Risico's, verplichtingen en voorzieningen

Exploitatierisico's

Exploitatierisico's

Terug naar navigatie - Exploitatierisico's

Belangrijke risico's zijn onder andere:
- realisatie van de beheersmaatregelen uit de Actualisering Begroting 2021 (stand van zaken is in de samenvatting van het Voorjaarsbericht 2021 beschreven);
- meerjaren ramingen sociaal domein;
- duidelijkheid over uitkomsten  arbitragezaak VNG inzake AEF-rapport jeugdzorg (al/niet compensatie gemeenten) en de reactie van het kabinet daarop;
- uitkomsten Meicirculaire 2021 (algemene uitkering gemeentefonds).

De risico’s die in de exploitatiebegroting worden gelopen zijn uitgeschreven in de paragraaf weerstandsvermogen die behoort bij de begroting en jaarrekening. Dit resulteert in een benodigde weerstandscapaciteit die wordt afgezet tegen de beschikbare weerstandscapaciteit. Daarnaast is voor 2022 een inschatting gemaakte op basis van hetgeen in deze kadernota wordt voorgesteld. De bedragen luiden als volgt:

Bedragen x € 1.000 Rekening 2019 Rekening 2020 Begroting 2021 Kadernota 2022
         
Beschikbare weerstandscapaciteit 27.060 28.447 27.831 30.328
Benodigde weerstandscapaciteit 14.080 14.480 14.160 14.160
         
Weerstandsratio 1,92 1,96 1,97 2,14

Een ratio voor het weerstandsvermogen van 1,0 tot 1,4 wordt voldoende geacht, een ratio boven 1,4 is ruim voldoende. Bovenstaande ratio's zijn dus ruim voldoende.
Met betrekking tot de ratio tussen 1,92 en 2,14 moet wel de kanttekening worden geplaatst dat rekening is gehouden met 100% verhoging van de OZB ( in 2022 voor € 13,0 miljoen), wordt die buiten beschouwing gelaten dan zakt de ratio naar 1,63 en is dan nog voldoende.
Ook hier moet worden aangetekend dat niet alle risico's op hetzelfde moment manifest zullen worden.

De beschikbare weerstandscapaciteit bestaat op basis van huidige gegevens uit het totaal van de algemene reserve, de reserve grondexploitatie en stille reserves per 1 januari 2022, vermeerderd met de geraamde opbrengst OZB 2022 en onvoorzien.

De benodigde weerstandscapaciteit 2022 is op basis van actuele gegevens  uit de jaarrekening 2020.

Grondexploitatierisico's

Grondexploitatierisico's

Terug naar navigatie - Grondexploitatierisico's

De reserve grondexploitatie geldt als algemene buffer voor alle risico’s binnen de grondexploitatie. Aan de reserve worden onafwendbare verliezen onttrokken en (tussentijdse) winstnemingen toegevoegd. Zoals bekend is door de raad bepaald dat deze reserve minimaal € 5 miljoen moet bedragen. Een saldo beneden dit minimum moet direct vanuit de Algemene reserve worden aangevuld. De hoogte van de reserve grondexploitatie wordt jaarlijks in de nota grondexploitatie heroverwogen.

Om de risico’s binnen de grondexploitatie zoveel mogelijk beheersbaar te houden wordt jaarlijks, gelijktijdig met het opstellen van de jaarrekening, een Nota grondexploitatie opgesteld. Hierin vindt een jaarlijkse actualisatie van de kostprijsberekeningen plaats. Indien er sprake is van onafwendbare risico’s wordt er ter grootte van de eindwaarde van het gecalculeerde verlies een voorziening getroffen ten laste van de reserve grondexploitatie. Per eind 2020 is er voor een bedrag van ongeveer € 1,2 miljoen aan voorzieningen gevormd.

Verplichtingen en voorzieningen

Verplichtingen en voorzieningen

Terug naar navigatie - Verplichtingen en voorzieningen

Voor zover toekomstige verplichtingen niet gedekt kunnen worden in de exploitatie(begroting) dienen hiervoor voorzieningen te worden gevormd.

Dit is gebeurd tot een bedrag van € 6.593.000 (naar de stand per 31-12-2020).

De belangrijkste voorzieningen zijn:

  • Voorziening onderhoud gebouwen                             €          527.000
  • Voorziening wethouderspensioenen APPA*          €     2.798.000

*Deze voorziening is op grond van gewijzigde regelgeving in 2015 gevormd als toereikende verplichting voor de uitbetaling van pensioenen aan wethouders. Pensioenen worden betaald ten laste van de voorziening (niet t.l.v. de exploitatie). De benodigde omvang van de voorziening moet van jaar tot jaar berekend worden.

Daarnaast is er een tweetal vermogensbestanddelen die op grond van de voorschriften (BBV) als voorziening worden aangemerkt omdat zij ten laste van heffingen gevormd zijn:

  • Voorziening afvalstoffenheffing                                   €          846.000
  • Voorziening riolering                                                           €      2.422.000