatie.
  • Communicatie.
  • Kwaliteit.

Binnen de projectorganisatie zijn het dezelfde aspecten die worden bewaakt om daarmee maximaal zeker te stellen dat het project zich binnen de kaders ontwikkeld die door de Raad zijn aangegeven en die de projectorganisatie zichzelf ten doel heeft gesteld. Hieronder wordt over elk van bovengenoemde GROTICK-aspecten verslag gedaan.

Geld

In de raadsvergadering van 14 april 2020 zijn door de raad de benodigde middelen voor het GOL beschikbaar gesteld. In de raadsvergadering van 7 juli 2021 is een aanvullend krediet beschikbaar gesteld.

Raadsvoorstel 14 april 2020 (begrotingswijziging 2020/06)
De totale bijdrage van het GOL door de gemeente Waalwijk bedraagt € 26,6 miljoen. Hierop kunnen een bedrag voor nog te verrekenen kosten met de provincie en de waarde van de door de gemeente voor het project ingebrachte gronden in mindering worden gebracht. Daarnaast is op 14 november 2013 al een krediet van € 1,6 miljoen beschikbaar gesteld. Verder dient rekening te worden gehouden met een bedrag voor interne kosten tijdens de realisatiefase. Er is een krediet beschikbaar gesteld van € 23.195.000. De totale jaarlijkse kapitaallasten met ingang van 2024 bedragen € 992.000.
Het afwaarderen van de ingebrachte gronden wordt ten laste gebracht van de reserve mobiliteit. Met ingang van 1 januari 2020 bedraagt het saldo van deze reserve dan € 4.927.732.
Ter (gedeeltelijke) dekking van de kapitaallasten wordt een geblokkeerde reserve gevormd. Hierin wordt het restant gestort van de reserve mobiliteit (€ 4.927.732) en een bedrag van € 4,7 miljoen vanuit de Algemene Reserve.

Raadsvoorstel 7 juli 2021 (begrotingswijziging 2021/19)
Het huidige projectbudget blijkt ontoereikend te zijn voor de uitvoering. Het tekort op het totale projectbudget wordt ingeschat op een bedrag van € 10,5 miljoen. Dit betekent voor de gemeente Waalwijk een extra bijdrage van € 3,1 miljoen (aandeel 29%). Voorgesteld wordt het in april 2020 beschikbaar gestelde krediet (begrotingswijziging 2020/06) met deze aanvullende bijdrage te verhogen. In de bijgestelde meerjarenbegroting 2022 t/m 2025 voor de Kadernota 2022, die in de raadsvergadering van 15 juli aan de orde is, is reeds rekening gehouden met een extra jaarlijkse kapitaallasten van € 120.000 met ingang van 2024. Dit geconstateerde tekort is gebaseerd op start uitvoering oktober 2021.

De dekking van de kapitaallasten (met ingang van 2024) is dan als volgt:

  • Een bedrag van € 188.000 als gevolg van een verhoging van de OZB-opbrengst;
  • Jaarlijkse onttrekking ten laste van de geblokkeerde reserve voor een bedrag van € 240.000;
  • Met ingang van 2024 een jaarlijkse kapitaallast in de begroting van € 684.000.

Organisatie

De projectorganisatie valt onder de verantwoordelijkheid van de Provincie Noord Brabant. De gemeente heeft een toetsende en vergunningverlenende rol. De aannemer heeft inmiddels het uitvoeringsontwerp afgerond.  

Door de vertraagde uitspraak van de Raad van State worden de projectorganisaties afgeschaald en beperkt in stand gehouden.

Informatie

Informatie wordt door de provincie gedeeld met de risicodragende partijen en relevante stakeholders. Hiervoor zijn diverse bestuurlijke en ambtelijke overleggen geïnitieerd. Het project wordt door diverse externe partijen kritisch gevolgd. Dit zijn stichtingen ( waaronder “Van GOL naar Beter”, “Federatie Behoudt de Langstraatspoorbruggen”) en personen. Gedurende de voorbereiding van het project zijn er zienswijzen, bezwaren en beroep ingesteld. Het beroep tegen het provinciaal inpassingsplan en de daarmee gecoördineerde vergunningen wordt door de Raad van State behandeld.  

Tijd

De zitting van de Raad van State is uitgesteld door de corona crisis en heeft een jaar na oorspronkelijke planning plaatsgevonden (20 en 21 januari 2021). Zoals in de raadinformatiebrief op 8 december 2020 is gemeld heeft deze vertraging financiële gevolgen.

Op 29 september 2021 hebben wij voor de vijfde maal een brief ontvangen waarin de Raad van State de termijn voor het doen van een uitspraak opnieuw met 6 weken verlengd. Als reden geven zij op dat de zaak nadere studie vraagt.

