Op de exploitatie
De door de raad vastgestelde begroting 2018 is geactualiseerd met alle zaken die zich nadien hebben voorgedaan en als onontkoombaar moeten worden aangemerkt.
Het beeld wordt dan:
|
2019 |
2020 |
2021 |
2022 |
begrotingsruimte |
€265.000 |
€1.862.000 |
€2.246.000 |
€2.933.000 |
Dit positieve beeld komt voornamelijk tot stand door een aanmerkelijk hogere algemene uitkering uit het gemeentefonds die gemeenten in staat moet stellen om tot uitvoering van het Interbestuurlijk Programma over te gaan. Dit is een akkoord tussen overheden om de maatschappelijke vraagstukken uit het regeerakkoord op te pakken. Het programma bevat onderwerpen als wonen, bereikbaarheid, klimaat, energie et cetera. Het extra geld dat gemeenten hiervoor krijgen, is niet geoormerkt, noch zijn er op VNG niveau concrete afspraken gemaakt over de inzet van middelen. Wij zijn van mening dat ons coalitieprogramma en de door ons voorgestelde inzet van financiële middelen in lijn zijn met wat het Interbestuurlijk Programma beoogt.
De begrotingsruimte voor de komende jaren beschouwend, zien wij een toenemende ruimte, waarbij het jaar 2019 in negatieve zin afwijkt. Wij kiezen ervoor om ten minste op termijn structureel sluitende begrotingen voor te leggen. Het zonder inzet van incidentele middelen niet sluitend zijn van het begrotingsjaar 2019 is daaraan ondergeschikt.
Vanuit deze visie is er structurele begrotingsruimte beschikbaar vanaf 2020 ten minste jaarlijks €1.800.000, vanaf 2021 meer.
|
Inzicht in het vermogen
De positie van de Algemene Reserve is aanmerkelijk verbeterd, met name door de toevoegingen vanuit de risicoreserve sociaal domein en de tussentijdse winstneming uit grondexploitatie. In het overdrachtsdocument is een beschikking over de Algemene Reserve - om het voorgestelde incidenteel beleid te dekken - verwerkt van €4.700.000 en vastgesteld dat de reserve daartoe, in het licht van risico's en weerstandsvermogen, die mogelijkheid biedt.
Wij kiezen voor een wat andere insteek vanuit onze opvatting dat winsten behaald met de exploitatie van industrieterreinen - en overigens ook vanuit de voorgestane nieuwe woonlocatie Akkerlanen - ten goede moeten komen aan Waalwijk en de inwoners die er leven en werken. Deze winsten zijn met de kennis van nu zo goed mogelijk berekend en er zouden dan in de komende bestuursperiode uit grondexploitatie winsten kunnen worden genomen tot €25.000.000. Maar er zijn onzekerheden over de exacte bedragen en over de momenten waarop. Ook moet er rekening mee gehouden worden dat er per eind 2019 op grond van de voorschriften tegen aankoopwaarde geregistreerde gronden met €7.000.000 afgewaardeerd moeten worden naar de waarde in huidige bestemming (landbouwgrond). Daarnaast willen we wijzen op de onzekerheden rond de uiteindelijk voor GOL, Insteekhaven en Museum definitief benodigde bedragen en mogelijk extra noodzakelijke/gewenste investeringen zoals het treffen van maatregelen om de geluidsoverlast van de A59 te reduceren. Concrete dekkingsmiddelen hiervoor zijn er (nog) niet en er kan niet geanticipeerd worden op nog niet gerealiseerde winsten uit grondexploitatie.
Wat is wel concreet aanwezig?
De in 2017 toegevoegde winsten uit Haven 7 ( €3.7.00.000) en afbouw Haven 1 tot en met 6 ( €3.600.000) hebben geleid tot een surplus van €6.500.000 boven het aan de reserve grondexploitatie gestelde maximum/minimum van €5.000.000. Het surplus is gestort in de Algemene Reserve.
Alles overwegend willen wij de komende bestuursperiode als volgt handelen:
Vanuit de algemene reserve zonderen wij een bedrag van €6.500.000 af in een nieuwe bestemmingsreserve Beleidsreserve 2019-2022 ten behoeve van intensivering van beleid in de jaren 2019-2020-2021-2022. Jaarlijks zullen wij bij de begroting aangeven wat de beschikking over die reserve in het betreffend begrotingsjaar zal zijn en maken we de benodigde bedragen vrij uit de reserve.
Per eind 2019 worden de gronden gelegen in Haven West (het oostelijk gedeelte) voor een bedrag van €7.000.000 afgeboekt ten laste van de reserve Grondexploitatie en voor het eventueel niet toereikend deel ten laste van de Algemene Reserve. We accepteren daarmee dat de reserve Grondexploitatie op nihil komt, zich tijdelijk onder het door de raad vastgestelde minimum van €5.000.000 bevindt en dus niet behoeft te worden aangevuld uit de Algemene Reserve. Aanvulling van de reserve tot €5.000.000 zal geprioriteerd plaatsvinden door toevoegingen van winsten behaald met de grondexploitatie.
Vanuit de te realiseren winsten in verband met grondexploitatie wordt zo in eerste instantie de reserve Grondexploitatie weer op het vereiste minimumniveau gebracht. Vervolgens kan overwogen worden door de raad op voorstel van college om het surplus toe te voegen aan de bestemmingsreserve Beleid 2019-2022.
Voor de komende bestuursperiode is ten minste beschikbaar een eenmalig bedrag van €6.500.000 voor nieuw beleid. Daarnaast kunnen beschikbaar komen: de overschotten die zich in de exploitatie voordoen en de winsten behaald met grondexploitatie nadat de reserve Grondexploitatie het vastgestelde niveau van €5.000.000 weer heeft bereikt. |
Alles wat incidenteel op de begroting staat, wordt na twee jaar geëvalueerd. Daarna wordt gekeken of structurele dekking noodzakelijk of gewenst is. Met structurele dekking bedoelen wij dekking voor de komende coalitieperiode van vier jaar.