Zoals toegelicht in de raadsvergadering van 7 juli jl. heeft dit als gevolg dat we nu definitief een jaar de vertraging ingaan met de uitvoeringswerkzaamheden GOL.

Communicatie (resultaten, activiteiten)

De projectcommunicatie wordt door de provincie gedaan. De uitvoeringscommunicatie door de aannemerscombinatie. Periodiek vindt er een omgevingsoverleg plaats met de risicodragend partijen waarbij team communicatie is aangehaakt.

Kwaliteit

Door de risicodragende partijen zijn kwaliteitseisen meegegeven. Deze zijn verwerkt in het UAV-GC contract en daarop is de aannemerscombinatie geselecteerd. Op naleving van deze eisen wordt door de Provincie gestuurd en getoetst. Eventuele afwijkingen worden gedeeld met de risicodragende partijen

Risico’s

Beroep:

Het is niet uit te sluiten dat  de Raad van State op korte termijn geen definitieve uitspraak doet dat de betreffende besluiten (geheel) in stand blijven.  Zodra de uitspraak is ontvangen zal onderzocht worden wat dit betekent voor de planning en beschikbaar gestelde middelen.


Stikstof:

In oktober 2021 werd een update van het rekenprogramma Aerius verwacht. Inmiddels is duidelijk dat die pas later in 2021 beschikbaar komt. Daarin zijn nieuwe kentallen opgenomen voor de berekening van stikstofdepositie. Bovendien zal vanuit de tussenuitspraak in de zaak ViA15 een rekenmodule worden ingebouwd die rekening houdt met de 5km-afkapgrens. Wij achten het aannemelijk dat voor de GOL nieuwe berekeningen noodzakelijk zullen zijn. Beide aspecten kunnen leiden tot verhoogde berekende stikstofdepositie en tot extra benodigde maatregelen. Afhankelijk van de uitspraak van de Raad van State kan dit er toe leiden dat:

  • Het PIP gewijzigd vastgesteld moet worden door Provinciale Staten;
  • De aanvraag en het besluit op de aanvraag Wet natuurbescherming moeten wijzigen. Hiervoor zijn Gedeputeerde Staten bevoegd.

Communicatie:
Rapportages via allerlei gremia waardoor informatie niet op tijd of onjuist wordt gedeeld.

MuseumPlus

MuseumPlus

Terug naar navigatie - MuseumPlus

Voortgangsrapportage

Waalwijk, 7 oktober 2021

Project:                Ontwikkeling Schoenenmuseum (Museum-Plus): Het realiseren van het nieuwe  schoenenmuseum aan het Raadhuisplein, wat na realisatie door de museumorganisatie geëxploiteerd en van de gemeente gehuurd zal worden.

Fase:                     Bouw van het museum, uitvoering van bouwkundige- en installatietechnische werken. Voorbereiding in fabriek van de inrichtingswerken.
                                Het inrichten van de organisatie en het opzetten van de exploitatie van het schoenenmuseum door de nieuwe directie, in lijn met de exploitatiebegroting.

Doel:                     Realisatie van de museumhuisvesting, realisatie van het museum en langjarig een succesvolle museumexploitatie.

 

Vooraf, leeswijzer

Voorliggende voortgangsrapportage is samengesteld ten behoeve van de projectbeheersing door de gemeenteraad. Met deze rapportage kan de gemeenteraad vaststellen en controleren of het project Schoenenmuseum/Museum-Plus (hierna te noemen: het project) binnen de door haar vastgestelde beleidskaders ten uitvoer wordt gebracht.

Binnen de projectorganisatie, die verantwoordelijk is voor de uitvoering van het project, wordt het project min of meer continu volgens een fijnmazige fasering beheerst. Alhoewel voorliggende rapportage een voortgangsrapportage is voor de gemeenteraad, geeft deze tevens een goed inzicht hoe het project op het niveau van de projectorganisatie wordt beheerst.

Deze voortgangsrapportage is samengesteld aan de hand van de GROTICK-methodiek voor projectbeheersing. De letters van het woord GROTICK staan voor de verschillende aspecten waaraan in de voortgangsrapportage aandacht wordt besteed. Deze aspecten zijn respectievelijk:

  • Geld.
  • Risico's.
  • Organisatie.
  • Tijd.
  • Informatie.
  • Communicatie.
  • Kwaliteit.

Binnen de projectorganisatie zijn het dezelfde aspecten die worden bewaakt om daarmee maximaal zeker te stellen dat het project zich binnen de kaders ontwikkeld die door de Raad zijn aangegeven en die de projectorganisatie zichzelf ten doel heeft gesteld.

Hieronder wordt over elk van bovengenoemde GROTICK-aspecten verslag gedaan, waarbij een logische volgorde van de aspecten is gehanteerd. Bij elk van de aspecten worden significante risico's benoemd en wordt de gang van zaken tot op heden kort verwoord.

Organisatie

De Raad stelt de beleidskaders vast waarbinnen de projectorganisatie het project uitwerkt.

De projectorganisatie bestaat uit een stuurgroep waarin vertegenwoordigd zijn de verantwoordelijk wethouder, medewerkers uit de gemeentelijke organisatie, het museumbestuur, de museumdirectie en de gemeentelijk projectleider.  In de stuurgroep worden besluiten genomen en faseresultaten vastgesteld; bij voorkeur in consensus, indien dit niet lukt heeft de wethouder de doorslaggevende stem.

In verband met de richtlijnen i.v.m. het coronavirus zijn besprekingen afgelopen jaar indien mogelijk per video gedaan. De bouwvergaderingen worden sinds zomer 2021 weer in live samenkomst gedaan.

Vanuit de projectorganisatie zijn vanaf het moment dat de bouw gestart is drie werkgroepen actief. In deze werkgroepen worden plannen verder uitgewerkt en/of uitgevoerd, welke onderwerpen ter discussie en besluitvorming aan de stuurgroep worden voorgelegd.

  • Uitvoering/bouwvergaderingen; de gemeentelijk projectleider, de directievoerder, de bouwende partijen, de programmamanager binnenstad, beleidsmedewerker beheer vastgoed, de museumdirecteur en een afvaardiging van het museumbestuur, architect en installatieadviseur.
  • Museumconcept en -exploitatie; museumdirectie, teammanager maatschappelijke ontwikkeling en de gemeentelijk financieel adviseur. Naarmate de opening van het nieuwe museum nadert wordt binnen deze werkgroep de museumdirectie bepalend.
  • Communicatie; gemeentelijk communicatieadviseur en de museumdirectie.

De museumdirectie laat zich in haar taken bijstaan door haar adviseur (oud-directeur van het Onderwijsmuseum), het museumbestuur, de museumstaf en door adviseurs met een specifiek kennisgebied (bijvoorbeeld op het gebied van de horecavoorziening).

De museumdirectie (mw. Anouk van Heesch MA) legt verantwoording af aan het museumbestuur (dhr. Harrie de Werd, mw. Margo Strik en mw. Astrid Hertog).

Bovenbeschreven organisatie functioneert goed. Taken en verantwoordelijkheden zijn duidelijk gedemarqueerd. De organisatie is transparant en relatief klein, daarmee doelmatig en slagvaardig.

Significante risico's: geen.

Communicatie (resultaten, activiteiten)

Communicatie tussen alle deelnemers van de projectorganisatie vindt periodiek plaats in de werkgroepen en in de stuurgroep. Van deze besprekingen worden verslagen gemaakt, waarbij afspraken worden vastgelegd. In werkgroepen en stuurgroep wordt afgesproken/gemeld wanneer zaken één op één tussen deelnemers worden/zijn overlegd. Het resultaat hiervan wordt in het betreffende overleg ingebracht (waarvan verslag).

De communicatie en samenwerking tussen deelnemers tot op heden is goed in prettige sfeer.

Resultaten tot en met heden, activiteiten nu.

  • Alle voor de bouw vereiste vergunningen zijn verstrekt. De vergunning brandveilig gebruik (voorheen gebruiksvergunning) is zo goed als verstrekt, alleen de finale controle op uitvoering vindt nog plaats.
  • Bouw: De bouw van het nieuwe museumgebouw aan het Raadhuisplein en haar inrichting is eind oktober 2020 gestart. Er wordt gebouwd conform de plannen die op 27 augustus 2020 gepresenteerd zijn aan de Raad.
  • De bouwkundige- en installatietechnische werken worden volgens de laatste planning ultimo november 2021 afgerond. Vervolgens start het plaatsen/inbouwen van de (museale) inrichting in het nieuwe museumgebouw, dit zal tot begin februari 2022 duren.
  • De exploitatie voor 2020 tot en met 2025 van het schoenenmuseum is begroot. Deze begroting is een nadere uitwerking van de begroting op hoofdlijnen die op 27 augustus 2020 gepresenteerd is aan de Raad. Er zijn tot op heden geen afwijkingen in deze exploitatie, die een duurzame exploitatie in de weg staan, noch die gevolg kunnen hebben voor de gemeentefinanciën.
  • De museumorganisatie en -formatie is nu vrijwel geheel ingericht conform plannen.
  • De werkgroep 'Communicatie' organiseert dat het toekomstige schoenenmuseum in toenemende mate in de aandacht komt. Richting opening van het museum wordt door de museumdirectie i.o.m. de gemeente het daartoe afgeronde marketingplan op hoofdlijnen, uitgewerkt en ten uitvoer gebracht.

Significante risico's: geen.

Informatie

Informatie wordt gedeeld op de volgende wijzen:

  • Mondeling in stuurgroep- en werkgroepbesprekingen/bouwvergaderingen (waarvan schriftelijk verslag).
  • Eén op één overleggen en -contacten live, per telefoon, video, mail, etc.. De resultaten hieruit worden vastgelegd in stukken (bijv. mails) of in de verslagen (van werkgroepen of stuurgroep).
  • Per mail in de vorm van mededelingen, verslagen en stukken.

Projectleider houdt een totaal-dossier bij en draagt er zorg voor dat elke projectdeelnemer beschikt over de voor hem/haar relevante informatie.

Informatie-uitwisseling tot op heden verloopt naar ieders tevredenheid.

Significante risico's: geen.

Kwaliteit en Geld

De realisatie van het schoenenmuseum, de kosten van realisatie en de toekomstige exploitatie, worden continue door de projectorganisatie bewaakt door de ontwikkelingen tijdens realisatie doorlopend te toetsen aan de uitgangspunten die door de gemeenteraad zijn gesteld (de beleidskaders).

  • Beschikbaar totaalkrediet voor de realisatie van het museum van €10.044.000 door de Raad beschikbaar gesteld resp. d.d. juli 2015, juni 2019 en september 2020.
  • De plannen voor het museum, de begroting voor de toekomstige exploitatie en de in de toekomst benodigde gemeentelijke subsidie, in lijn met hetgeen is vastgesteld door de Raad d.d. september 2020.

De kwaliteit van het toekomstige Schoenenmuseum ligt vast in de bestekken en (voor inrichting) in de plannen. De plannen zijn voor de inrichting zijn afgerond, uitvoering van bouw en inrichting is gaande.

Op het moment van schrijven van deze voortgangsrapportage resteert er nog € 43.000,- budget voor nog niet voorziene meerwerken.

De toekomstige exploitatie zoals deze op dit moment voorzien wordt, zijn in lijn met de voorziene exploitatie zoals d.d. september 2020 aan de Raad gepresenteerd.

Significante risico's:

  1. Voor de totaalinvestering: Meerwerk tijdens de bouw.
    Beheersmaatregelen:

    - Meerwerken minimaliseren door planwijzigingen te vermijden.
    - Compenserende minderwerken zoeken.
    - Indien onvermijdbaar: bekostigen uit het -in de investeringsbegroting opgenomen- budget  onvoorzien.

Tijd

De belangrijkste projectbetrokkenen (het museum als toekomstig gebruiker, de gemeente als opdrachtgever, de aannemers en Tinker als museaal inrichter) hebben zich aan de planning gecommitteerd die als uitkomst had dat het schoenenmuseum in februari 2022 geopend kon worden. Toch is er in het afgelopen half jaar 4 weken vertraging in de bouw opgelopen, welke vertraging niet te vermijden is gebleken. De vertraging vindt zijn oorzaak in de overspannen bouwmarkt met langere levertijden van materialen en onderaannemers.

De planning voor afronding van het project ziet er nu samengevat als volgt uit:

  • Medio november 2021                                                                                 start (museale inrichting).
  • Ultimo november 2021                                                                                oplevering gebouw.
  • Februari 2022                                                                                                    oplevering inrichting.
  • Februari tot maart 2022                                                                              proefdraaien, instructie personeel
  • Maart 2022                                                                                                         opening schoenenmuseum

De beperkingen in verband met het coronavirus hebben nauwelijks invloed gehad op de werkzaamheden en de planning. Het einde van de corona-maatregelen en het wereldwijd opstarten van economieën is echter wel de oorzaak van de gespannen bouwmarkt en de opgelopen vertraging.

Significante risico's:

  1. Onvoorziene omstandigheden veroorzaken dat aannemers de toegezegde opleverdata toch niet kunnen halen. Dit risico wordt groter naarmate genoemde opleverdatum nadert omdat de mogelijkheid om weer in te lopen steeds kleiner wordt.
    Beheersmaatregelen:
    - Wekelijks met alle betrokkenen een standlijn in de planning trekken, waarmee de kleinste vertragingen vroegtijdig gesignaleerd worden. Hier gezamenlijk een oplossing voor afspreken die geen of minimaal gevolg voor de planning heeft.